Wij zullen onze medewerkers en u ons daarop aanspreken. Ik zou
hier toch willen aandringen, ook naar aanleiding van de motie
van de heer Linssen, om de taak om personeelsbeheer uit te
voeren, ook gezien de privacy-aspecten die daarbij spelen,
aan het college te laten. We zullen daar zorgvuldig mee om
gaan. Naar aanleiding van de rapportage van VB-Accountants
zijn er ook vragen aan het management gesteld. Daar zijn
antwoorden op gekomen. Ik heb nog wat aanvullende vragen.
Daarna kijken wij er verder naar. Ik vind het geen zaak, als
wij kijken wat er de afgelopen tijd heeft gespeeld, om nu te
zeggen op dit punt dat het instrument herindeling daarin een
passend instrument is, waarvan bij deze gelegenheid gebruik
gemaakt moet worden. Wat we gaan doen in het kader van de
herindeling is zorgen dat mensen op passende functies komen.
Ik ontraad echt de raad om met de motie, waar u toch indringt
in personeelsbeheer, mee te gaan.
Een tweede punt waar ik stil bij sta is de vraag is nu, mede
gezien de discussie in het verleden o.a. over Coopers Ly-
brand, het managementsprobleem bij de dienst DSOB adequaat
aangepakt. Het raadsvoorstel antwoord daarop ja. Maar wij en
ook u hebben geconstateerd dat we nog niet op alle terreinen
tot de noodzakelijke resultaten zijn gekomen. Dus wat er
gebeurd is, is niet voldoende geweest of heeft op dat moment,
laten we ook kijken wanneer dit gespeeld heeft, dat was eind
1994 - begin 1995, nog geen resultaat gehad. Intussen hebben
wij niet stilgestaan. Ik kijk dan naar de rapportage van
Coopers Lybrand waarover aan het eind van 1993 besluiten
zijn genomen, wat is opgevolgd door een project- en implemen
tatieplan. In augustus 1994 is uw raad daarmee accoord gegaan.
Daarmee zijn we echt, ik spreek het tegen als mensen daar iets
anders over zeggen, voortvarend aan de slag gegaan. Daarbij is
een afzonderlijke stuurgroep organisatie-ontwikkeling DSOB
gehandhaafd. Het is niet zo dat alle zaken ingesluisd zijn in
het I A-project. Als we kijken naar het project cultuur en
werkstijl, maar ook naar de organisatieveranderingen, we
hebben EZ en we hebben infrastructuur gevormd, dan zien we dat
die onder de verantwoordelijke structuurgroep verder zijn
opgepakt. Ik begrijp dat er twee stuurgroepen zijn. De heer
Boogaart vroeg daarnaar. Er is een stuurgroep geweest in het
rapport van Coopers Lybrand en die was hoofdzakelijk, zie ik
in het rapport, ambtelijk samengesteld. De stuurgroep die
vanaf dat we met het implementatieplan bezig zijn geweest is
samengesteld heeft onder mijn voorzitterschap gefunctioneerd.
Daar heeft de wethouder stadsbeheer en stadsontwikkeling in
meegedraaid. Daar zat de directeur van de dienst in en het
hoofd personeelszaken en organisatie en de directeur financi
en. We hebben de organisatieveranderingen daarin gevolgd. Dat
was onder andere het project cultuur en werkstijl, waarbij een
externe begeleider is geweest. Dit is verdeeld in drie fases.
De tweede fase was in januari van dit jaar afgerond, resulte
rend in actieplannen. De eerste fase betrof de directie en
afdelingshoofden en de tweede fase heeft zich niet alleen
beperkt tot de afdelingshoofden, maar - ik kom dan bij de heer
Bolsius - dat is tot en met de werkvloer gegaan. Dus wat dat
betreft zijn uw opmerkingen in het verleden niet onopgemerkt
64
gebleven. Volgens de rapportages die wij daarover gehad hebben
is in een groot aantal sessies open gediscussieerd, vaak ook
confronterend. Steeds zijn er vragen gesteld in de sfeer va1^»
waarom doen we dingen eigenlijk zo, hoe komt dat over bij
burgers, hoe komt dat over bij collega's, bedrijven en bestuur
en wie zijn nu onze klanten Met name de werkvloer heeft
hieraan dus mede richting kunnen geven. Begin van dit jaar
lagen er van de diverse afdelingen actieplannen. Dat zal
verder opgepakt worden. We moeten daarvan constateren dat dat
in het begin van dit jaar even gestagneerd is door het vertrek
van de directeur en tegelijkertijd de ziekte van sectorhoofd
stadsbeheer. Maar toen de interimmanager, die 1 april is
aangesteld, van start is gegaan was dat expliciet één van zijn
taken om te beginnen met een aantal zaken van die actieplan
nen. Met een aantal andere zaken is men nu bezig en gaat men
volgende week weer verder. Men gaat dan met een groep twee
dagen weg. Men is dus bezig om die actieplannen verder in
nadere uitvoeringsplannen uit te werken. De actieplannen komen
er, maar ik denk inderdaad dat wij ervoor moeten zorgen dat
daar een tijdsplanning bij komt. We zullen ook met elkaar
moeten kijken hoe je tot meetpunten kan komen. Ik wil graag
met de interimmanager bespreken hoe we dat kunnen doen. Tegen
1 november zal er dan een stuk over klaarliggen om u te laten
weten hoe we dat verder denken aan te pakken. Als we dan echt
meetpunten hebben voor resultaten kunnen we in de toekomst via
managementsrapportages gaan rapporteren zodat het zichtbaar
blijft. Het moet u duidelijk zijn dat ook deze ervaring ons
aanspreekt. Ik wil daarbij zeggen dat ik ervan uitga, dat wat
er allemaal sinds die tijd gebeurd is, we in die cultuurslag
al weer een stuk verder zijn. Dat merk je ook in reacties van
mensen. We zullen daar toch bij moeten blijven en ook, dat
leert dit voorval, zorgen dat we de vinger aan de pols blijven
houden en op tijd daarop kunnen inspelen.
Een ander punt dat ook belangrijk is, is het financieel be
heersinstrumentarium. Dat is een ander produkt dat nog steeds
afzonderlijk staat. De blauwdruk wordt wel in het I A-tra-
ject besproken, maar ook vanuit de stuurgroep hebben wij een
afspraak - nu die blauwdruk er is en er verder gewerkt wordt
aan het financieel beheersinstrumentarium - dat de interimma
nager en het hoofd financiën afzonderlijk kijken hoe bij een
aantal zaken verbeteracties ingesteld kunnen worden. Er is ge
vraagd een aantal dingen te versnellen om deze eerder bij de
dienst Stadsontwikkeling en Beheer te gaan implementeren.
Verder is er wat de toekomst betreft, ik vind het met name ook
belangrijk dat je terugziet naar het verleden, dat we daar
lessen uit trekken. De heer Bolsius heeft gesproken over een
kwaliteitsproject isonormen of total quality management. Ik
denk dat, nu we bezig zijn met het verandertra ject bij de
dienst DSOB met daarnaast voor de hele gemeente het I A-
project je daar niet een derde ding op moet stapelen. Als wij
onze veranderorganisatie bij de dienst Stadsontwikkeling en
beheer hebben afgerond, zijn we met nagenoeg alle zaken die in
Coopers Lybrand stonden en die afzonderlijk lopen, behalve
cultuur en werkstijl en het versneld implementeren van een
stuk van het beheersinstrumentarium, klaar. Dan staat die
65