Arbeidfractie om een reactie vraagt. Ik wil de reactie dan maar bij deze gelijk geven. Het gaat om twee zaken. In de eerste plaats om Kooien en in de tweede plaats om het amende ment, het is niet expliciet gevraagd maar ik maak van de gelegenheid gebruik om hier meteen maar op te reageren. Als het gaat om de plannen van Kooien, heb ik de indruk dat de Partij van de Arbeid niet heeft begrepen waar het om gaat. De studie van Kooien is een duidelijke haalbaarheidsstudie. Daar wordt de mogelijkheid van de A.B.C.-formule geopperd. Het is een mogelijkheid, er staat helemaal nog niets vast. De uit gangspunten zoals die zijn verwoord in het plan Kooien met betrekking tot de Parade en omgeving onderschrijven wij nog steeds. Ik heb echter de indruk dat de Partij van de Arbeid steeds probeert op de stoel van de ondernemers zelf te gaan zitten. Waarschijnlijk is dat gebaseerd op de utopische ge dachte dat de samenleving nog steeds maakbaar is. Laten we heel helder zijn, als WD-fractie vinden wij dat we als ge meente randvoorwaarden moeten stellen en dat de invulling moet geschieden door de marktpartijen. Dan wat betreft het amendement. De Partij van de Arbeid wil de Grote Markt binnen twee jaar parkeervrij hebben. Wij zijn er heel duidelijk over, als WD hebben wij altijd de koppeling gelegd met het feit dat als je de markt parkeervrij maakt er een alternatief moet zijn. Dit is geen alternatief en dat betekent dus dat wij niet van zins zijn om dit amendement te ondersteunen, omdat wij die koppeling niet los wensen te laten. De heer AERTSSEN: Bij interruptie. Toen u dat plan lanceerde was dat nog niet zo. De heer BOLSIUS: Omdat op dit moment voor mij het Beleidsplan Binnenstad wat wazig is, wil ik graag een liberale bril lenen. De heer COPPENS: Op voorwaarde dat u ook een liberaal verhaal houdt De heer BOLSIUS: Het is vanavond een gedenkwaardige avond. In 1987 werd er voor 10 jaar een herzien Beleidsplan Binnenstad vastgesteld en het is nu 1996, dat wil zeggen dat wij voorlo pen. Het is nog een echt beleidsplan geworden ook, met uitvoe ring in projectenstructuur, waarbij de voortgang uitstekend te volgen is. Dat was bij het vorige Beleidsplan Binnenstad wat minder het geval. De hoofddoelstelling van het Beleidsplan Binnenstad is wat defensiever verwoord dat uit de behandeling en de invulling verder is gebleken. De hoofddoelstelling zegt dat er in feite sprake moet zijn van behoud en beheer van de historische ruimten. Wie dan ziet hoe de onderscheidene at— tractiewaarde van het geheel en van de onderdelen bijzondere invulling krijgen in het Beleidsplan in de onderliggende projecten, ziet dat dit iets dynamischer is en gaat worden dan de hoofddoelstelling verwoord. Voor D66 belangrijke punten zijn na de behandeling in de commissie terug te vinden in het conceptbesluit, dan wel in de aanpassingen van het project- boek. Er is goed geluister door het college. Er is maximaal gebruik gemaakt van inspraak en informatie uit de commissie. 34 De behandeling in deze raadsvergadering kan om die reden tot hoofdlijnen beperkt blijven, wat je overigens bij de behande ling van een beleidsplan altijd mag verwachten. Wij willen als D66-fractieondanks het feit dat er sprake is van collegiaal bestuur, de portefeuillehouder en de ambtenaren voor deze bereidheid om te luisteren en ideeën mee te nemen voor nadere uitwerking, bijzonder graag complimenteren. Hoe belangrijk het is dat er geluisterd wordt naar inbreng van anderen moge blijken uit het juweel van een voorstel dat wij mochten ont vangen met betrekking tot de invulling van de Gevangenpoort, voorwaar straks heel serieus mee te nemen. Keuzes met betrekking tot de lussenstructuurbranchering horeca-concentratiewonen, werken en winkelen worden door mijn fractie onderschreven. We willen wij en dat is volstrekt voorbarig, vooral in de richting van de heer Aertssen, reeds kwijt dat wij een gesloten bebouwing op het Thaliaplein niet zien zitten, maar een schitterende gevarieerde kioskinvulling op dat plein zal de levendigheid en de attractiewaarde alleen maar verhogen. Een belangrijk winstpunt beschouwen wij het beleidsvoornemen om belanghebbenden voor de vaststelling van stedelijke randvoorwaarden bij de planvorming te betrekken. Dit voorkomt, als je naderhand van echte bezwaren kennisneemt, dat je moet zeggen; O jee, heb ik dit destijds vastgesteld De verkeerscirculatie wordt nog bekeken en wel in samenhang met de mogelijk te herstellen historische waarde van de Gevan genpoort. De snelheid waarmee dat gepland staat is verbluf fend, want het is project nr. 9 dat start in het eerste kwar taal van 1996 en een looptijd heeft die verlengd is van 6 tot 9 maanden. Dan zijn we dus al aan het eind van het jaar. Uitstekend, mede ter versterking van de attractiewaarde van het westelijk deel van onze stad, want dat westelijk deel van onze stad baart mijn fractie ernstige zorgen. Wij hopen dat andere infrastructurele projecten, zoals wellicht toch nog steeds het opengooien van de Gedempte Haven de aantrekkelijk heid van dat gedeelte van de stad voor bezoek zal verhogen. In ieder geval zal dan ook de economische functie van dat deel van de stad op een andere manier dan met behulp van winkels zijn waarde in de toekomst kunnen krijgen. Uiteraard neemt mijn fractie aan dat de verkeersfunctie van de Grote Markt en dus de plaats die de Grote Markt moet hebben in dat hele verkeersgebeuren wordt meegenomen in het totale verkeerscircu latieplan, want laten we wel wezen, het gebruik van de Grote Markt, of het niet gebruik van de Grote Markt heeft grote invloed op de verkeerstoeloop in de aanvoerende straten en zal je dus altijd mee moeten nemen. Ook dat is dan aan het eind van dit jaar bekeken. Dat is iets sneller dan de twee jaar waar de Partij van de Arbeid om vraagt. Wat de D66-fractie betreft; aan de slag met de projecten. Ik zou graag willen besluiten met een beroep op eensgezindheid bij het politiek en ambtelijk bestuur van deze stad bij de uitvoering van die projecten, want het klimaat verbeteren waarin investeerders in onze stad het nodige willen doen waardoor iets mogelijk wordt, hangt mede af van de wijze waarop wij ons allemaal uitlaten over die stad en de wijze waarop we daarmee bezig zijn. Wat dat betreft zou ik graag willen beëindigen met een kleine parafrasering op de uitspraak 35

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 100