redenen; de plaats, ik hoef dat niet verder toe te lichten dat heb ik al heel vaak gedaan; de schaal van het zwembad, ik vind het in vergelijking met wat we achterlaten en straks gesloopt zal gaan worden een gigantische achteruitgang qua oppervlakte, zeker als het gaat over het buitenbad; ik vind de plannen uiting geven aan een stuk hoogmoed, aan een stuk zelfover schatting van de eerste orde, dat is ook een afwijzing en ik ben doodsbang voor tegenvallers. Reeds voordat we begonnen zijn hebben we nu een tegenvaller van die f. 511.000,-. In mijn optiek ook een tegenvaller van f. 800.000,- want het wordt weliswaar gemaskeerd als extra uitgaven voor het milieu, maar ik heb het ook in de commissie al gezegd en ik vind het wezenlijk, het milieu dient te zitten in ieder plan. Als wij dus een krediet vaststellen voor een plan dan zit dat milieu er al in en mag je ervan uitgaan dat het plan een zo optimaal mogelijke zaak is, zowel financieel en exploitatietechnisch als in de relatie met het milieu. Resumerend wijzen wij dit plan nog steeds af. De heer Van Es van Gemeentebelangen/Stadspartij had het over een uitstraling maar zwembaden blijken bijna altijd, keer op keer, een gigan tische uitstraling te hebben. Niet op de plek waar ze staan, maar in de gemeentelijke jaarrekeningen. Ik hoop dat dit met dit zwembad niet het geval zal zijn. Aangezien we toch mogen rekenen op een meerderheid in de raad, hoop ik dat niet al leen, maar wens ik u dit van harte toe, want ik heb graag over dit soort zaken ongelijk. De heer BOLSIUS: Omtrent de locatiekeuze heeft deze raad een eerdere beslissing genomen en het betekent dat wij vanavond uitsluitend moeten oordelen over de vraag of het nu voorlig gende ontwerp past in de randvoorwaarden die destijds door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Wat dat betreft is de fractie van D66 van mening dat hier een ontwerp ligt dat er mag zijn. Een ontwerp dat niet alleen ruimte geeft om straks recreatief bezig te zijn, maar dat ook voor de uitstraling binnen het gebied Binnenschelde een impuls kan zijn voor degene die daarnaar kijkt en wellicht er verder in wil investeren. Iemand die zich in het zwembad zal bevinden, zo is ons tijdens de uitgebreide commissievergadering gebleken, zal zich ook één geheel met dit gebied voelen. Wij zijn dan ook van mening dat wat er nu ligt een prachtstuk je genoemd mag worden en wij complimenteren het gehele college met dit uiteindelijk resul- taaat van eendrachtig werken. De architect is in zijn creati viteit ietwat beperkt tot realisme, tot realisme wat het blijft, namelijk een zwembad. Dat is maar goed ook, want wij denken dat ook in deze je je moet blijven realiseren dat het te maken heeft met een praktisch benutbaar geheel. Wij vinden het belangrijk dat bij een proces van zo'n omvang je je reali seert dat je vandaag beslist met een aantal onzekerheden. Die onzekerheden zitten er altijd in en zeker in een beslissing van zo'n omvang als vandaag. Daarom is het van belang om te kijken naar de organisatorische inbedding, waarin het verdere verloop van deze beslissing zal plaatsvinden. Daar hebben wij alle vertrouwen in. De wijze waarop ook zojuist geciteerde tegenvallers in een vroegtijdig stadium toch werden ontdekt, geeft ons in ieder 8 cjoval de zekerheid dat, mochten er hierna ook nog tegenvallers komen, we tijdig van maatregelen van het college zullen horen en op welke wijze het opgevangen wordt. Wij zijn van mening dat hier een verantwoorde beslissing genomen wordt, volstrekt Verantwoord organisatorisch ingebed. Verder, ja de heer Withagen De heer LINSSEN: Mijnheer Bolsius, die was toch geen vooraan kondiging van meer uitgaven, hoop ik. De heer BOLSIUS: Als u het goedvindtga ik gewoon verder Voorzitter. Die organisatorische inbedding betekent juist dat je missers die er bij ieder project zijn en dus ook bij dit project zullen zijn, tijdig kunt signaleren en maatregelen binnen de begroting zult nemen die niet in onze raad is vast gesteld. Dat houdt verband met de taak die je je als bestuur der oplegt. Daarom geef ik verder geen reactie op de opmerking Van de heer Linssen. De heer Withagen vroeg mij of ik een attribuut gereed wil hebben om bij de opening van het zwembad aanwezig te zijn. Ja, tot mijn standaarduitrusting hoort een zwembroek en ik zal Zeker gebruik maken van de mogelijkheden om met die standaard uitrusting daar te verschijnen. Een ding staat voor mij echter vast, als wij met zijn tweeën van die glijbaan naar beneden gaan, gaat hij voor. Tenslotte nog één ding. Ik heb meegevoeld met de situatie m het gezin Withagen. In mijn gezin is reeds vrij jong in de opvoeding het aspect van respect voor een democratisch genomen beslissing aan de orde geweest. Geen problemen met mijn kinde ten De heer AERTSSEN: De democratisch genomen beslissing was, denk ik, ik ben de baas en zo blijft het ook. De heer WITHAGEN: Ik ben lid van het CDA, mijnheer Aertssen. De heer AERTSSEN: Wie de discussie over het nieuwe zwembad de afgelopen jaren heeft gevolgd, moet constateren dat het ambi tieniveau in een neerwaartse spiraal is^ terechtgekomen, ter- Wijl de kosten in tegengestelde richting alleen maar zijn gestegen. Dat roept verbazing en weerstand op bij de burgers Van deze stad en bij de fractie van mijn partij op zijn minst °ok enige verbittering en onbegrip over deze gang van zaken. Luidden de argumenten voor een zwembad aan de Binnenschelde in 'ie aanvang nog dat het een trekker moest zijn voor toerisme en recreatie, dat aanhaken van andere activiteiten mogelijk moest zijn, dat er een compleet bad moest komen volgens het concept Van Gageldonk, vandaag - als dit besluit genomen gaat worden zijn al deze vertrekpunten als sneeuw voor de zon gesmolten. Voor de commissievergadering van vorige week heeft mijn frac tie getracht deze pijn wat te verzachten door te pleiten voor een zorgvuldige besluitvorming. Dat betekent dat wij gevraagd hebben om behandeling in de maand augustus. Dat uitstel werd ons niet verleend en ik heb een aantal argumenten gegeven Waarom wij dachten dat dat een goede zaak was. Het belangrijk ste vond ik toch wel dat je toch een goede inspraakprocedure 9

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 159