Waarom zou dat verschil er moeten zijn? Je zou dus kunnen denken aan een andere wijze van dekken van de kosten. Dat is een interessante discussie die wij heel graag met het college willen aangaan. Wat ons betreft staat het tarief voor de vergunninghouders nog helemaal open. Dan de motie van de coalitiepartijen. Wij vinden dat uiteraard een heel sympathieke motie, want ook wij zijn een groot voor stander van het drukken van bouwkostenHoe goedkoper hoe beter, zou ik willen zeggen. Aan de andere kant vinden wij het ook jammer dat er een motie wordt ingediend waarvan eigenlijk gezegd wordt, ja het Past. Joorenplein, best college, is een beetje uit de hand gelopen. Dat is veel te duur geworden en dan moeten we het ergens anders maar terug zien te halen. Ik ben dan zo bang, hoe sympathiek ook, dat er straks op het Mineurplein een slecht plan uit de bus gaat komen. We hebben daar dus wat moeite mee. Een zwaarwegender overweging om tegen deze motie te stemmen is toch de eerste overweging in de motie, waarbij de coalitiepar tijen de financiële gevolgen van de realisatie van parkeerga rages in een breed financieel verband zien en dus inclusief de vergunninghoudersregeling. Ik heb net verteld dat de Partij van de Arbeid daar geen voorstander van is. Wij willen het apart houden, los van het parkeerbeleid omtrent parkeergarages enz Met andere woorden, wij zullen de twee moties niet steunen. Wij zijn over het algemeen, ik heb het al gezegd in eerste termijn, een voorstander van dit soort parkeergarages met de doelen die ik net genoemd heb. Heel duidelijk want die moeten nagestreefd worden. Het bouwen van een parkeergarage mag geen doel op zich zijn. Wij kunnen dus met de beantwoording van het college uit de voeten en zullen steun verlenen aan dit voor stel De heer BOLSIUS: Ik heb toch nog een vraag aan de heer Aerts- sen. Dat betekent dus dat de heer Aertssen het ook niet eens is met het beleid zoals dat vorige maand geformuleerd is, dat we namelijk de kosten van het parkeren en de opbrengsten van het parkeren in één functie, in één kostendrager opgebracht willen zien. Dat houdt het namelijk in als hij dit zegt. Als hij de parkeergarage qua exploitatie wil uitzonderen, dan laat hij ook dit principe los. Ik heb toen, tijdens die vergade ring, de heer Aertssen daar niets over horen zeggen. De heer AERTSSEN: Ik kan me die opmerking niet herinneren, maar ik kan er wel op antwoorden. Ik denk namelijk dat de heer Bolsius op een wat meer technische uitwerking doelt. De heer BOLSIUS: Neen, het is een hele principiële uitwerking, mijnheer Aertssen, dat is de consequentie van wat u gezegd heeft. Als u dat wilt prima, maar dat is dan iets anders dan vorige maand. De heer AERTSSEN: Dat is niet waar. Wij hebben als Partij van de Arbeid ook vaak gezegd, je zou een parkeerfonds moeten hebben waarin alles wat parkeren betreft omgaat en dat vinden wij nog steeds, maar zeg ik erbij, je kan twee dingen geschei- 30 den houden. Je kan het geld wat je nodig hebt voor de parkeer garage of voor het parkeren van bezoekers in het algemeen, laat ik het dan maar zo stellen, gescheiden houden van je boekhouding die je er op nahoudt voor je vergunninghouders. Als ik het dan technisch zo mag beantwoorden Dat is een oplossing die ik binnen het parkeerfonds best kan volgen. De heer BOLSIUS: Dat betekent tevens dat je dus de bijdrage uit het parkeerfonds om een parkeergarage te realiseren dus ook niet uit het parkeerfonds kunt halen, want daar zit ook het geld in dat die vergunninghouder en de kortparkeerder betaalt. De heer AERTSSEN: Dat kun je toch oplossen. De VOORZITTER: Ik stel voor dat we deze discussie nu beëindi gen. U krijgt daar volgend jaar nog uitgebreid de gelegenheid voor. De heer J. VAN ES: Ik wil toch ook nog even terugkomen op die motie en toch even de onderliggende gedachte, in ieder geval van onze kant, even duidelijk maken. De motie legt een duidelijke koppeling tussen het Past.Joor enplein en het Mineurplein. Door het leggen van de relatie met als doel een sluitende parkeerexploitatie te krijgen, kunnen we de beide projecten niet los van elkaar zien. Ik denk dat het aan het college is om aan APO uit te leggen en duidelijk te maken dat alleen harde afspraken over de voorgestelde opzet zullen resulteren in het gunnen van het turn key project op het Past. Joorenplein. Inspanningverplichtingen enz. daar kopen we allemaal niets voor. Er zullen harde toezeggingen gedaan moeten worden. Ik zou zelfs zo ver willen gaan dat ik zeg, als die koppeling niet gelegd wordt dan kunnen ze het vergeten, dan is er geen deal, in ieder geval wat mij betreft. Ik heb reeds aangegeven in eerste termijn dat ik niet zo gelukkig was met die juridische eigendomsverhoudingen en me daar niet zo lekker bij in mijn vel voelde en als het erop uit zou draaien dat we dat ding zelf zouden moeten bouwen, dat kunnen we best, d.w.z. de juiste mensen ervoor vinden die het voor ons zullen doen, dan mag dat van mij prima. Ik ben dan van een stukje van mijn probleem af. Voor de aardigheid zou het best eens leuk zijn om te weten, in de deelovereenkomst wordt vermeld dat bij het niet doorgaan de gemeente in een aantal kosten zal delen, wat nu zo'n beetje de stand is van die kosten als we nu zouden zeggen, sorry jongens, het gaat niet door. Niet dat er geen garage komt, maar in ieder geval niet met APO. Ik heb nog één vraagje dat ik in eerste termijn ben vergeten. Ik had dit al aangekondigd bij de wethouder, dus hij zou het al nagekeken moeten hebben. In bijlage 2, de technische om schrijving wordt op een gegeven ogenblik melding gemaakt van het feit dat op 24 september een rapport beschikbaar zou zijn over het eventuele hergebruik van de fundering van de oude kerk. Is dat inderdaad afgesloten en is er nu bekend wat de situatie daar is 31

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 231