de uitvoering en mogelijkheden voor het eventueel bekostigen van parkeerplaatsen op Plein 13 door de ambtenaren. Ik ben bang dat we anders de 55% die we nu in de zomer halen over een aantal jaren is teruggelopen naar 3 0% en dat vrijwel iedereen weer met de auto komt. Van de ambtenaren krijg ik te horen dat de mensen die nu met de auto komen voor een deel op korte afstand wonen van Plein 13. Met korte afstand bedoel ik ook binnen de 10 km. zoals de heer Van Es heeft genoemd. Ik ben ook heel erg geschrokken in de commissie APPZ van de reacties van de collega raadsleden over het algemeen. Ik was verbaasd en eigenlijk heel blij met het betoog dat wethouder Janssen in de commisie Stadsontwikkeling heeft gehouden. Ik denk dat wat nu op tafel ligt een minimumpakket is. De heer BOLSIUS: Het promoten van het gebruik van openbaar vervoer, dan wel het op doelmatige wijze omgaan met het ge bruik van de auto door meerdere ambtenaren tegelijk, kan natuurlijk in ieder geval alleen maar de instemming hebben van de fractie van D66. Wij zouden echter graag willen dat het op een zodanige wijze gebeurt, dat niet alles wat de heer Van Es vanavond heeft opgenoemd, aan de orde komt. Ik heb ook al in de commissie APPZ gesteld dat ik het onderhoudscontract voor de fiets van de ambtenaar die per fiets naar het stadhuis gaat, eigenlijk een voorstel vind waar ik bepaald weinig waardering en alleen maar een glimlach voor kan opbrengen. Ik zou me dan kunnen voorstellen dat degenen die gebruikt maakt van de autopool, althans degene die rijdt, een gratis 10.000 km-beurt krijgt. Kortom, het gaat een klein beetje in het belachelijke getrokken worden. Toch denk ik dat het goed is dat we ons realiseren dat we een voorbeeldfunctie hebben en dat we met betrekking tot het vervoersplan, wellicht vallend maar alle begin is moeilijk, misschien zouden kunnen beginnen. Dan moet ik echter toch vragen om na een jaar exact aan te geven wat het gekost heeft, hoe de vervoersstromen zijn gelo pen en welke effecten deze maatregelen hebben gehad op het uit de auto stappen en vervolgens op een andere wijze naar het stadskantoor te Bergen op Zoom komen. Kortom, een jaar lang kosten- en batenanalyse. Als u dat toezegt, dan zegt mijn fractie, gaat u maar beginnen. Alle begin is moeilijk maar we zien het na een jaar wel. De heer WITHAGEN: De fractie van het CDA is van mening dat wij bij het stadskantoor een verplichting op ons hebben genomen om te komen tot een bedrijfsvervoerplan. We hebben dat in uitvoe ring gegeven. Ook mijn fractie heeft zich wat verbaasd over de tekst van een en ander. Aangezien dit echter uitgevoerd moet worden hopen wij dat een paar van de scherpe kantjes, die de heer Van Es genoemd heeft, op een normaal uitvoeringsniveau mogen rekenen. Wij vinden de functie van de gemeente bij een bedrijfsvervoerplan zodanig dat wij zeggen, zet het nu maar op de rails en ga het op een fatsoenlijke manier uitvoeren. Er zitten hier en daar, daar heeft de heer Van Es gelijk in, beschrijvingen in waarbij je redelijkerwijs vragen mag stellen of dit nu het goede voorbeeld is in een bedri jfsvervoerplan. Met name fietsonderhoud is in de jaren '40 van belang geweest, maar nu beslist niet meer. Die kosten kunnen de mensen zelf 16 wel dragen De heer LINSSEN: Wat kan je nog toevoegen aan zo'n helder betoog als de heer Van Es heeft gehouden. In de commissie was het betoog van de heer Smits ook helder en duidelijk. Soms heb ik toch de indruk dat de overheid haar voorbeeldsfunctie wel heel erg kan overdrijven. Het lijkt mij weggegooid geld en wat mij betreft mag het plan ook weggegooid worden. De heer PLASMANS: De raad heeft in het verleden nadrukkelijk om een bedrijfsvervoerplan verzocht. De huidige resultaten ten aanzien van het bedrijfsvervoer zijn naar de mening van mijn fractie niet slecht, integendeel die zijn goed. We moeten juist proberen om die resultaten in de toekomst vast te kou- den. We moeten ook vooruit kijken. We weten dat in de nabije toekomst Halsterse ambtenaren naar Bergen op Zoom komen. Dat zal ongetwijfeld het autogebruik doen toenemen. Daarnaast, dat is ook al aangegeven door vorige sprekers, hebben we natuur lijk ook te maken met een mobiliteitsbeleid. We lopen overal te verkondigen en propageren dat het autoverbruik teruggedron gen moet worden. We maken ons in de regio en bij bedrijven natuurlijk volstrekt belachelijk als we nu zelf een bedrijfs vervoerplan in de prullenbak gaan gooien. Collega Bolsius zegt terecht; we hebben hier een duidelijke voorbeeldfunctie. Dat betekent dus dat wij accoord gaan met het bedrijfsvervoer plan. Collega Smits, dat is al aangehaald, heeft in de commis sie een aantal kritische opmerkingen geplaatst welke wij ook handhaven. Dat betekent concreet dat wij, evenals de heer Bolsius, na een jaar ook een evaluatie willen van het be dri jfsvervoerplan en dan bekijken of we wel of niet zo door gaan of dat het plan aangepast moet worden. De heer AERTSSEN: Ik sta verbaasd over de positieve geluiden die ik vanavond verneem, want uit de pers heb ik vernomen dat het wat anders lag. Ik vind het jammer dat ik de indruk krijg dat het college toch met wat weinig inspiratie het plan heeft gepresenteerd. Ik denk dat dat mede de oorzaak is geweest van het feit dat zoveel collega's in eerste instantie afstand hebben genomen van dit plan of althans kritiek hebben geleverd op dit plan. Ik vind ook, ik spreek namens mijn fractie, dat u eigenlijk wel erg laat bent gekomen met dit vervoersplan. Eigenlijk had dit vorig jaar bij de start van het nieuwe gebouw al klaar moeten liggen. Dat heb ik eerder al als kri tiekpunt aangegeven. Gelukkig, daar heb ik buitengewoon van genoten, ging de porte feuillehouder Ruimtelijke Ordening er voluit in tijdens de commissievergadering en waste iedereen de oren die had gemeend kritiek te moeten uiten op dit plan, inclusief zijn eigen fractievoorzitter. Het doet mij goed dat vanavond de WD— fractie gas terugneemt en zegt, we vinden het een goed plan, we scharen ons er helemaal achter, maar we moeten natuurlijk wel een keer evalueren. Dat is logisch, dat doen we altijd in deze raad. Ik vind het een prima zaak. Mijn fractie staat in ieder geval wel achter dit plan. Wij willen het plan een faire kans geven, al constateren we dat het misschien wel wat aan de magere kant is. Het college moet 17

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 122