verder verval behoed blijft.
De heer WOLTJER: Ik heb eerder een pleidooi gehouden voor de
watermolen, omdat ik ook bang ben, gezien de staat waarin hij
nu verkeerd, dat we de watermolen in zijn geheel kunnen af
schrijven als we moeten wachten tot het jaar 2002. Het pand is
op dit moment in zeer slechte staat. Ik vraag me dan ook af
waarom deze zo laag op de lijst staat. Tevens heb ik de sug
gestie gedaan in de commissie of we geen ambtenaar moeten
inhuren of dat we moeten kijken of er goede specialisten zijn.
Ik heb sterk de indruk dat de gemeente op bepaalde gebieden,
met name dan wat betreft restauraties van historische panden
nog de nodige subsidies in zowel Den Haag maar met name in
Brussel misloopt.
De heer JANSSEN, wethouder: Het dak- en de gevel van de Maagd
zijn even door de heer Aertssen aangehaald. We hebben daar in
de discussie even over van gedachten gewisseld. Ik heb begre
pen uit uw woorden, mijnheer Aertssen, dat u met de dienst
kontakt heeft opgenomen. De totale restauratie van de Maagd is
niet zo volledig geweest dat we nu kunnen wachten met het
restaureren van met name het dak, want daar gaat het belang
rijkste deel van het geld naar toe. Daar komt nog bij, dat
heeft u misschien ook begrepen uit de kontakten met de dienst,
dat Arbo in deze van belang is. Dat klinkt misschien wat
cryptisch maar het heeft hier te maken met haken waar je je
als daktoerist aan dient vast te klemmen. Die moeten aan het
dak worden bevestigd. Wij hebben als college gemeend die twee
dingen dan samen op te voeren en hier in het meerjarenrestau-
ratieprogramma op te nemen.
Wat betreft de watermolen kan ik zeggen dat daar in de commis
sie ook over is gesproken. Het is de bedoeling van deze lijst
om die projecten die zo concreet mogelijk zijn zo hoog moge
lijk te zetten. Naar de watermolen wordt op dit moment, hebben
wij begrepen, gekeken. Concreet is het nog niet. U weet ook
dat het college, overigens met uw instemming dat blijkt uit
het vaststellen van de verordening enige tijd geleden, een
project wat klaar is naar boven kan schuiven en dat zijn wij
zeker van plan te doen bij de watermolen. De opmerking die
gemaakt is over een mogelijke aanpak van het casco is wat ons
betreft precies midden in de roos. Dat is ook meteen het
antwoord, denk ik, in de richting van de heer Woltjer.
De VOORZITTER: Iemand nog behoefte aan een tweede termijn?
Neen?
Dan concludeer ik dat u met dit voorstel instemt.
Gewijzigde vaststelling van de ie wiiziaina van de Leefmilieu-
verordening Horeca Binnenstad.
Nr. SOB/55
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform dit voorstel besloten.
22
Samenwerking ABN/AMRO Projectontwikkeling(APO)inzakeher
structurering kernwinkelapparaat
Nr. SOB/56
De heer MULLER: Ik wil de commissie niet over doen, waar ik
nogal kritisch ben geweest over de rol van de gemeente in
deze. Ik denk dat daar ook aanleiding toe was, omdat in de
beeldvorming iets ging ontstaan alsof de schuld van het mis
lukken van diverse zaken of het vertragen bij de APO^ zou
liggen en daar heb ik, met name, een weerwoord tegen willen
geven. Ik zag deze week in een landelijk, toonaangevend blad,
"projectontwikkelaar is de bondgenoot van de overheid"Ik
denk dat het ook zo kan, mits je daar heel goed. mee omgaat.
Dat zal de les moeten zijn uit de evaluatie die wij thans voor
ons hebben met betrekking tot de APO, want we hebben natuur
lijk in de binnenstad, zeker wat betreft de verschuiving van
het kernwinkelapparaat, nog de nodige klussen te^ klaren. Dat
betekent dat wij heel intensief met deze materie om zullen
moeten gaan. Voor wat betreft het raadsvoorstel waar het gaat
over de concrete projecten zullen wij dit ondersteunen. Voor
alle drie de projecten, Past. Joorenplein, oude postkantoor en
Mineurplein bestaat geen reden om dit niet met APO te zullen
doen. Wij vinden dat wij de afspraken, de ene afspraak is wat
verder dan de andere in de planvorming, gehandhaafd moeten
blijven dat de APO dit zal moeten doen, tenzij er omstandighe
den zijn waardoor het niet kan.
De heer BOLSIUS: Mijn fractie vindt na een aantal jaren her
overweging van alles een goede zaak en daar hoort ook dit
voorstel toe. Dat betekent dat wij ten aanzien van dit onder
werp zeggen, ja er ligt eén goed voorstel. In de commissie
hebben wij heel duidelijk ook een verfijning gevraagd ten
aanzien van de positie rondom het Mineurplein als lopend
project. Waarom verfijning Omdat wij natuurlijk geconfron
teerd zijn met randvoorwaarden die in 1993 zijn vastgesteld en
wij bij de actuele situatie 1996 mochten vaststellen dat er
nog niet eens behoorlijke tekeningen waren. Dat getuigt in
ieder geval niet van de snelheid die wij bij de vaststelling
van de randvoorwaarden ten aanzien van de voortgang mochten
verwachten.
Ten tweede zagen wij een probleem ontstaan, omdat we ook nog
in de richting Steenbergsestraat met een paar panden zitten,
waarbij we hoopten dat wellicht een ontwikkeling met project
ontwikkelaar APO waarmee we in gesprek waren, ertoe zou kunnen
leiden dat dat in samenhang met elkaar zou kunnen worden
bekeken. De overeenkomst met APO inzake deze kwestie wordt ook
nog enigszins beïnvloed door le jarddn du cuisinier en dat
betekent dat wij u toch willen vragen om met de nodige scherp
te, die wij bij ieder onderhandelingsproces vanuit de gemeente
hogen veronderstellen, deze onderhandelingen tot een goed
einde te willen brengen, rekening houdend met de opmerkingen
die ik zojuist gemaakt heb.
De heer AERTSSEN: Op zich kan de Partij van de Arbeid zich
goed vinden in het voorstel. Alleen heb ik in de commissie ook
al gezegd dat wij als fractie vinden dat het best wat sneller
23