Mijnheer Withagen. Een groot deel van de opmerkingen die ook
door de WD en D66 zijn gemaakt onderschrijft u. Ik ben het
met u eens dat heel bewust gekozen is voor het in de exploita
tie rekening houden met die 314.000 bezoekers, met die kantte
kening daarbij dat de hoeveelheid vierkante meter water vol
doende is zodat we de eventuele 400.000 bezoekers waarvan nog
steeds gezegd wordt, ook in dit rapport, dat dit een reëel
uitgangspunt is gezien het streven dat we hebben ten aanzien
van toeristisch recreatieve ontwikkeling, ook kunnen hebben
zonder dat er een probleem ontstaat dat de vierkante meters
water onvoldoende zouden zijn.
U wijst, en terecht, even op de prijzen die er staan t.a.v.
onder andere het onderwijs. Die heeft het Sportfonds Nederland
opgesteld. Die is uitgegaan bij de exploitatie van in Neder
land vergelijkbare reëele prijzen voor kaartjes. Zij gaven ook
in hun presentatie aan dat wat wij hier in Bergen op Zoom
rekenen vrij irreëel is en dit een reëel bedrag is. Dat wil
niet zeggen dat je het moet volgen. Dat zijn besluiten die op
een later tijdstip genomen kunnen worden. Daarnaast hebben ze
ook, als je praat over administratie, beheerskosten opgenomen
die nu veel lager zijn, tot een reëel bedrag. Zij hebben ook
volledig doorberekend wat die administratieve beheerskosten
zijn, wat op dit moment niet helemaal op die manier in de
exploitatie van het huidige zwembad is opgenomen. Dat betekent
dat het plaatje wat je hier ziet ten aanzien van de exploita
tiekosten ook een plaatje is wat reëel door elke andere ex
ploitant uitgevoerd zou kunnen worden. Dat is de uitgangsposi
tie die wij met u ook gekozen hebben, omdat nog steeds open
staat of wij zelf willen gaan exploiteren of dat een andere
exploitant gevonden wordt. Het zal dan wel binnen de kaders
moeten zoals wij die zelf hebben aangegeven.
Dat de rente heel bepalend is, is absoluut waar. Ik moet
zeggen dat, zowel de heer Stuart als ik, nog nooit zo op de
hoogte zijn geweest van rentestanden, want elke 0,1% scheelt
in dit geval heel veel geld. Het is nu inderdaad de vraag,
wanneer zeg je ja of neem je toch het risico dat je nog wat
langer wilt wachten. Voorlopig hebben we nog het gelijk aan
onze zijde door nog niet toe te happen. Dat betekent dat daar,
met name door de heer Stuart, heel alert gekeken zal worden op
welk tijdstip het zinvol is om ja te zeggen. Het gaat om heel
veel geld en de consequenties ten aanzien van rentestanden
zijn groot.
U zegt dat er gesproken wordt over het dagelijks bestuur.
Inderdaad worden er wat termen door elkaar gehaald. Er wordt
ook in de afdelingen wat gedaan. Er is ook een verzoek aan
HEVO gericht om heel consequent als een bepaalde term voor een
bepaalde organisatiesituatie gekozen wordt, deze ook door te
voeren. Zo wordt de afdeling stadsontwikkeling soms anders
genoemd. Er moet echter nog heel kritisch naar het document
gekeken worden. Dat zijn op zich details. Het dagelijks be
stuur is inderdaad uiteraard raad - college. In de commissie
Welzijn was al afgesproken dat u maandelijks op de hoogte
gehouden zou worden van de ontwikkelingen. Wat mij betreft kan
dat ook zo blijven. In dat kader is ook aan de architecten
gevraagd en is ook toegezegd om voorafgaand aan de uiteinde
lijke presentatie van de plannen ook tussentijds u als commis-
28
sie op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen op dat
moment ten aanzien van de tekeningen. Dit is beel prettig,
want dan kan het ook visueel gemaakt worden, terwijl u op dit
moment allemaal op papieren gegevens ja moet zeggen.
Ten aanzien van de definitieve kredietverstrekking zijn^ er
inderdaad twee termijnen mogelijk. Het is een keer mogelijk,
zoals u dat aangaf net na de ontwerpfase voordat je de bestek-
fase ingaat. Dat kan. Dat is ook een traject dat wij zeer
serieus zullen onderzoeken, omdat dit inderdaad een tijdspro
bleem minder geeft als je op dat moment het volledige krediet
aan kunt vragen en omdat het op dat moment ook valt binnen de
normen die we daarvoor gesteld hebben, zal dat inderdaad wat
minder spanning op de tijdsplanning geven dan wanneerje het
doet na de besteksfase, omdat je in je aanbestedingstijd dan
wat meer tijd kwijt bent. We zijn er heel alert op om, als de
eerste mogelijkheid er is, dit zeker met u te bespreken en die
trajecten op die manier te volgen.
Integrale verantwoordelijkheid bouwmanagement, dat zijn^ we
uiteraard volstrekt met u eens. Op het moment dat je kiest
voor bouwmanagement moet je ook taken en mandaten daar neer
durven leggen binnen de grenzen die je van tevoren met elkaar
afspreekt. Je loopt elkaar anders constant voor de voeten en
dat vertraagt alleen maar elk proces.
De heer Van Es van Gemeentebelangen/Stadspartijheeft daar het
nodige op aangevuld, en ik denk dat ik hem bij de beantwoor
ding van de andere fracties ook geantwoord heb.
De heer BOOGAART: Een kleine opmerking. Mevrouw Demmers zei op
een gegeven moment, het is altijd nog omkeerbaar. Laten we
echter eerlijk zijn, als je 3 miljoen gulden of meer dan 15^6
van het bedrag geïnvesteerd hebt, dan wordt het steeds moei
lijker om om te keren. Dit staat bekend als een soort salami
tactiek, je haalt het ene besluit binnen en het andere volgt
wel
De heer WITHAGEN: Eén puntje, maar dat is een hartekreet. Op
bet moment dat er schetsen zijn, ik ben tevreden gesteld met
bet antwoord over informatie richting commissie en politiek
enzdat is dik voor elkaar, hebben wij behoefte aan presenta
tie richting burgers. Dat is ontzaglijk belangrijk. Het is
namelijk een project waarbij de emoties in deze stad fors zijn
opgelopenDit soort stukken zijn voor ons misschien nog wel
te visualiseren in de verte, maar ga zodra u schetsen hebt
communiceren met de burger. Dat is heel belangrijk. Tot nu toe
zitten wij allemaal over papier te praten en ik zou zo graag
willen dat er eens een tekening, er zijn allerlei creatieve
mensen die dat prima kunnen, komt. Het gaat erom dat wij zo
snel mogelijk de steun van de burgerij terug moeten hebben
voor dat project.
De heer BOLSIUS: Ik wil graag aanvullen. In de commissie heb
ik gevraagd naar een maquette, die mogelijkerwijs in de hal
van het stadskantoor kan worden gezet. Ik ondersteun dus het
betoog van de heer Withagen volkomen.
De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie als reactie. De heer
29