controleren of bepaalde communicatieve afspraken doorzetten,
dat kun je absoluut niet naar een raadsfractie
De heer BOLSIUS: Dat heb ik ook niet voorgesteld. Ik heb
voorgesteld een traject met meetpunten. Over die meetpunten
wil ik graag geïnformeerd worden.
De heer VAN DER KALLEN: Ik dank de heer Withagen voor zijn
bijdrage, ik heb hem dan verkeerd begrepen. Ik ondersteun het
betoog van de heer Bolsius. Ik wil heel duidelijk maken dat ik
niet de dienst wil controleren in de dienst. Dat^ is niet de
taak van een gemeenteraadslid. Wij zijn er om beleid te maken,
om creatief met dat beleid om te gaan en om te kijken hoe
dingen beter kunnen. Daarover denken wij graag met uw college
mee. Er is een collectieve schuld, maar niet alle grasspriet
jes zijn even hoog. Kijk je naar wat er is gebeurd^ dan denk
ik dat met enige terechtheid de WD zegt, de toenmalige porte
feuillehouder had eerder en harder aan de bel moeten trekken.
Dat is waar. Maar degene die toen verder in het college zaten
hadden ook naar die zachte bel beter moeten luisteren, want
het kan toch niet zo zijn dat het maanden duurt voordat er een
volgende rapportage volgt, terwijl de ernst van de zaken toch
heel duidelijk is. In die zin maak ik ieder collegelid een
zeker verwijt dat onvoldoende het signaal van de portefeuille
houder, hoe bescheiden misschien ook, want bij gebrek aan
vermelding in de notulen blijft het bij een mondelinge overle
vering en dat is levensgevaarlijk om precies vast te stellen
hoe ernstig iets is gebracht. Daar blijft het bij. Er gebeurt
een tijdje, in mijn ogen, onvoldoende. Onvoldoende wordt
aangedrongen bij de dienst om tot een inhoudelijke rapportage
te komen. Dat is nakaarterij. Dat kan je nu vaststellen. Dan
kijk je verder en zeg je, wat moet er nu gebeuren Nu,_ één
ding moet vooral niet gebeuren. Men moet hier niet verwijtend
deze zaal straks verlaten, want we moeten straks na een ge
meentelijke herindeling een nieuwe start maken. Dan staat niet
alleen die dienst, maar een totale organisatie en het politie
ke bedrijf voor een gigantische opgaaf om die organisaties in
elkaar te schuiven en tot een goed nieuw bestuur van de ge
meente Bergen op Zoom te komen. Dan past het niet om^ elkaar
allerlei verwijten onder de gordel te maken, wel of niet met
electorale intenties. Dan past het om te zeggen, okee, gedane
zaken nemen geen keer, de heer Linssen heeft dat ook al ge
zegd, we moeten verder. Dan denk ik dat de rapportage van de
commissie een uitstekende basis is om verder te gaan.
De heer Linssen heeft namens zijn fractie en Groen Links een
motie ingediend. Ik verwacht in deze raad een aantal uitspra
ken van dit college. Op basis van de reactie van het college
in eerste termijn zal ik in tweede termijn een mening geven
over de motie.
De heer WOLTJER: Het rapport van de rekeningcommissie, van de
commissie Financiën over de procedurefouten bij de reconstruc
tie Vierlinghweg is duidelijk. Het onderzoek heeft zich niet
beperkt tot de Vierlinghweg, maar gaat tevens en vooral over
het management, over het functioneren van de leidinggevenden
binnen de dienst en de sectoren SOB, eigenlijk over het laat—
56
ste decennium. Groen Links wil zich daarom politiek in dit
debat ook niet alleen richten op de ernstige procedurefouten
rond de reconstructie van de Vierlinghweg. Met name niet omdat
de meeste fracties zich alleen maar lijken te richten op de
toenmalige wethouder, de heer Van den Kieboom. Ik heb juist
van de heer Jansen afgelopen maandag begrepen dat hij en de
heer Van den Kieboom pogingen hebben ondernomen om de proble
men die er al jaren zijn, aan te pakken. Dat zij daarin niet
geslaagd zijn moge duidelijk zijn. Het gaat in deze raadsperi
ode niet alleen over de Vierlinghweg, maar bijvoorbeeld ook
over het feit dat in november 1995 een ambtenaar van de dienst
SOB de firma Geesink opdracht heeft gegeven om twee vuilniswa
gens van nieuwe opbouw te voorzien.
De VOORZITTER: Mijnheer Woltjer, ik wil u eraan herinneren dat
daar een onderzoek naar gepleegd is en dat wat u stelt niet
het resultaat van dat onderzoek was.
De heer WOLTJER: Ik meen dat dat in november 1995 was.
De VOORZITTER: Als u dan even terugkijkt naar de rapportage
die er in januari 1996 over is geweest en ook in de commissie
is besproken, ik wil hem graag nog een keer toezenden, dan
blijkt daar nergens uit dat er opdrachten zijn verstrekt.
De leverancier heeft geanticipeerd op een opdracht die zou
komen. Andere gegevens zijn uit dat onderzoek niet gebleken.
De heer WOLTJER: We zullen verdergaan over SOB. Er hebben zich
deze laatste periode meerdere problemen voorgedaan. Het resul
taat is, als wij de pers mogen geloven, dat er nogal wat
schadeclaims te verwachten zijn en dan denk ik met name aan de
Wouwsestraat en op de Grote Markt.
In 1993 heeft het adviesbureau Coopers Lybrand rapport
uitgebracht met een aantal aanbevelingen. Het college heeft
verklaard deze aanbevelingen over te nemen en maatregelen te
nemen om herhaling te voorkomen. Kan deze raad het college op
de fouten van voormalige wethouders aanspreken? Wij zeggen van
wel. Nogmaals, ook dit college heeft niet kunnen voorkomen dat
fouten zich herhalen, dat de heersende cultuur, als genoemd in
het rapport, is blijven voortbestaan en dat er ondanks deze
maatregelen nog steeds fouten voorkomen. De huidige wethouder
van financiën, wethouder van SOB en uit ervaring wetende welke
cultuur op deze afdeling heerst, heeft de vinger aan de pols
moeten houden, vooral toen de wethouder op 9 mei het college
tipte, hoe zacht die tip dan ook geweest moge zijn.
De fractie van Groen Links wil best aannemen dat het college
nog allerlei maatregelen gaat nemen, de aanbevelingen gedaan
door de rekeningcommissie overneemt, maar mijn fractie vindt
dit niet voldoende. Mijn fractie vindt het ook niet voldoende
dat het college de fouten toegeeft, het boetekleed aantrekt,
maar vindt dat er een stevig signaal dient te komen en dat er
ook in die zin een leidraad wordt gegeven zoals de heer Bolsi
us geeft, om herhaling van ernstige fouten te voorkomen. Wat
mijn fractie heel erg hoog opneemt is de in het verslag opge
nomen zin het niet uitvoeren van raadsbesluiten". Het uit
voeren van een raadsbesluit is de verantwoordelijkheid van het
57