college. Op het niet uitvoeren van een raadsbesluit staat feitelijk maar een uitspraak en dat is het naar huis sturen van het college. Zover wil mijn fractie nu niet gaan. Wij zullen. De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie. Als het opzettelijk niet wordt uitgevoerd kan ik mij dat voorstellen, maar bedoelt u het ook als het onopzettelijk gebeurt. De heer WOLTJER: In de commissie is gesproken over het niet uitvoeren van raadsbesluiten. Ik denk dat het college ook de verantwoordlijkheid heeft om toe te zien op het uitvoeren van raadsbesluiten. Maar ik zei net, we zullen niet zover gaan. Wij zullen geen motie van wantrouwen indienen noch ondersteu nen en ik begrijp ook niet dat die hier ter tafel komt. Toch is een berisping zeker op zijn plaats en daarom dienen wij een motie van afkeuring in. De VOORZITTER: Ik heb een motie ontvangen met de volgende inhoud. De gemeenteraad van Bergen op Zoom, ter vergadering bijeen op donderdag 29 augustus 1996, overwegende dat, - er meerdere raadsfracties gedurende enige raadsperiodes in diverse commissie en raadsvergaderingen zowel organisatori sche- als uitvoerende problemen binnen de dient S.O.B. hebben geconstateerd - het College van Burgemeester en Wethouders lange tijd heeft verzuimd om passende maatregelen te nemen, - de raad heeft nagelaten om passende maatregelen af te dwin gen - er ondanks dat het College de aanbevelingen uit het rapport Coopers Lybrand heeft overgenomen, er wederom ernstige fouten zijn gemaakt, - het College de verantwoordelijkheid heeft voor de uitvoering van alle raadsbesluiten, - het College van Burgemeester en Wethouders haar bestuurlijke verantwoordelijkheid neemt door uit te spreken dat zij de fouten betreurt, dat ze nogmaals passende maatregelen zal nemen om herhaling te voorkomen en daartoe de aanbevelingen van de rekeningcommissie aan de gemeenteraad overneemt, - er inmiddels bij de dienst S.O.B. een interim manager is aangesteld met de opdracht om de dienst te reorganiseren, besluit dat, de raad met instemming kennis neemt van de voornemens van het College van Burgemeester en Wethouders dat zij maatregelen zal nemen om gemaakte fouten in de toekomst te voorkomen, maar spreekt haar afkeuring naar het College uit als bestuurlijk verantwoordelijke voor de gemaakte procedurele fouten en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie is ondertekend door de heren Woltjer, Linssen en Van Linden. Dit is nuances een andere motie. U tekent ze beide Deze motie is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslagingen 58 De heer BOOGAART: Ook wij gaan accoord met de gemeente-reke ning en de rekening van het Grondbedrijf over het jaar 1995. Toch moeten me een paar dingen van het hart. De P.v.d.A.- fractie heeft geen behoefte aan het Zwarte PietenspelMet betrekking tot de problematiek Vierlinghweg zal ik me daarom houden aan de feiten zoals die zijn geconstateerd door de commissie belast met het onderzoek van de rekening 1995 en de conclusies en aanbevelingen welke de commissie heeft gedaan. In de commissie van onderzoek waren vertegenwoordigers van 8 fracties uit de raad vertegenwoordigd. In de commissie Finan ciën is over het rapport op de juiste wijze gediscussieerd en met enkele kleine aanpassingen is het accoord bevonden door alle fracties. De inhoud van de discussie in de commissie Financiën en de toonzetting en inbreng van de aanwezige frac ties was naar mijn gevoel kritisch doch constructief van aard. Ik was dan ook buitengewoon verrast over de diverse opmerkin gen welke afgelopen maandag in de kranten verschenen. Ik had eerst nog de indruk dat een aantal collegeraadsleden achteraf niet aanwezig was geweest in de commissie Financiën. De opmer kingen in openbaarheid gemaakt via de krant vond ik ongenuan ceerd en buiten alle proporties. Bovendien vond ik ze onnodig kwetsend en alleen maar bedoelt voor stemmingmakerij. Raadsle den die het bestuur van deze stad serieus nemen maken zich aan dit soort vuilspuiterij niet schuldig is mijn opvatting. Wij betreuren dan ook wat er de laatste dagen aan bijdragen van raadsleden in de kranten is verschenen. Reeds jaren is er sprake van een ernstig managementsprobleem met name bij de dienst SOB. Het onderzoek van Coopers Ly brand was helder, evenals de analyses en aanbevelingen. Ter implementatie van de aanbevelingen door het toenmalige college is een stuurgroep SOB geïnstalleerd. Kunt u mij mededelen hoe de samenstelling van deze stuurgroep was opdat heel de proble matiek rond dit project zich afspeelde en waarom juist voor die samenstelling is gekozen, met name voor wat betreft de be stuurlijke inbreng en vertegenwoordiging. Het gaat in deze kwestie vooral om onverantwoordelijkheden en wie voor wat aansprakelijk is te stellen, bestuursbreed en managementsbreed. Daarbij wil ik heel nadrukkelijk stellen dat wij als raad niet mogen volstaan met alleen maar naar het college te wijzen, maar dat wij als raad dien te beseffen dat ook wij op cruciale momenten belangrijke zaken over het hoofd hebben gezien. Pak de riolering maar. Bovendien moeten we beseffen dat reeds bij de tweede MARAP in 1995 melding werd gemaakt van de problematiek rond het project Vierlinghweg, waarbij een rapportage in het vooruitzicht werd gesteld. Zoals ik al aangaf zijn vooral management- en communicatiepro blemen de oorzaak van het niet goed functioneren van de dienst. U kunt bij de oplossing van deze problematiek, welk traject reeds in gang is gezet, niet volstaan met alleen maar aanpassen van structuren. Belangrijker nog dan structuren zijn de werkcultuur en de werkhouding. Wij beseffen dat een reeds jaren ingeslepen cultuur niet in enkele maanden is te verande ren. Bovendien is daar meer voor nodig dan alleen maar een aantal nota's. De vraag die rijst is natuurlijk of de huidige bestuursinstru- 59

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 203