gevolgen van dit plan in de binnenstad zichtbaar worden en het liefst, bij wijze van spreken, gisteren. De burger, die als maar het gevoel heeft dat er in de binnenstad niets gebeurt, moet nu toch snel gaan merken dat er over de binnenstad niet meer gepraat wordt, maar dat er plannen worden uitgevoerd. Nu is het natuurlijk wel zo dat veel projecten die in het projec- tenboek zijn genoemd pas op termijn hun vruchten zullen afwer pen. Daar kan naar onze mening toch niet op gewacht worden. We willen dat op zo kort mogelijke termijn een aantal "schop in de grond"projecten, zo noem ik ze maar, worden opgezet en uitgevoerd. Wij doelen hiermee op projecten die direct of op korte termijn tot uitvoering kunnen worden gebracht. In welke richting moeten wij dat denken Wij denken dat die mogelijk liggen, als we praten over herinrichting van straten in het kernwinkelgebied, bij de invulling van de nieuwbouw van het oude stadskantoor, het reeds nu invoeren van parkeren met betalen achteraf op een of meer bestaande parkeerplaatsen, het aanjagen van meer activiteiten op de Grote Markt en de oprich ting van de Beheersmaatschappij Onroerend Goed, een en ander uiteraard gekoppeld aan een snelle en adequate berichtgeving aan de burger. Hoe groot de gemeentelijke inspanningen ook zullen zijn, de binnenstad blijft altijd een en... en verhaal. Ook de onderne mers in die binnenstad zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en mogelijk samen met en in commitment met de gemeente. Rest ons tot slot te melden dat wij in blijde doch gespannen afwachting zijn van de uitvoeringsplannen, die wij zo snel mogelijk, in ieder geval toch binnen de planning van het Beleidsplan tegemoet willen zien en die we eveneens, stuk voor stuk, zullen toetsen aan de eerdergenoemde uitgangspunten. Ik zou deze eerste termijn willen eindigen met de complimente ring van het college en de ambtenaren voor het vele werk dat toch voor dit plan verzet is. Ik neem ook de gelegenheid nog even te baat om te reageren op de ene vraag die door de P.v.d.A. gesteld is en het amende ment. De vraag betrof de kwestie A.B.C.-formule en de bebou wing van het Thaliaplein. De heer Aertssen wilde daar duide lijke uitspraken over hebben. Wij hebben die uitspraken in de commissie al gedaan. Dit zijn zaken die staan in het plan Kooien en het plan Kooien draagt alleen wat mogelijkheden aan. Mocht het zo zijn dat dit resulteert in concrete plannen, dan zal de vaststelling, wat ons betreft, toetsbaar moeten zijn aan de uitgangspunten die ik zojuist heb genoemd. De heer AERTSSEN: Het zou de helderheid toch wel bevorderen als u in deze vergadering waar besluiten worden genomen, toch aangeeft hoe u tegen deze zaak aankijkt. De heer VERMEULEN: Ik ben daar in de commissie vrij duidelijk over geweest. Daar heb ik gezegd dat De heer AERTSSEN: Dat heb ik niet gevraagd De heer VERMEULEN: Stil nu even. Als u nu even stilhoudt, mijnheer Aertssen, dan kunt u mij laten uitspreken. Wij hebben gezegd, dit zijn alleen mogelijkheden en die moge- 40 lijkheden zullen wij niet bij voorbaat blokkeren. Dat wil niet zeggen dat dit een vrijbrief is om op dat plein of op de Parade alles te doen wat God lief is, om het zo maar uit te drukken, maar komen er plannen dan zullen wij die straks op hun merites beoordelen, alle belangen afwegende en toetsend aan onze uitgangspunten. Ik denk dat dit, voor dit moment, duidelijk genoeg is. Dan uw amendement. Wij kunnen dat amendement niet steunen. Wij hechten zeer aan hetgeen in het Beleidsplan staat en dat is dat er tenminste een alternatief moet zijn totdat het parkeer- vrij zijn gerealiseerd wordt op de Grote Markt. Wij willen dit niet vastpinnen op een termijn van twee jaar. Wij denken ook dat dit iets is wat in zijn totaliteit voor wat betreft de hele verkeerscirculatie bezien moet worden. Dat is iets wat je gewoon in één keer moet doen. Niet verdeeld, maar gewoon in één keer. De heer JANSSEN, wethouder: Het is niet zo lang geweest als in de commissievergadering in de eerste termijn, maar toch denk ik dat er heel wat gezegd is. Het Beleidsplan Binnenstad 1996 heeft een betrekkelijk lange voorgeschiedenis gekend. Uiteraard is er lang gestudeerd en nagedacht binnen het ambtelijk apparaat, maar tegelijkertijd is er een heel traject op poten gezet, waarin wij getracht hebben om het geluid vanuit de maatschappij, zoals dat zo mooi heet, zo snel mogelijk te verwerken in de nota zelf. We hebben klankbordgroepen in het leven geroepen, we hebben mensen individueel beluisterd en brieven ontvangen en getracht om al die geluiden zoveel mogelijk te bundelen en te stroom lijnen in datgene wat we vanavond besluiten. Een uitgebreide periode dus, voorafgaand aan vanavond. Terecht, denken wij ook, want het is tenslotte een plan wat weer vele jaren mee moet. Een plan, waarvan ik nu kan constateren dat de raad, zeker als het gaat om de uitgangspunten, het helemaal steunt. Ik denk dat we daar met zijn allen heel erg blij om moeten zijn, want dat is de basis waarop wij verder moeten. Het plan zelf kent uitgangspunten welke zijn uitgewerkt in een heleboel onderdelen. Terecht dat al even opgemerkt werd van de zijde van het CDA dat zaken als wonen, groen en werken, maar dan buiten de detailhandelsfeer vanavond niet zo erg aan de orde zijn gekomen, omdat ze niet zo direct de aandacht vragen van het college en de raad. Maar toch moeten we niet vergeten dat daar ook het nodige werk in moet gebeuren. Ik constateer in ieder geval dat de raad daar geen problemen mee heeft. Die grote lijnen hebben we proberen vast te leggen in de nota en laten eindigen in projecten. Waarom hebben we dat gedaan Omdat de nota zelf, dat is al meer gezegd, een kadernota is. Het is een nota op hoofdlijnen, waarin we niet op details proberen te sturen. Toch ontkom je er niet aan, het college niet maar zeker ook de commissie niet, om over enkele details opmerkingen te maken. Toch denk ik, u heeft daar ook kennis van kunnen nemen in het schrijven dat we u hebben doen toeko men naar aanleiding van opmerkingen in de commissie, dat we er niet aan kunnen ontkomen om een aantal van die opmerkingen naar de projecten te verwijzen. Dit omdat ze de nodige studie vragen. De hoofdzaken worden vanavond vastgelegd, de uitwer- 41

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 103