een gedeelte van het onroerend goed rusten en het, indien
noodzakelijk, slopen van de noodlokalen die op de terreinen
staan." Einde citaat. In het accountantsrapport van VB-accoun-
tants staat ook dat er een restantlening is van de Elseman-
school van f. 475.000,- en van de Petrus Canisius van ruim
f. 80.000,-. Opgeteld een nog bestaande verplichting van
f. 560.000,Nu weet ik wel dat die status een heel andere is
dan de status van dit voorstelwant nu gaan we nieuwe ver
plichtingen aan die op 1 januari 1997 in de decentralisatie
meegenomen moeten worden. De oude verplichtingen hadden we ook
moeten respecteren als de situatie hetzelfde was gebleven.
Maar die f. 475,000,- aangevuld met de f. 80.000,- van de
Petrus Canisius zijn natuurlijk wel leningen die de oplossing
die we nu kiezen hoger in prijs maken. Als we dit vergelijken
met een particuliere situatie waarin je twee huizen hebt en er
een gaat verkopen, dan moet je ook eerst de restant-schuld
aflossen. Wat je dan overhoudt, daarover kun je dan vrij be
schikken. Ik denk dat het ook hier geldt. Dat het een andere
status^ is heeft de wethouder toegelicht en ik denk dat het
goed is dat die gewoon meegenomen worden, net zo goed als
bestaande verplichtingen van andere scholen. Ik denk echter
dat het voor de volledigheid juist was geweest als de bestaan
de verplichtingen die wel in december worden opgenoemd maar
nog niet met getallen gestaafd, ook in dit voorstel meegenomen
zouden zijn, want dan wisten we precies wat de verplichtingen
waren geweest. Ik vind het toch jammer dat u ook in het gewij
zigde voorstel niet meldt dat deze verplichtingen overeind
blijven.
Mevrouw VAN OORSCHOT: Na informatie ingewonnen te hebben bij
de betrokken ambtenaren van de dienst Onderwijs en na inzien
van het gewijzigde voorstel, zijn wij tot de conclusie gekomen
dat wij accoord kunnen gaan met uw voorstel. Duidelijker was
het ons inziens echter overgekomen indien u een nadere speci
ficatie had gehanteerd betreffende de financiële afwikkelingen
aangaande de f. 1.440.000,Wij zouden meer inzicht willen
hebben gehad over het verkapitaliseerde gedeelte dat aan de
reserve wordt onttrokken.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Op verzoek van het CDA, daar heb
ik graag gehoor aan gegeven, is afgelopen woensdagmorgen naar
de tekst gekeken. Ik denk dat betreffende wat de heer Franken
aangeeft een bijstelling in positieve zin heeft plaatsgevonden
door erover te praten, omdat soms in één zin staat wat je
misschien wel bedoeld, maar die later tot misverstanden kunnen
leiden misschien. Een aanpassing is dan alleen maar positief.
Er bleef nog één vraag staan. We hebben daar op die ochtend
ook even over gesproken en ik denk dat het toch goed is om ook
voor de commissie en dan is het op deze manier gelijk in de
notulen opgenomen van de raad en daardoor ook aan dit raads
voorstel gehecht, even de volgende situatie te schetsen.
Het bedrag dat de heer Franken noemde, namelijk f. 475.000,-
en bijna f. 90.000,- dat is een correct bedrag. Dat zijn de
schulden die de school op dit moment heeft en waar het rijk
garant staat voor de rente en de aflossing. De wet geeft aan
dat per 1 januari 1997 die verplichting, namelijk het garant
16
staan voor rente en aflossing, bij de gemeente komt te liggen.
Dat betekent dat dit dan ook overgaat naar de gemeente. In het
bedrag dat wij in de vergoeding zullen krijgen zit weliswaar
niet meer objectgebonden, maar wel in zijn totaliteit, dat
bedrag ook opgenomen. Daar komt dus van het rijk, weliswaar
over 640 gemeenten verdeeld, een bedrag dat garant staat voor
de aflossing van die rente en aflossing. Je kunt het alleen
niet meer zo traceren zoals dat op dit moment het geval is.
Daarnaast is het zo dat het ministerie ons verplicht heeft,
via een beschikking is dat geregeld, dat de getaxeerde op
brengst, namelijk het bedrag van f. 1.440.000,- dat in het
voorstel staat, ingezet moet worden. Vroeger was het zo dat
het bedrag dan in principe eerst weer naar het ministerie
moest en dan vanuit het ministerie rechtstreeks doorgeschoven
werd naar de school. Daarover hebben wij contact opgenomen met
het ministerie en gevraagd of wij dat niet rechtstreeks konden
doen. Het is een soort rondpompen van geld. Dat is ook toege
zegd. Wij mogen dus geen ander bedrag opnemen dan het ge
taxeerde bedrag, namelijk die 1,4 miljoen. Dat straks per 1
januari 1997 die twee bedragen inderdaad meekomen met, wat u
ook al terecht aangaf, bedragen voor alle scholen en wat dat
is weten we op dit moment niet exact, is juist. De bedoeling
is dan ook om in januari 1997 of februari 1997, wanneer dat
duidelijk is, u een voorstel te doen hoe wij met dat totale
bedrag van de verschillende scholen om zullen gaan en welke
financieringsregeling we daar met elkaar over af zullen spre
ken. Dat is ook aan de raad om daar een besluit over te gaan
nemen. Als we nu zouden beslissen, even heel cru geredeneerd
Want de vergelijking met de huizen gaat op zich in de particu
liere markt wel op maar dit is nu eenmaal een beschikking van
het ministerie waar we mee te maken hebben, dan zou het inder
daad zo zijn dat je zou kunnen zeggen, we trekken dat bedrag
gewoon af van die f. 1,400.000,- Het nadeel is dan alleen weer
dat als je naar de totale balans kijkt dat op het moment dat
die f. 1.440.000,- weer f. 565.000,- minder wordt er weer f.
900.000,- op hetzelfde moment bijkomt, want dat is de balans
die op dat moment gaat ontstaan. Voor de zuiverheid, in ver
band met de beschikking die het ministerie heeft aangegeven,
ttoet je het opnemen zoals het op dit moment in de stukken
staat vermeld. Omdat deze notulen onverbrekelijk aan het
taadsvoorstel verbonden zijn is nu in ieder geval duidelijk
hoe wij daarmee omgegaan zijn.
Dan ten aanzien van de vraag van mevrouw Van Oorschot, die
Vraagt om een verduidelijking ten aanzien van de 1,4 miljoen
gulden. Die 1,4 miljoen is de getaxeerde waarde, wat ik u net
91 aangaf, door drie taxateurs vastgesteld. Deze is op dat
Moment via een beschikking vastgelegd. Hoe gaan wij daar
Vervolgens mee om Ten aanzien van de Elseman is door de
dienst een exploitatie-opzet gemaakt. Die kunnen we moeilijk
°penbaar beschikbaar stellen, want daar moeten nog alle onder
handelingen over plaatsvinden. Dat is een gedeelte van het
hedrag. Op dit moment wordt er volop onderhandeld met het
toornvliet College om tot een afspraak te komen over een 5- of
10 -jarig huurcontract. De huurprijs zal verkapitaliseerd dat
hedrag op moeten leveren wat uiteindelijk naar die 1,4 miljoen
toegroeitDan is het natuurlijk wel zo, als je kijkt naar de
17