dat we best eens kunnen proberen om daar nog die modellering aan te brengen die ons gunstig uitkomt, zoals ook is gesteld door D66Uiteraard kunt u dat van ons verwachten. Nu de koppeling leggen zo hard als u dat doet, is naar mijn mening niet zinnig en in deze fase ook totaal niet nodig. De motie is vrij duidelijk. Er is een betrekkelijk hard bedrag genoemd. Daarvan heb ik in eerste termijn gezegd wat ik ervan gezegd heb. Het college is in ieder geval bereid dat zo over te nemen. De heer J. VAN ES: Ik moet daar toch even op inhaken. Stel dat APO zegt, sorry maar hier kunnen wij niet aan voldoen. Zoals de motie er ligt moet u dan zeggen, sorry dan gaat de hele deal niet door, want de motie vertelt u, u moet een sluitende parkeerexploitatie tot stand brengen, inclusief het Mineur plein. Dat impliceert dat APO een aantal dingen daar zou moeten doen De heer JANSSEN, wethouder: Dat is helder. U stelt heel helder dze twee locaties moeten gerealiseerd worden binnen het bedrag dat u hier nog tot op die 2 gulden nauwkeurig heeft weergege ven. Dat is de taak die we hebben. Van die taak hebben we gezegd, daar gaan we ook achterstaan. Op zichzelf is dat helemaal geen probleem. De heer J. VAN ES: Als APO daar niet in mee wil heeft u een probleem. U kunt er dan achter gaan staan, maar als u niet in staat bent om APO ervan te overtuigen dat zij een stukje zullen moeten inleveren op het Mineurplein, zoals de situatie nu ligt, dan moet je zeggen; sorry als dat niet gaat dan kunnen wij niet voldoen aan wat de raad ons heeft opgedragen en dan gaat de hele deal niet door De heer JANSSEN, wethouder: Wij hebben de motie zo geïnterpre teerd. Ik zal nog eens proberen dat weer te geven. Er is een parkeerpot, om het maar zo simpel te stellen. Er is een par- keerpot met bepaalde inkomsten. Daar wordt een deel uitgehaald voor het realiseren van de parkeergarage Past. Joorenplein. Er blijft een x-bedrag over om daarmee het Mineurplein te reali seren. Die twee zaken dienen binnen dat totaalbedrag te worden gerealiseerd. Die opdracht heeft u ons gegeven. Wij hebben heel helder het Past. Joorenplein voor u inzichtelijk gemaakt met precies de investeringen en exploitatielasten en alles wat daarbij hoort. Dat bedrag maakt onderdeel uit van het hele parkeergebeuren, voor het resterende bedrag gaan wij op het Mineurplein zorgen dat er een goede accommodatie ontstaat, die past binnen de totale parkeerbalans zoals dat wij die min of meer al eerder hebben weergegeven. Ik denk dat dat een stevige opdracht is voor het college. Die accepteren wij ook, dat heb ik in eerste termijn gezegd. Wij denken daar ook uit te kunnen komen, ook samen met APO. Als de motie zo door eenieder wordt geïnterpreteerd, dan heeft het college daar totaal geen moeite mee. De heer AERTSSEN: Bij interruptie. Ik constateer bij de heer Van Es dat hij een stapje verdergaat. Eigenlijk zegt hij, 36 college stel nu eens dat het allemaal niet lukt, want u moet per slot van rekening met minder toekomen op het Mineurplein dan u eigenlijk in uw hoofd had. Dat is niet ondenkbeeldig. Ik kan me voorstellen dat de heer Van Es in gedachten dat stapje al gezet heeft. College wat doet u dan Hij zegt u moet de motie zo lezen dat u dan moet zeggen, beste APO het is voor ons over en uit. Ik wil weten van de indieners van de motie, maar ook van het college, welke interpretatie nu staat. De heer BOLSIUS: Het is toch logisch. Als je op een gegeven moment met een zakelijke partner niet kunt handelen binnen de opdracht die de raad je meegeeft, dan betekent dat dat je tegen die partner moet zeggen, ik ga eens bij een ander kij ken. Dat is zo logisch als het maar zijn kan. De heer JANSSEN, wethouder: Ik ben ervan overtuigd dat wij in de relatie die wij met APO hebben met betrekking tot het parkeren en ook met betrekking tot het Mineurplein, het tot een goed eind gebracht zal kunnen worden. De heer Aertssen heeft in zijn eerste termijn of in tweede termijn of in beide termijnen, zijn zorg uitgesproken over hoe gaan wij met het Mineurplein om. Ik denk dat het terecht is dat hij die zorg uitspreekt, dat hoort u ook^ te doen. Wij zullen ervoor zorgen dat die zorg die u heeft in ieder geval omgedraaid kan worden in een positief kijken tegen de planont wikkeling daar op het Mineurplein. Die taak heeft u ons gege ven. Die willen we graag op ons nemen en die zullen we ook op ons nemen. Als dat niet het geval is, zult u ons daarop als college moeten afrekenen, zo simpel is dat. De heer AERTSSEN: Ik wil toch nog even duidelijkheid, want de heer Van Es heeft straks een duidelijke vraag gesteld. Ik vind dit heel belangrijk voor het verloop De VOORZITTER Ik denk dat het helder is wat het college stelt. Er ligt hier een besluit voor betreffende het Past. Joorenplein. Als de raad daarmee instemt dan moet u het be sluit lezen zoals dat daar staat. Dat betreft dus de goedkeu ring van een definitief ontwerp van een bouwplan. Het betreft een krediet en wij gaan projectfinanciering toepassen. Daar besluit u toe. Daarnaast krijgt het college een opdracht omdat de totaliteit sluitend moet zijn. Dieopdracht heeft dan consequenties voor wat er op het Mineurplein gerealiseerd kan worden. Dat is het besluit dat we nemen. Je kunt nu niet vanavond een voorwaardelijk besluit nemen ten aanzien van wat er hier voorligt. Er staat een kader voor de totaliteit en de opdracht aan het college is helder en die heeft betrekking op de kaders van het Mineurplein. De heer AERTSSEN: Dan constateer ik dat de partijen die dit nu indienen ook accepteren dat er straks een voorziening gaat komen op het Mineurplein van naar ik vermoed een te laag De heer BOLSIUS: Dit is werkelijk flauwekul. De VOORZITTER: U krijgt dat plan voorgelegd te zijner tijd en 37

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 234