dat is als zodanig met kapitaallasten netjes in de rekening verwerkt. Het komt dus in de begroting 1996 en 1997 tot uit drukking. Dus door ingrijpen is qua rechtmatigheid de zaak gerepareerd. Dat is, denk ik, vanuit de portefeuille Financiën wat er over deze zaak nog te zeggen is. Er zijn een paar vragen gesteld die nog antwoord behoeven. De heer Withagen heeft een tekstuele wijziging aangedragen op blz. 3. Ik denk dat die correct is. Het is een redactionele fout. Er moet tussengevoegd worden "op te dragen". De heer Van Es heeft geïnformeerd naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de rapportages. Ik denk dat het goed is om daar toch ook te verwijzen naar het rapport van de externe accountant. De accountant schrijft dat het totaal van procedure-afspraken met betrekking tot de rapportages, zeker daar waar het kredietbewaking betreft en het systeem op zich zelf voldoende zijn.. Er moet natuurlijk wel conform dat systeem gewerkt worden en dat is het verhaal waar we het vandaag over hebben. Het blijft mensenwerk, dus ook al heb je nog zulke goede systemen, als men afspraken en procedureop drachten niet nakomt, dan kan het natuurlijk toch mis gaan. We werken dus nu gewoon conform de bestaande afspraken. Ik denk dat het goed is om bij de eerstvolgende MARAP nog eens speci aal in de commissie Financiën te kijken hoe het nu allemaal marcheert, dat complex aan afspraken. Met betrekking tot de besprekingsverslagen hebben wij in het raadstuk al iets gezegd. Het is van het grootste belang dat de afspraken met betrekking tot de budgetbewaking worden nageko men. Dat betekent dat de tweemaandelijkse verslagen uit het overleg van de portefeuillehouder met het diensthoofd er moeten zijn, specifiek over de budgetbewaking. De agenda voor die besprekingen is dus bekend. Dat is budgetbewaking, finan ciën. Dat moet worden vastgelegd. Andere zaken allemaal mini- tueus vastleggen leidt tot een verslagcultuur die geen enkel doel dient. In het verkeer tussen bestuur en budgethouders moeten de zaken goed worden vastgelegd. Om bij de portefeuille Financiën te blijven, de chef financiën heeft één budget en dat zijn de kosten voor de inning van de o.z.b. Ik heb dus geen gesprekken met de chef financiën over budgetbewaking. Wij praten over beleidscyclus, beleidsvoorbereiding. Dat heeft geen enkel gevolg, want dat komt vroeg of laat in een voorstel aan de raad terecht. Wij zien er echt weinig heil in om dat soort zaken allemaal te gaan verslaan resp. te gaan vastleggen in besluiten, zo die laatste er al zijn. Zover kom je niet eens. In een gesprek over budgetbewaking kun je tot een be sluit komen, namelijk iets te melden aan het college of iets in de MARAP op te nemen ja dan nee. De heer BOLSIUS: Kunt u zich voorstellen dat de controlefunc tie wellicht wel onderwerp van gesprek is of in ieder geval in de toekomst gaat worden en dat dat wel leidt tot zaken die voor notulering vatbaar zijn De heer STUART, wethouder: Maar zeker. Eén van de dingen die natuurlijk in de nabije toekomst aan de orde is, is een controlefunctie in het leven roepen die onafhankelijk is en waarbij je ook rolconflicten tussen financiële unit en budget- 62 houder niet kunt krijgen, omdat die controle vanuit de aard van zijn functie als onafhankelijke man de verplichting zal hebben om onmiddellijk aan het college te rapporteren. Dat is een veel grotere veiligheidsklep, als ik het zo oneerbiedig mag noemen, dan verslagjes maken van allerhande gesprekken. Ik denk dat daar waar de opmerkingen betrekking hebben op de organisatie en daar gaat toch zeker ook de motie over, u het antwoord zou moeten geven, voorzitter. De VOORZITTER: Dan neem ik het over. Ik wil ook beginnen met te stellen in het verlengde van wat de heer Stuart al heeft gezegd en hetgeen in de commissie Finan ciën hierover naar voren is gebracht, dat wat er gebeurd is rond de Vierlinghweg, waar afgeweken is van vastgestelde procedures, ook door het college wordt afgekeurd. Wij weten ons daarvoor verantwoordelijk. Het gebeurde is onder meer in strijd met het budgetrecht van de raad. Iedereen die maar enigszins iets weet van besturen van overheden, weet dat dat niet kan. Daar moet een raad voor 100%, mijnheer Withagen, op het college kunnen vertrouwen. Laat er geen misverstand over bestaan hoe wij over deze zaak denken. Het is goed dat we daar indringend met elkaar over praten en elkaar erop aanspreken. Je moet dat ook zorgvuldig doen. U heeft het college erop aangesproken. Ik denk alleen dat wat de dienst betreft er heel terecht, dat is door een aantal van u ook al aangegeven, nuanceringen nodig zijn, want het is onterecht dat^ een hele dienst hier op aangekeken wordt. We moeten precies kijken waar de zaken zitten en daarnaar handelen. Het college weet zich dus aanspreekbaar en terecht wordt er een aantal vragen ge steld. Allereerst zijn nu in het proces rond de Vierlinghweg de maatregelen genomen, ook in de personele sfeer, om herhalingen te voorkomen. Verder, mede gezien de discussies die er geweest zijn over Coopers Lybrand en dit VB-Accountantsrapportis daar nu voldoende adequaat op de organisatie- en managements- problemen gereageerd. Helder is uit het stuk van VB-Accountants dat aan de spelre gels die we met elkaar hebben niets hoeft worden toegevoegd. Het gaat erom hoe we daarmee handelen en hoe daarop wordt toegezien. Daaraan is vanaf het moment dat het college ter kennis is gebracht wat hier speelde, dat is in het najaar van 1995 geweest, toen er een aantal elementen van de zaken die hier spelen op tafel kwamen, aandacht besteed. Over wat er precies gespeeld heeft, heeft zich de kennis in de tijd verder uitgebreid, daar zijn nieuwe elementen bijgekomen in juni 1996 en nu weer nieuwe elementen in augustus 1996. Op de momenten dat er wat speelde zijn er door het management medewerkers op aangesproken en is door het bestuur, door portefeuillehouders, het management op bepaalde dingen aangesproken. En dat zullen we in de toekomst ook moeten blijven doen. Ik kom zo nog terug op de structurele maatregelen die hier naar voren zijn ge bracht. Het is duidelijk, dat wij er voor moeten zorgen dat van het mechanisme dat er is en de instrumenten hiervan, dat is hier aangegeven, hier ook cultuur van gemaakt wordt. Geen vrijblijvende zaken dus. De spelregels zijn duidelijk en nog een keer bevestigd en daar zal naar gehandeld moeten worden. 63

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 205