en we in feite aan de motie geen behoefte meer hebben omdat
deze al uitgevoerd wordt.
Mevrouw VAN OORSCHOT: Wij onderschrijven de visie van de
wethouder en willen ook graag wijk Noord de ruimte bieden om
tot 1 juli 1997 en als men zoals de heer Woltjer vraagt per 1
januari 1997 tot een goed onderbouwde beslissing kan komen is
dat wat ons betreft prima, tot een weloverwogen beslissing om
de beste oplossing voor wijk Noord voorgelegd te krijgen. Wij
gunnen in ieder geval wijk Noord die oplossing.
De Hofstee en de Moerkens, mijnheer Van Es, hoeven zich voor
ons niet meer te bewijzen. Wij hebben dat ook niet in de
stukken gelezen. Wat ons betreft hebben ze dat reeds lang
gedaan en staat dit voor ons ook niet ter discussie. De angst
die wij hier en ook middels het amendement toch een beetje
proeven van blijft het wel bestaan, daarvan kan ik zeggen dat
ik denk dat we gezien alle debatten die we inmiddels in de
commissie en hier gevoerd hebben en de verdediging van de
Hofstee van de mensen in de wijk, die daartoe zeer wel in
staat zijn, er de inhoud van is dat goede wijkvoorzieningen
behouden dienen te blijven. Wij steunen om die reden een
amendement wat uiterst sympathiek is, dat geef ik de wethouder
na, om die reden niet. Wij willen graag de ruimte laten en
zullen het voorstel steunen.
Voor wat betreft de motie kan ik zeggen dat wij graag accommo
datienotities en zaken willen scheiden van wijk- en buurtbe
heer. Ondanks het feit dat hier geen woord verkeerd in staat
en het een prima motie is, maar die wij allang aan het uitvoe
ren zijn, zullen wij die vanavond niet steunen.
De heer WOLTJER: Ik heb toch nog een vraag, want blijkbaar kan
ik niet goed lezen. Er wordt gezegd dat we straks geen keuze
maken maar dat we de keuze nu eigenlijk al maken voor het
behoud van beide wijkcentra in Noord. Als ik het voorstel
lees, dan staat daar "voor 1 juli 1997 een keuze maken voor
het al dan niet behouden en aanpassen van de Hofstee en van de
Moerkens". Ik kan wat u zegt niet uit die tekst halen. Vandaar
dat we, wat mij betreft, het amendement zeker zullen handha
ven.
Ik denk dat het gaat om het stellen van prioriteiten. Ons
wordt min of meer verweten dat wij de middelen niet goed
aangeven. Ik had ook begrepen dat wij het zwembad op deze
manier betalen. Wat mij betreft
Mevrouw DEMMERS, wethouder: U kunt bij de mensen van Financiën
best eens even gaan luisteren waar het zwembad uit betaald
wordt. Ik mag u aangeven dat dat niet uit de algemene middelen
komt, maar in de meerjarenbegroting is opgenomen, regulier
onder de posten die daarvoor dienen.
De heer WOLTJER: Goed, maar het is er in eerste instantie uit
gehaald. Wat ik wil aangeven is dat het een kwestie is van het
stellen van prioriteiten. Wij vinden als Groen Links al lange
tijd dat wij voor het welzijn in deze stad geld over willen
hebben. Dat is wat ons betreft ook een speerpunt, een speer
punt van prioriteit. We willen eerst kijken naar dat soort
24
zaken voor de bewoners en dan verder kijken naar eventuele
prestige-objectenWat betreft de prestige-objecten kan ik
zeggen dat de meeste voor ons ook niet hoeven. In die zin denk
ik dat we daar ook heel wat geld vandaan kunnen halen.
De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Deze vergelijking
tussen prestige-objecten en dingen voor de bewoners is wel een
erg zwakke vergelijking.
De heer WOLTJER: Het is een kwestie van waar je je prioriteit
legt, waar je je geld aan uit wilt geven als gemeente. Je kunt
een gulden maar eenmaal uitgeven en als je het aan de bewoners
wilt uitgeven kun je het niet meer aan prestige-ob jecten
uitgeven.
Dan wat betreft de motie. Ik heb met de motie met name willen
benadrukken dat wat ons betreft wijk- en buurtcentra wel
degelijk een belangrijke rol hebben bij het wijk- en buurtbe
heer. Wanneer je wijk- en buurtbeheer goed wilt opzetten,
wanneer je de bewoners daarbij wilt betrekken, moet je in
gesprek gaan met de bewoners, met de wijkaccommodaties en met
de wijk- en buurtverenigingen. Je kunt wel vanuit het gemeen
tebestuur gaan zeggen wij gaan plekken opzetten en van daaruit
sturen, maar ik denk dat dat een verkeerde aanpak is. U zegt
dat de motie eigenlijk al uitgevoerd wordt, maar ik heb als ik
eerlijk mag zijn in de commissie Stadsbeheer daar toch nog
maar weinig van gezien. We hebben één steunpuntje. Over ideeën
om het uit te gaan bouwen over de hele stad wordt wel geroe
pen, maar ik heb er weinig van teruggezien.
De heer BOOGAART: Ik kan het heel kort houden, want wij vinden
dat iedere wijk een goede voorziening nodig heeft, zowel de
Bergse Plaat als Noord. In het voorstel staat nog steeds dat
we die keuze pas, nu weer weloverwogen gaan maken in 1997.
Vanuit die optiek handhaven wij ons amendement.
De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie het volgende. De heer
Boogaart zegt dat iedere wijk een voorziening moet hebben.
Zijn amendement luidt" handhaven van bestaande accommodaties
in Noord". Dat laat in het midden wat er met de accommodaties
in de andere wijken en buurten zou moeten zijn. Ik zou van de
heer Boogaart graag een uitleg willen hebben hoe zijn woorden
te rijmen zijn met zijn amendement.
De heer BOOGAART: Omdat Noord nu ter discussie staat houd ik
het op Noord.
De heer VAN DER KALLEN: U geeft dus klaarblijkelijk anderen
op.
De heer BOOGAART: Nee, die geef ik niet op. Als die ter dis
cussie staan spreek ik daar over.
De heer VAN DER KALLEN: Dan zou ik in het vervolg mijn amende
ment toch wat zorgvuldiger formuleren.
De heer BOOGAART: Dat is jouw probleem.
25