maken aan de ambtenaren en aan de mensen die eraan gewerkt
hebben. Het plan ziet er goed uit. Laten we echt hopen dat het
nu inderdaad eens tot uitvoering komt. Ik denk dat als we er
met zijn allen in slagen dat te doen wat er in staat, we -
laat ik het eens anders zeggen - een fantastische stad hebben,
die inderdaad op een heel fantastische manier een goede con
currentieslag aankan met de plaatsen in onze omgeving. Ik denk
dat wij dan heel veel kunnen inlopen. Nogmaals hoop ik dat het
niet lang zal duren voor een en ander gerealiseerd is en dat
we een slagvaardig beleid van dit college en de toekomstige
colleges kunnen verwachten als het gaat om de ontwikkeling van
onze mooie, bijzondere binnenstad.
De heer VERMEULEN: Heel kort naar de heer Van der Kallen toe.
Tijdens de commissie is gebleken dat onze insteken volstrekt
anders liggen. De heer Van der Kallen heeft ons toen medege
deeld dat wij in zijn ogen keutelen over luchtfietserij,
waarop ik geantwoord heb dat hij leutert over keutelstad. Dat
is nu eenmaal iets onoverbrugbaars. Het zij zo.
De woorden van de heer Bolsius over de droom die uitkomt en
over activiteiten op de Grote Markt en dat je aap een leeg
plein zonder activiteiten ook niets hebt, zijn mij uit het
hart gegrepen.
Daar wilde ik het bij laten.
De heer JANSSEN, wethouder: Collega Stuart zat net nog even te
bladeren in de inventarisatienota. In die inventarisatienota
staat keurig aangegeven wat er in het verleden, eigenlijk al
vanaf 1982, gebeurd is. Er is uiteraard al veel gebeurd. Dat
wil niet zeggen dat alles is gebeurd en dat je tevreden kunt
zijn met hetgeen in het verleden is gerealiseerd. Tijden
veranderen, inzichten veranderen, beelden veranderen en je
hebt als overheid daar nu eenmaal rekening mee te houden. Het
is dus geen illusiepolitiekhet is niet het hebben van illu
sies, het is gewoon concreet bezig zijn met de stad, al jaren
lang en proberen met ervaringen die je in het verleden hebt
opgedaan, de kennis die je hebt, naar de toekomst te kijken.
Dat is de bedoeling van dit plan. Ieder keer proberen dit
scherper te stellen. Als er dan gezegd wordt we zetten de
schop in de grond, of we staan in de startblokken, dan is
bedoeld en misschien spreek ik ook namens het CDA om te zeggen
de zaken die hier nu in dit plan staan moeten zo snel mogeijk
worden gerealiseerd. Niet om daarmee aan te geven dat in het
verleden niets is gerealiseerd, want er is heel veel gereali
seerd. Dat blijkt wel uit de evaluatie. Er zullen in de toe
komst de nodige zaken verder moeten worden uitgewerkt. Het
college is daarom blij met de, ik mag wel zeggen, hele grote
steun die er is voor dit plan. Waarom zijn we daar blij mee
Niet alleen wij voelen ons dan gesteund in het uitwerken van
de projecten, maar natuurlijk ook de eigenaren van de panden,
of dat nu panden zijn die door de detailhandel worden ge
bruikt of woonpanden of anderszins, maar ook degenen die hier
in de binnenstad werken en wonen. Dan heb je een zicht op de
toekomst, breed gesteund door de politiek, dat geeft een
helder beeld en dan kun je verder gaan bouwen. Probeer je wat
te doen met een open vizier naar elkaar toe, zonder hakken in
50
het zand, dan denk ik dat we de toekomst waar we al jaren aan
werken alleen maar kunnen verbeteren.
De VOORZITTER: Ik kom dan allereerst met het amendement.
Vanuit de discussie dacht ik te kunnen concluderen, dat voor
het amendement de Partij van de Arbeid en Groen Links hun stem
hebben uitgesproken en de heer Van der Kallen. Dat zijn met
elkaar 5 stemmen. We zijn met 26. Een overgrote meerderheid
kan zich dus niet vinden in het amendement en daarmee is het
verworpen
Ik kom dan naar het raadsvoorstel zelf en concludeer dat de
raad zich daar unaniem voor heeft uitgesproken, zij het dat de
heer Van der Kallen wat betreft besluit nr. 8 en de heer
Woltjer wat besluit 4 en 8 een aantekening hebben gevraagd.
De heer LINSSEN: Wij vragen aantekening tegen punt 5.
De VOORZITTER: Lijst Linssen vraagt aantekening tegen punt 5.
Dat betekent toch dat de raad unaniem met het raadsvoorstel
accoord gaat. Ik denk dat ik mij toch namens het college zou
willen aansluiten bij met name de heren Bolsius, Vermeulen en
Linssen wat betreft de complimenten aan onze medewerkers voor
het materiaal wat geleverd is en alle tijd en inspanning die
men hierin gestopt heeft.
De heer J. VAN ES: Ik heb gesproken over een goed gedocumen
teerd stuk.
De VOORZITTER: Er zijn nog meer raadsleden die dat hebben
gedaan. Ik wilde ook alle leden die in interne klankborden
hebben gezeten en externe klankborden die ingesproken hebben
of brieven geschreven hebben of anderszins gesprekspartner
zijn geweest, mijn complimenten maken. Ik denk dat wat hier
gezamenlijk gepresteerd is ontzettend belangrijk is. Vanavond
ook al diverse keren gezegd, doorgaan kan en moet, maar be
langrijk is dat er een draagvlak is. We zullen het met elkaar
moeten doen.
Daarmee rond ik af.
De heer AERTSSENBij interruptie, voordat u afrond,maar u
gaat er toch wel heel makkelijk aan voorbij dat wij een amen
dement hebben ingediend bij punt 7. U gaat ervan uit dat wij
accoord gaan met punt 7. Dat is ook wel zo, maar ik vind dat u
wel heel makkelijk zegt, de Partij van de Arbeid gaat accoord
met punt 7. Ik wilde daar toch wel deze aantekening bij maken.
De VOORZITTER: Ik heb net geïnventariseerd wie op bepaalde
punten wel of niet aantekening hebben gevraagd en ik heb u
toen niet gehoord. Dat moment is dan nu voorbij. Dit zijn na
de aanname van het raadsbesluit wat slotwoorden.
Ik rond toch af met de conclusie, dat wij vanavond een belang
rijke avond hebben gehad, dat we een belangrijk besluit hebben
genomen voor onze binnenstad. Je moet voor het kloppend hart
altijd goed blijven zorgen, of dat nu van een stad of van een
mens is.
51