Eerder deze week is u toegezonden naar aanleiding van het
voorstel over de winkelsluitingstijden een toelichting ovei 5
mei
Dan nog een zaak wat agendapunt 31 betreft, stuk 1. Daar staat
dat wij al ijverig waren en een brief beantwoord zouden hebben
aan de fractie D66 van 7 mei 1996 inzake de huisvuilophaalac-
tiviteiten. Die brief is nog in behandeling, dus dat onderdeel
wil ik van de agenda schrappen.
De heer BOLSIUS: We zullen het niet hebben over de kosten die
dit veroorzaakt heeft, want de fractie heeft, gezien de enorm
snelle beantwoording van de brief alvast een feestje gehouden.
Dat blijkt nu kennelijk overbodig te zijn geweest.
De VOORZITTER: Ik vind het jammer dat u ons niet gewaarschuwd
heeft, anders waren wij mee komen feesten.
Dat wat betreft de zaken die u aangetroffen heeft.
1Vaststelling van de notulen van de vergaderingvan30mei
1996.
De VOORZITTER:Ik heb daarover een brief ontvangen van de
fractie van D66 waarin wordt verzocht op blz. 6 punt 6, waar
wij het hebben over 1985 dit te veranderen in 1995.
Andere verzoeken hebben wij niet ontvangen.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Het juiste jaartal is 1985.
De heer BOLSIUS: Het betreft de woorden van mevrouw Demmers
als portefeuillehouder.
De VOORZITTER: Ik dacht dat dit al wel kortgesloten zou zijn.
Er staat "De verwachting in 1985 was dat dit vrij snel zou
zijn"
De heer BOLSIUS: Wij hebben er een uitgebreide fractie aan
besteed en het moest 1995 zijn in onze ogen, maar daar was
mevrouw Demmers niet bij aanwezig.
Bedankt voor het feit dat wij deze fractievergadering nu even
kunnen voortzetten.
De heer VAN DER KALLEN: Ik heb daar toch een vraag over. Dit
wekt de indruk alsof er niet ter verifiëring van de tekst naar
de band is geluisterd. Er is inderdaad 1985 gezegd, dat heb ik
verstaan. De heer Bolsius vraagt een rectificering aan, maar
die is onterecht. Ik denk dat als u een brief krijgt waarin
naar rectificering wordt gevraagd, u alsnog naar de band
luistert of laat luisteren en op basis daarvan wel of niet tot
aanvulling van de notulen overgaat.
De VOORZITTER: Deze brief is heden, 27 juni 1996, binnengeko
men en heeft mij vanmiddag om een uur of drie bereikt en ik
moet zeggen dat het mij niet meer is gelukt om de band af te
luisteren of dit door te geleiden. Ik neem aan dat als het
over een simpel jaartal gaat dat correct is.
2
Ik heb een voorstel van orde ontvangen, maar daarvoor geef ik
het woord aan de heer Woltjer
De heer WOLTJER: De fractie van Groen Links wil een motie
buiten de orde over kinderarbeid presenteren en vragen deze
alsnog op de agenda te zetten.
De VOORZITTER: Ik heb een motie ontvangen, als volgt luidende:
De Gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op
27 juni 1996, overwegende dat:
het aantal kinderen dat slachtoffer is van kinderarbeid op het
moment 73 miljoen bedraagt;
dat het laakbaar te noemen is dat nog steeds veel aan deze
goederen in o.a. Nederland afgezet worden;
spreekt de gemeente zich uit tegen kinderarbeid en vraagt het
College van B&W om zich in de toekomst bij aankopen ervan te
verzekeren dat de goederen niet door kinderen zijn gemaakt.
Hiermede stelt de gemeenteraad een voorbeeld aan allen die met
deze materie te maken hebben en
gaat over tot de orde van de dag.
Deze motie is getekend door de heen Van der Kallen, Woltjer,
JouvenazSmits en mevrouw Van Oorschot.
Als wij naar het reglement kijken op dit punt, artikel 7
oproep en agenda, dan zien wij in het 4e lid daarvan; "de raad
kan besluiten in spoedeisende gevallen op voorstel van een lid
van de raad of de voorzitter onderwerpen die niet in de oproe
pingsbrief zijn vermeld terstond in behandeling te nemen."
De vraag is nu of dit voldoende spoedeisend is, of dat u
zegt
De heer VAN DEN KIEBOOM: Is het misschien werkbaar dat u als
college uw visie geeft op de inhoud en het doel van de motie,
dan kunnen we er in de eerstvolgende raadsvergadering, ik denk
dan speciaal aan augustus, misschien wat uitgebreider over
praten. Het krijgt dan ook een zorgvuldige behandeling.
De VOORZITTER: Ik wil dan voorstellen dat wij dit voorstel
innemen en het de volgende vergadering agenderen met een prae-
advies van het college.
De heer WOLTJER: Ik ga daarmee accoord. Ik vind het jammer dat
er vanavond geen uitspraak komt, maar ik zal blij zijn als er
in de volgende raadsvergadering over gesproken worden.
De VOORZITTER: Dan komen we daar de volgende keer met een
prae-advies van het college op terug.
Verordening inzake de winkeltijden.
Nr. BD-BeZ/18
Verhoging subsidie Stichting R.K.Begraafplaats
Nr. BD-BeZ/20
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming worden
de voorstellen 2 en 3 aangenomen.
3