om in enig jaar beleidsmatig bij te kunnen sturen, want dat moet het namelijk zijn, het komend jaar toch mogelijk te maken. Ik mag u dit vragen omdat ik denk dat daarmee ook het budgetrecht van een raad in het geding is. Wij stellen vast dat een burger geld betaalt, wij stellen een aantal uitgaven vast waarvoor wij denken dat dit geld betaald moet worden en als in enig jaar geld overblijft omdat investeringen niet zullen plaatsvinden, dan moeten wij als raad ook het recht hebben om in de loop van dat jaar wellicht andere doelstellin gen te kunnen dienen. Daar is in feite onze positie als raad mee gediend. Dat is alles wat ik na de uitgebreide behandeling in de com missie Financiën nog over de managementrapportage zou willen opmerken. De heer VAN DER KALLEN: De heer Withagen heeft, wat mij be treft, de spijker op de kop geslagen. Ik vind die management- sletter inderdaad heel belangrijk. De heer Bolsius spreekt danover alsdan, dus klaarblijkelijk pas na 14 augustus. Ik denk dat toch wel vooraf, mede omdat de heer Bolsius een aantal belangrijke elementen heeft aangegeven waar het onder zoek van de rekeningcommissie zich specifiek op zou moeten richten, een opdracht gegeven kan worden aan een accountant, zodat zo snel mogelijk duidelijkheid wordt verschaft. De heer BOLSIUS: Mag ik dan toch een poging doen om te voor komen dat we een opdracht krijgen in dit stadium naar een externe toe, die zodanig breed zal zijn dat we tot in lengte van jaren ook nog met de kosten geconfronteerd zullen worden. Het punt is namelijk dat je beter gericht aan een externe kunt vragen wat je weten wilt naar aanleiding van je eigen waarne mingen, dan dat je zo algemeen als nu door mij verwoord een opdracht geeft. Ik mag u dat toch wel dringend vragen, omdat ik in mijn dagelijks bestaan regelmatig met offertes in die richting geconfronteerd wordt. De heer VAN DER KALLEN: Ik kan me de financiële zorgen van de heer Bolsius best voorstellen. Ik vind echter dat als de rekening pas op 14 augustus onderzocht wordt, over zo'n be langrijke zaak waarin, zo blijkt uit de voorafgaande discus sies daarover in zowel de media als in commissies, zoveel emotie bestaat en je in een verkiezingsjaar zit, dit best mee mag wegen bij de beantwoording of je met dit soort dingen haast moet maken. Ik meen dat snel duidelijkheid moet worden verschaft omtrent wat hier is gebeurd en onder wiens verant woordelijkheid dat allemaal is gebeurd. Voor mij is dan, als je pas na 14 augustus aan een accountantsbureau de opdracht geeft, waarbij wederom toch gauw een aantal weken er overheen zal gaan voordat eventueel dat behandeld zal worden, dat tijdsbeslag in de toekomst te groot. Ik vraag dan de raad om haast te maken met het bijeenkomen van de rekeningcommissie, in ieder geval op dit onderdeel, zodat zo snel mogelijk duidelijkheid hierover kan worden verschaft. De heer BOOGAART: Ik kan kort zijn. Mijn fractie is gewoon blij met het toegestane onderzoek. Ik sluit me volledig aan 28 bij de wijze van het onderzoek zoals door de heer Withagen en bolsius is geportretteerd. heer WOLTJER: Het gevaar dat de heer Van der Kallen aan geeft wil ik toch benadrukken. Ik denk dat we als rekening- Commissie zo snel mogelijk bij elkaar moeten komen en in die zin ook direct zoveel mogelijk gegevens moeten kunnen laten controleren, omdat een zaak als deze niet te lang moet blijven slepen en dat je in september, hooguit oktober, moet komen tot een duidelijke afronding. °e heer STUART, wethouder: Ik denk dat er een fout begaan Wordt, als men deze zaak zou vergelijken met de zaak De Maagd om het zomaar eens te noemen. Wij hebben hier te maken met een jaarrekening. Dit stuk is een voorloper op de jaarrekening Waar de accountantsverklaring nog aan ontbreekt. Ik zou u willen voorhouden dat de accountantsverklaring er aan zit te komen. De accountant kan niet anders dan rapporteren wat hij beeft aangetroffen. Dit hoeft dus geen aparte aandacht te krijgen, dat is in het kader van de controle van de jaarreke- hing aan de orde. Als we het hebben over rechtmatigheid, dan stellen wij u voor in dit raadsvoorstel om een zodanige repa ratie aan te brengen, dat het met de rechtmatigheid in orde is. Dan wordt er namelijk in plaats van onderhoud een investe ring gedaan. Dat vragen wij u nu. Dat is een stuk reparatie. Wat er dan verder aan de orde is, dat is denk ik inderdaad in de commissie Financiën prima over het voetlicht gegaan. Dat beeft te maken met autorisatie, aanbestedingsbeleid, communi catie op alle mogelijke niveau's. Daar gaat de rekeningcommis sie, op basis van tevoren aangedragen informatie, over praten. &an de heer De Schipper is gevraagd, kun je ons van tevoren Van informatie voorzien. Dat is toegezegd. Voorzover ik begre- PGn heb is hij zelfs van plan om van tevoren te communiceren met de leden van de rekeningcommissies en te vragen, als ik dit schema maak is dat het dan. Hebben we dan alle informatie die gewenst is Daar kan je van tevoren nog met elkaar over overleggen. Dan gebeurt er ook die dag, volgens mij, prima wat is afgesproken. We moeten niet vergeten dat de accountant zijn rol in dit verhaal, hoop ik want daar betalen wij hem yoor, zonder extra opdracht goed zal spelen en dat hij ook iets zal roepen over rechtmatigheid en doelmatigheid. be heer BOLSIUS: Dat is geen punt, lijkt mij. Het lijkt mij dan ook dat als de rekeningcommissie op die dag zelf consta teert dat er toch iets dieper gegraven moet worden, wij in de Volle verantwoordelijkheid van ons bestaan alsnog een nader °nderzoek kunnen vragen. Echter niet nu op dit moment. be heer STUART, wethouder: Nog iets over de opmerking van de beer Withagen met betrekking tot FAZA c.a., dat zeggen we in de eerste MARAP 1996 natuurlijk ook. Dit zit nog niet echt iekker in de vingers en daar zeggen we ook nadere stukken over boe. Die aandacht zal, denk ik, ten volle gegeven kunnen Worden in de loop van het jaar. be VOORZITTER: Dat staat ook in de tijd aangegeven, dat we 29

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 150