regelgeving en door wie wordt ik nu beschermd. Het gedogen roept ook veel onrust op. De WD-fractie komt dus tot de conclusie dat we de keuze hebben uit twee slechten. De doelstellingen van de nota zijn inmiddels bekend. Ik heb er al een aantal van genoemd; het tegengaan van drugstoerisme, overlastbestrijding, terugdringen van de criminaliteit die eraan verbonden is, het scheiden van de markten, het overzichtelijk houden en geen straat- en huisverkoop. Als ik dan de regels in de nota bekijk die daar voor gesteld worden, dan kom ik tot conclusie dat er een aantal onderwerpen op tafel is gebracht, waarvan ik moet zeggen dat er een aantal bij is waar de naïviteit van afdruipt in die zin dat het nu geen tegenpartij is die zo vriendelijk en lief is dat ze precies volgens de lijntjes die wij stellen zullen opereren. Daar geloven wij uiteraard helemaal niets van. Het gaat om geld verdienen, daar gaat het gewoon om. Ze zijn kei- en keihard en als wij allerlei regels opstellen, dan zullen we er flink tegenin moeten gaan om dan toch die regels in lijn te houden. Als u het aantal coffeeshops terugbrengt, dan geeft de WD-fractie daarvoor haar zegen. Dat kan een bijdrage leveren, we sluiten niet uit dat daardoor de straat verkoop en verspreiding groter zal worden. Ik kan dat niet bewijzen. We zullen dat af moeten wachten. We zijn dus ver plicht te wachten op de evaluatie die later zal komen, om te kijken in welke mate de regels invloed hebben gehad. Dat geldt ook voor de vroegere sluitingstijd. Wij zijn bang dat dit ook een uitwaaierend effect zal hebben. Als we hier toeristen krijgen, dan zou je kunnen veronderstellen dat er een nieuwe markt komt voor mensen, want die kopen dan die grammen en gaan na acht uur op de hoek van de straat de Belgen op staan wach ten. Dan is er weer een tussenhandeltje ontstaan. Ik weet niet of het zo zal gaan, maar ik kan me wel voorstellen dat dat het geval zal zijn. De VOORZITTER: Ik neem aan dat u, toen u het beleidsprogramma formuleerde, zich dat ook gerealiseerd heeft. U heeft toen toch richtinggevende uitspraken gedaan. De heer SMITS: Dat klopt. Ik ben echter uitdrukkelijk mijn betoog begonnen met de mededeling dat we nogal wat zorgen hebben over de hele materie en dat er nogal wat haken en ogen aan zitten. Ik ben hier in wezen niets aan het beweren, dat doe ik helemaal niet. De VOORZITTER: Als u zegt, college je bent naief, dan denk ik dat we dat dan met elkaar geweest zijn. De heer SMITS: Dat wil ik dan best erkennen, daar heb ik niet zoveel moeite mee. De heer VAN DER KALLEN: Het was niet naief bedoeld in het beleidsprogramma De heer SMITS: Het positieve van de drugsnota van de regering is het feit dat we waarschijnlijk het sluiten van de drugspan den wat effectiever aan kunnen pakken. Dat is een beter ge- 10 reedschap wat ons toegedeeld is. Als we dan tot de conclusies komen, dan xs het eigenlijk dat de gemeente een beleid moet ontwikkelen met eigenlij naar ons gevoel, te weinig gereedschap. Er zal een bovenmatige inzet van de politie nodig zijn om te controleren wa we allemaal stellen, dat heeft te maken met de handhaving. We vinden eigenlijk dat er primair een internationaal overleg op gang gebracht moet worden. Daar zijn echter anderen voor. Het komt er dus eigenlijk op neer dat de WD-fractie Jindt dat het gedoogbeleid in wezen een gruwel is. We kiezen toch voor die nota. We vinden dat een grotere inzet van de politie noodzakelijk is. Dit houdt in meer politie, anders andere taken in het niet. Waar ze vandaan moeten komen zal dan een nieuwe discussie worden. De voorlichting die een voorgaan de spreker ook aan de orde heeft gesteld, daarvan denken wij dat die erg belangrijk zal zijn voor de jeugd en ook voor de ouders, want je zult maar opgroeiende kinderen hebben in onderzoekfase van hun leeftijd, dan heb je toch grote zorgen. De heer VERMEULEN: De materie waarover we hier spreken is al zeer uitvoerig bediscussieerd in de commissie en ik heb geen behoefte de commissie over te doen. Ons betoog vanavond zal dan ook vrij kort zijn. Het gedoogbeleid van het OM heeft ons in ieder geval een nieuwe afkorting opgeleverd. Het eerste gedeelte van de afkorting AHOI heeft bij ons associaties opgeroepen met de zeevaart, in die zin dat justitie met haa beleid wel zoveel mogelijk AHOI kan roepen, maar met dit beleid zal toch beslist geen land in zicht komen. De volledige afkorting schijnt te moeten worden uitgesproken als AHOIG. Dat lijkt ons meer het geluid te zijn van een hoestende indiaan die zich verslikt bij het roken van zijn wellicht met cannabis gevulde vredespijp. Wat wij hier vaavond moeten roken is beslist geen vredespijp, het is meer een zware pijp onS- Het OM gedoogt iets wat niet mag en dat gedoogbeleid veroor zaakt een gevolg wat ook niet mag, namelijk overlast. Die overlast wordt in hoge mate niet door plaatselijke gebruikers veroorzaakt, maar door klanten die van buiten onze landsgren zen in grote getalen op alhier gevestigde coffeeshops afkomen. Coffeeshops die op hun beurt juist weer bestaan bij de gratie van deze buitenlandse vraag. Dit gedoogbeleid nu verfoeien wij uit de grond van ons hart. Op gemeentelijk niveau Z1ÏJ1 W1^ echter niet in staat iets aan dat gedoogbeleid te veranderen. Wel kunnen wij trachten de overlast te bestrijden, waar 00 en met welke middelen dan ook. De burgers van onze stad vragen ons om dat optreden, want zij zijn die overlast zo langzamer hand meer dan beu. Wij stemmen volledig in met het 10 punten plan, want dat is in onze ogen het maximale dat we op gemeentelijk niveaukunnen doen. We hopen daarbij dat eventuele nadere regelgeving die van hogerhand zal komen en de ontwikkeling van de jurispruden tie ons wat dat betreft zo weinig mogelijk voor de voeten zullen lopen. In ieder geval willen wij onze burgers blijven oproepen om klachten te blijven indienen als men overlast ondervindt, ook als daaraan niet direct iets gedaan kan wor den. Het aantal door de politie geregistreerde c-q. geveri fieerde klachten telt namelijk wel degelijk mee bij de bewijs- 11

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 10