maakt van het college, maar wel deel uitgemaakt van de raad.
De heer WITHAGEN: Het is zo langzamerhand pathologisch. U zegt
op het ogenblik niets anders dan wat een ander allemaal niet
goed zegt of doet tot en met de mate van functioneren, maar u
moet zelf eens een keer iets zeggen.
De heer VAN DER KALLEN: Ik zeg dat regelmatig. De discussie
over de parkeergarage is heel duidelijk geweest. Mijn fractie
heeft heel regelmatig elementen in de discussie gebracht,
waarvan wij stellen dat dit zo en zo zou moeten. Dat de rest
van de raad daar niet naar luistert en in meerderheid beslis
singen neemt, dat respecteer ik zeer. U moet mij echter geen
gebrek aan originaliteit verwijten. Ik kan tientallen voor
beelden noemen van de afgelopen jaren waar de BSD uiteindelijk
toch gelijk kreeg, alleen was Bergen op Zoom dan helaas weer
achter in het peleton in plaats van voorin.
Terug naar deze vergadering. De heer Aertssen heeft een aantal
expliciete verzoeken gedaan. Mijnheer Aertssen, ik heb geen
problemen met de A.B.C.-formule, ik ben er niet voor, ik ben
er niet tegen, van mij mag het. Ik heb wel problemen met de
eventuele bebouwing van de Parade. Ik vind de Parade een
geweldig rustpunt in onze stad. Een van de weinige. Als de
heer Bolsius de suggestie doet van een kiosk, dan ben ik daar
niet kapot van. Ik vind in onze stad met zoveel horeca een
plein met slechts heel weinig horeca, alleen een Italiaans
restaurant, ook aantrekkelijk. Dat is mijn opmerking.
Dan het amendement.
De heer BOLSIUS: Het is toch even goed als ik reageer. Een
kioskachtige invulling wil iets anders zeggen dat de invulling
die de heer Van der Kallen er nu aan geeft. We nemen hem graag
een keer mee naar een stad waar we dit kunnen bekijken, want
er zijn een hoop steden die een kioskachtige invulling hebben
met een winkelfunctie en allerlei andere functies. Dit gaat
het voorstellingsvermogen van de heer Van der Kallen iets te
boven
De heer AERTSSEN: Ik begrijp het ook niet helemaal, misschien
mag ik ook een keer mee, mijnheer Bolsius.
De VOORZITTER: Zullen we het hier een andere keer over hebben.
De heer VAN DER KALLEN: In de eerste termijn heb ik het gehad
over het ideaalbeeld, de droom die we allemaal hebben en hoe
dat ligt in dit beleidsplan. De heer Bolsius heeft het natte
element van de droom ingebracht, de Gedempte Haven en dat gun
ik hem en de heer Linssen heeft het droge element van de droom
ingebracht, in wezen een doorsteek over een verdord en troos
teloos parkeerterrein. Ik vind dit helemaal niet zo'n gekke
suggestie. Ik denk dat we hier met zijn allen eens goed over
na zouden moeten denken.
Ik steun het beleidsplan in hoofdlijnen en ik vraag aanteke
ning tegen punt 8
46
De heer WOLTJER: Ik kan in tweede termijn kort zijn. Op een
aantal punten wil ik even terugkomen, alsook op de vragen die
gesteld zijn door o.a. de Partij van de Arbeid. Het idee dat
gelanceerd is door D66 had ik in eerste instantie ook niet
begrepen. In de commissie had ik begrepen dat men van het
Thaliaplein een soort groenplaats wilde maken. Dat spreekt mij
op dit moment, als ik het beeld zo zie, meer aan dan een wat
kioskachtig geheel.
Ik had in eerste termijn, dacht ik, al aangegeven dat wij de
A.B.C.-formule niet zien zitten. Ik wil ook zeggen nu dat ook
wij het Thaliaplein eigenlijk min of meer willen veranderen in
een soort groenplaats en geen bewinkeling aan de Parade willen
in de zin zoals is voorgesteld.
Ik wil nog even ingaan op het amendement van de P.v.d.A. dat
ik heb ondertekend. Ik begrijp, daar ben ik eigenlijk veel
blijer mee, dat D66 nog dit jaar zal komen met een amendement
als het verkeerscirculatieplan aan de orde is. Waarschijnlijk
is begin volgend jaar de Grote Markt al autovrij als het aan
D66 ligt.
Wij zijn voor deze nota wat betreft de hoofdstellingen en de
drie deelstellingenWij zullen het beoordelen wanneer de
uitwerking ter tafel liggen, maar bij de punten 4 en 8 wil ik
nu al aantekening vragen.
De heer J. VAN ES: Ik denk dat ik alleen moet reageren op de
vragen van de heer Aertssen over de A.B.C.-formule. Ik heb uit
welingelichte bron vernomen dat dat een achterhaalde formule
is. Wat ons betreft is het A.B.C. gereduceerd tot de eerste
drie letters van het alfabet. Ik denk dat we er niet veel over
hoeven na te denken verder. Wat dat betreft kunnen we het
vergeten.
Ten aanzien van de bebouwing van de Parade heb ik in de com
missie ook reeds tot uitdrukking gebracht, dat ik in ieder
geval een gesloten bouw niet zie zitten.
Ten aanzien van het amendement van de Partij van de Arbeid het
volgende. Ik heb het nog even nagekeken in het Beleidsplan.
Project 15 voorziet in een herinrichting van de Grote Markt in
minimaal 27 maanden of maximaal 33 maanden. Ik heb de Grote
Markt liever vandaag dan morgen parkeervrij,maar we moeten
realistisch blijven. Ik denk, zoals de plannen nu liggen, dat
we het amendement niet behoeven te ondersteunen.
Ik heb het een 3 0 jaar gelegen al opgegeven om het eens te
zijn met de Partij van de Arbeid. Een ding is nog niet gezegd,
maar dat moet me toch van het hart en is in het verleden al
eens een keer opgemerkt, namelijk dat ik denk dat de overeen
komst met de APO zo snel mogelijk moet worden beëindigd, want
daar is helemaal niets uitgekomen en laten we er dan niet met
de RAPO vandoor gaan.
De heer AERTSSEN: De vraag die ik straks aan de andere partij
en heb gesteld is in ieder geval, daar ben ik blij om, zeer
uitgebreid beantwoord. De ene partij is daar echter wat dui
delijker in dan de andere, dat blijkt ook hier weer. De WD
staat uiteraard helemaal achter de wethouder en zegt dat zij
de A.B.C.-formule steunt en ook accoord gaat
47