Mevrouw KAMMEYER: Het was een heldere uiteenzetting. Ik ben blij dat het in de notulen genotuleerd wordt. De heer DIETEN: Datzelfde geldt voor mij. De uitspraak we kunnen en zullen voortborduren op een woningbehoefte-onderzoek is iets om op voort te borduren. Dat zullen we dan ook doen. De VOORZITTER: Dan constateer ik afrondend dat conform dit voorstel besloten is. 13. Aanvraag krediet voor aanpassen en vernieuwen openbare ver lichting 1995. Nr. SOB/19 Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 14. Winkelcentrum Noord en voorbereidingsbesluit perceel Bloemen- daal/Meilustwea/Zandstraat Nr. SOB/20 De heer A.J. VAN ES: Lijst Linssen constateert met groot genoegen dat het voorstel zoals dat hier vanavond wordt gepre senteerd kan rekenen op een uitzonderlijk breed draagvlak. Drie wijkcommissies, ondernemers en zoals uit de commissiever gadering van afgelopen week is gebleken, ook politiek Bergen op Zoom kunnen zich allemaal vinden in deze locatie voor de vestiging van winkelcentrum Noord. Daar zijn wij het dan ook van harte mee eens. Vanuit diezelfde behandeling in de commis sie is gebleken dat vooral de moeilijke verkeerssituatie ter plaatse de meeste partijen toch zorgen baart met betrekking tot de uitvoerbaarheid van het plan. Juist daarom onderschrij ven wij de mening van de portefeuillehouder dat aangaande de exacte plaatsing van het centrum op zich de architect toch enige speelruimte moet worden geboden. Hoe kan een architect anders proberen om de complexe materie van verhoogd verkeers aanbod, een gevaarlijke kruising dwars door het plan heen, een school in de nabijheid en meerdere obstakels samen te vormen tot een aan alle criteria beantwoordend plan. Juist daarom is enige speelruimte geboden. Wij onderschrijven dan ook, voor wat betreft dit punt, de mening van de portefeuillehouder. Met andere woorden, wij gaan zonder welk voorbehoud dan ook, met het voorstel mee De heer VAN DER KALLEN: Inhoudelijk heb ik geen problemen met het voorstel. Ik vraag echter aantekening om de bekende rede nen. De heer AERTSSEN: Ook de Partij van de Arbeid vindt dat het college met een heel realistische keuze komt, die bovendien breed gedragen wordt. Tegen die keuze als zodanig kunnen wi] dan ook volmondig ja zeggen en dan heb ik het over besluit Mijn fractie heeft echter wel moeite met besluit nr. 2 en in het verlengde daarvan besluit nr. 3, beter gezegd de concreti sering van dit besluit. Ik heb het dan over de stedebouwkundi" ge randvoorwaarden voor deze locatie. In tegenstelling tot de 64 heer Van Es vindt mijn fractie dat deze niet goed zijn gefor muleerd. Ik zal u uitleggen waarom. Wij hebben het begrip stedebouwkundige randvoorwaarden in het leven geroepen om aan te geven, althans de raad heeft die mogelijkheid, hoe in grote lijnen een bebouwd oppervlak er uit kan gaan zien. Dat bete kent dat je kan aangeven de rooilijnen, de massa en al of geen kap en dat soort zaken meer. Met name in dit geval is de begrenzing van het bouwblok essentieel en waarschijnlijk ook de hoogte. Wij vinden dat als je dat hebt vastgelegd er voor de architect, want die gaat er dan aan de slag, nog een zeer grote mate van vrijheid is om zijn plannen te realiseren. Het college laat naar onze mening dan ook na om de wens van de MCD om zo dicht mogelijk tegen de Meilustweg aan te gaan bouwen om toch een verbinding te krijgen met de Sibeliusstraat. Ze laat dat liggen. Ze werkt dat niet voldoende uit. Ze schept door die vrijheid waarschijnlijk een situatie waardoor zo'n locatie eerder verstopt achter op het terrein kan komen dan vooraan de Meilustweg. Wij willen graag richting geven aan de wens van uwzelfde college om toch een verbinding te maken met het toekomstige winkelcentrum aan de Sibeliusstraat. Mijn fractie pleit er ook nadrukkelijk voor om het bouwblok waar wij het nu over hebben zo dicht mogelijk naar de Meilust weg te situeren en dat ook vast te leggen in de stedebouwkun dige randvoorwaarden. We zitten wat dat betreft voor een dilemma. Enerzijds vinden wij, dat geeft het besluit ook aan, dat er planologische maatregelen moeten worden genomen. Tegen het besluit als zodanig kunnen wij geen bezwaren hebben. Anderzijds hebben wij wel problemen met de stedebouwkundige randvoorwaarden. Ik zeg dit allemaal nog een keer omdat ik aan het eind van mijn betoog kom aan de toezegging van de wethou der in de commissie.. De VOORZITTER: U bent bijna aan het afronden Het is alle maal heel interessant, maar ik zou u toch willen voorstellen u aan de agenda te houden. De heer AERTSSEN: Ik was bezig met agendapunt 14 en dat ging over het winkelcentrum Noord. Volgens mij had ik het daar nog steeds over en ik wilde bijna afsluiten. Ik wilde aangeven dat de wethouder toegezegd heeft in de commissie dat hij ernaar zou streven om dat zo dicht mogelijk naar de Meilustweg toe te trekken. Dat is ook de kern van uw voorstel. U wilt eenheid brengen in het winkelgebied, in het toekomstige winkelgebied. Wat ik heb willen aangeven is dat met dit voorstel die eenheid waarschijnlijk niet bereikt wordt. De heer DIETEN: Ik begin even te twijfelen naar aanleiding van uw interventie over de wijdsheid van wat wij hier vanavond bespreken. Als u met uw interventie zegt we praten hier alleen over artikel 19 ja of nee en niet over de stedebouwkundige randvoorwaarden want daar gaan jullie niet overdan heb ik toch behoefte om daar drie woorden aan te wijden. VOORZITTER: Als het er maar drie zijn heb ik daar geen bezwaar tegen, dat is bij deze toegezegd. Het mogen ook drie zinnen zijn. 65

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 98