Zorg. Op basis van die mondelinge toelichting is men raads
breed accoord gegaan, denk ik, met het fourneren van^ de ge
wenste middelen. In de commissie Financiën heeft de discussie
op basis van de stukken nog plaatsgevonden.
]Aq praten hier over een wet waar heel lang aan gesleuteld is,
de nieuwe algemene bijstandswet. De gemeenteraad zou er met
zjn haren bijgesleurd worden. Dat is feitelijk ook gebeurd. We
zijn vorig jaar met sociale zaken, in ieder geval de leden van
de commissie, regelmatig in trainingskamp geweest om ons de
nieuwe wet en alles wat daarmee samenhangt eigen te maken. Als
je bijvoorbeeld in juni beslissingen hebt genomen, dan zijn
die vaak weer achterhaald omdat op het allerlaatste moment
bijv. in november er nog wat essentiële wijzigingen zijn
gekomen, waardoor je als raadslid op sommige momenten ook het
spoor bijster bent geraakt. Laat staan degenen die het echt
uit moeten gaan voeren. Ik wil toch twee dingen nog even
aanstippen. Dat is de zorg over de huidige en toekomstige
klanten van de dienst Sociale Zaken enMaatschappelijke Zorg.
Wij vrezen dat zaken in de sfeer van minimabeleid, dat hebben
we vorig jaar ook met zijn allen vastgesteld, en het armoede
beleid, ik denk aan de nota van het rijk "de andere kant van
Nederland" die in november is gekomen en die ook nog zijn
vertaling moet hebben in de Bergse situatie, het bestaande
beleid en het gewenste toekomstige beleid al helemaal niet
meer uit de verf zullen komen. Dat gaat alleen maar ten koste
van een heleboel belangrijke randzaken, die met de uitvoering
van de bijstandswet te maken hebben. Ik denk dat daar een
groot probleem schuilt, omdat die zaken gegarandeerd zwaar op
de tocht komen te staan. Als het gaat om de medewerkers die
belast zijn met de uitvoering kan ik zeggen dat wij ons daar
ook zorgen over maken, want die kunnen, zoals ik net zei, niet
uitvoeren en daarnaast is de werkdruk ook behoorlijk fors. Wat
je landelijk ook leest, hoort en ziet is dat medewerkers,
althans sommigen, nogal wat problemen hebben met de automati
seringsomslag die vooral degenen die wat langer in^ het vak
zitten niet of zeer moeilijk kunnen volgen en dat zij ook de
inhoud van de NABW en de daarmee gepaard gaande cultuuromslag
die vereist wordt moeilijk kunnen volgen. Dan zijn er ook nog
combinaties van die twee. Het gaat vaak om mensen met een
prima taakopvatting en een prima persoonlijke instelling, maar
zij zijn gewoon niet meer in staat om de zoveelste omslag en
dit is een heel belangrijke omslag, te maken. Dan krijg je
toch te maken met personeel wat vaak niet lekker in zijn vel
zit en de kwantiteits- en kwaliteitseisen, voorzover die
geformuleerd zijn, niet meer haalt. We zijn in ieder geval
zeer bezorgd over de toekomst van deze mensen en de gevolgen
daarvan voor de huidige en toekomstige klanten van Sociale
Zaken. Ik wil puur deze zorg even aanstippen in aanvulling op
de commissie.
Dan het verhaal van de wet. Wij worden als raad hier fors bi]
betrokken. Wij hebben vorig jaar voor het eerst een beleids
plan vastgesteld voor 1996. Dat is een beleidsplan waar wij op
afgerekend worden c.q. de dienst op afrekent. Dat zijn zaken
die zwaar onder druk komen te staan. Ik denk ook aan het rijk
dat over onze schouders meekijkt en controleert of wij alles
wel goed doen. Die controles zijn ontzettend, tegen het lach-
22
wekkende aan. Als je een komma verkeerd zet heb je tegenwoor
dig bij wijze van spreken al een ton boete aan je broek. Ik
denk dat dat ook een heel slechte ontwikkeling is, waardoor de
uitvoering heel krampachtig gaat werken door deze controle.
Als je die wet in zijn totaliteit bekijkt, dan is het feite
lijk zo dat het rijk aan de gemeente vraagt om op jaarbasis
100 spijkers in de muur te slaan en ze leveren er 20 bij en
doen er geen hamer bij. Zo kan ik ook decentraliseren en de
gemeente veel meer verantwoordelijkheid en beleidsvrijheid
geven. Dat is iemand blij maken met een dood vogeltje, denk
ik.
Wij hebben gemeend, zeker om de betrokkenheid van de raad tot
uitdrukking te brengen, een motie te moeten opstellen, colle
ga's van alle fracties hebben die motie ondertekend, om in
ieder geval de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
te laten weten wat de raad van dit feit vind. Dan hoort hij
het eens van een ander, want van een gemeenteraad heeft hij
het nog niet gehoord. Die motie wil ik u bij deze overhandi
gen.
De VOORZITTER: Ik heb hier een motie in ontvangst mogen nemen
met de volgende inhoud:
De Raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen
op 30 mei 1996,
gezien het voorstel:
agendapunt 21, de begrotingswijzigingen 54 en 74 inzake tijde
lijke maatregelen op de afdeling Sociale Zaken
overwegende dat:
1. Met invoering van de nieuwe Algemene bijstandswet de ver
antwoordelijkheid van het gemeentebestuur niet alleen formeel
maar ook in de uitvoering is vergroot;
2. De verhoging van de door het Rijk beschikbaar gestelde
middelen voor de uitvoeringskosten absoluut ontoereikend
blijkt te zijn met als gevolg dat extra gemeentelijk budget
moet worden aangewend, omdat de raad van de gemeente Bergen op
Zoom de uitkeringsgerechtigden in haar gemeente niet de dupe
wil laten worden van het Rijksbeleid ter zake;
3. De overgangsregeling, met name de herbeoordeling van alle
lopende uitkeringen, binnen een te krap tijdsbestek moeten
worden uitgevoerd en verlenging van de gestelde termijn nood
zakelijk is;
4. Extra complicerend en belastend bij dit alles wordt, dat
nog in 1996 door het Rijk diverse wijzigingen in de nieuwe
Algemene bijstandswet zullen worden aangebracht, die per 1
januari 1997 in werking treden en in 1996 door de gemeente
zullen moeten worden voorbereid.
Besluit als volgt:
Draagt het College van Burgemeester en Wethouders op om namens
3e raad een brief te versturen naar de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid waarin op basis van de hiervoor
vermelde overwegingen aan de Minister wordt verzocht om extra
tijd om de zogeheten overgangsregeling te kunnen uitvoeren en
°m extra middelen om gemeenten, waaronder Bergen op Zoom, in
staat te stellen om in zowel de huidige als de toekomstige
situatie de uitkeringsgerechtigden tijdig en verantwoord van
3ienst te kunnen zijn.
23