De heer MULLER: Zonder inhoudelijk op het voorstel van de gemeente en de motie in te gaan, ben ik van mening dat we de agenda vanavond af moeten handelen. De heer J. VAN ES: Ik heb geen behoefte aan het ordevoorstel. De heer PLASMANS: Het plan zoals het onlangs is gepresenteerd is binnen onze fractie met enthousiasme ontvangen en wij zi®1} ook geen aanleiding om nu het plan overhoop te gooien. Wij ondersteunen de motie van de heer Linssen niet. Mevrouw VAN OORSCHOT: Wij sluiten ons aan bij de woorden van de heer Piasmans en zullen de motie niet steunen en hebben geen behoefte aan het ordevoorstel. Mevrouw KAMMEIJER: Dat geldt voor de fractie van D66 ook. De heer CLAESIk ben spijtig genoeg niet in de mogelijkheid geweest om het plan te bekijken en dus kan ik moeilijk een oordeel vellen op het ogenblik. Met het collegevoorstel kan ik accoord gaan en ook met de motie van de heer Linssen. Ik vind dat het plein behouden moet worden. De VOORZITTER: Als u zich nu alleen beperkt tot het ordevoor stel. Ben u voor of tegen het ordevoorstel. De heer CLAES: Ik ben voor het ordevoorstel. De VOORZITTER: Ik concludeer dan dat lijst Linssen en de heer Claes voorgesteld hebben dit voorstel aan te houden, maar dat dit ordevoorstel niet is overgenomen. Ik wil het hier niet over een motie hebben, want daar is de vorm niet juist voor. In de toekomst moeten we daar nog eens over doorpraten. Dan gaan we nu over tot de verdere behandeling van het raads voorstel Het tweede ordevoorstel, nu van de heer Woltjer, was om de vergadering te schorsen en morgen verder te gaan. Ik wil toch voorstellen nu verder te gaan met dit agendapunt. Ik zou daarna nog met u willen bekijken of u nog veel bij andere onderdelen verwacht, want als het enigszins kan zou ik na willen streven vanavond de vergadering af te ronden. De heer J. VAN ES: Ik kan er heel kort over zijn. Wat moede loos en moegestreden denk ik dat we hiermee accoord moeten gaan. Het heeft verschrikkelijk lang geduurd, maar laten we het zeker niet verder vertragen. Ik denk dat als je opnieuw moet gaan onderhandelen dat weer zijn tijd neemt en wat dat betreft is het ook goed dat het ordevoorstel is afgewezen. Laten we nu verdergaan met de ontwikkeling en er het beste van hopen. De enige opmerking die ik zou kunnen hebben, die heeft de heer Aertssen gemaakt heb ik gelezen in de krant, is de 3- jaars periode waar ik toch ook wel wat tegenaan zit te hikken. Daarnaast mag ik u erop wijzen dat er een drietal krabben staan die bij Gemeentebelangen/Stadspartij diep in het hart geworteld zijn en ik zou er toch voor willen waken dat die op een of andere manier bij de koop mee verkwanseld worden en als 50 het nodig is richten we een comité op om ze te redden, maar ik hoop dat daar rekening mee gehouden wordt. De heer AERTSSEN: Mijn fractie zal accoord gaan met dit voor stel. Ik spreek nogmaals de wens uit dat zo spoedig mogelijk een nieuwe invulling gaat plaatsvinden op de plaats van het oude stadskantoor. Toch heeft mijn fractie nog enige zorg en die wil ik even naar voren brengen. De Partij van de Arbeid had liever gehad dat in plaats van de voorwaarden die zijn aangepast het bouwplan wat was aangepast en dan in^ de geest van de stedebouwkundige randvoorwaarden zoals we die bij de stukken hebben aangetroffen. We betreuren dat, maar we hopen toch dat er in de toekomst nog ruimte is voor het plegen van aanpassingen. Er moet mij nog een andere kanttekening van het hart. Ik noemde al de stedebouwkundige randvoorwaarden. Wij hebben er al vaak over gesproken en ik constateer nu opnieuw, ik noem het maar gegoochel met stedebouwkundige randvoorwaarden. De ene keer mogen wij ze in de commissie behandelen, de andere keer niet. Ik constateer dat de stedebouwkundige randvoorwaar den zoals die bij de stukken hebben gelegen al dateren van mei 1995. Ik vind het onjuist en niet correct dat het college de fracties via de commissiebehandeling niet op de hoogte heeft gesteld van deze stedebouwkundige randvoorwaarden c.q. ze ter discussie heeft gesteld. De heer WOLTJER: U begrijpt dat we tegen verkoop, met name ook van de grond, zijn en de fractie van Groen Links veel meer voelt voor erfpacht. In die zin stem ik dan ook tegen, vraag ik ook een aantekening. Ik zal daarin waarschijnlijk de enige zijn. Daarom wil ik nog de aandacht vragen om wanneer het pand gesloopt wordt toch eens te kijken niet alleen naar milieu vriendelijk slopen maar ook naar duurzaam slopen. Misschien kunt u dat met de sloper voor dit project opnemen dat er in dit geval ook duurzaam gesloopt kan worden. De VOORZITTER: Duurzaam maar niet langdurig. De heer MULLER: De verzuchting in deze raad dat het lang geduurd heeft kan ik onderschrijven. Aan de andere kant heeft de lange duur van het onderhandelen ook tot een resultaat geleid en ik ben er toch tevreden over in die zin dat de gemeente kans heeft gezien om het aanvankelijke bod dat is uitgebracht aanzienlijk te verhogen. Dan komen wij op het ontwerp zoals dat door de architect is gepresenteerd en ik moet zeggen dat ik daar veel vertrouwen in heb. Zoveel vertrouwen dat ik de motie die is ingediend door lijst Linssen niet ondersteun. Inderdaad is het een uniek pleintje en dat heeft de architect, dat zegt de wethouder terecht, gezien. Het unieke pleintje krijgt namelijktwee toegangen, eentje in de Sint Annastraat en eentje via de Kortmeestraat. Dan mag wat mij betreft het Praathuis gesloopt worden en daardoor een nieuw gebouw opgericht worden. Naar mijn smaak is dat ook een integraal onderdeel van de onderhan delingen die hebben plaatsgevonden. Als je dat er thans uit gaat halen ben ik bang dat die onderhandelingen weer van voren 51

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 241