VERVOLG van de derde raadsvergadering 1995 van de gemeente
Bergen op Zoom, gehouden op 31 maart 1995.
Aanvang 19.30 uur.
De VOORZITTER: Het is fijn u allemaal weer terug te zien na
deze schorsing. Ik hoop dat u allemaal ijverig heeft gewerkt
vandaag. We gaan nu door met onze agenda en dan komen we tot
een aantal agendapunten met betrekking tot Ruimtelijke Orde
ning, Volkshuisvesting en Milieu.
11. Leefmilieuverordening Horeca Binnenstad.
Nr. SOB/17
De heer AERTSSEN: Door een misverstand was het agendapunt in
de commissie alleen ter kennisneming geagendeerd. We hebben
het stuk later gekregen en nog eens goed kunnen bekijken. Ik
heb de vraag al gesteld in de commissie en wil die nu nog een
keer herhalen; Is het mogelijk dat het gebied waarvoor de
leefmilieuverordening gaat gelden uitgebreid wordt tot het
Havenkwartier of voor de liefhebbers het Westelijk Stadsdeel.
Waarom Omdat naar de mening van mijn fractie het zo is dat
er tengevolge van de scheiding van de Westersingel er twee
gebieden zijn onderscheiden, terwijl het in feite historisch
gezien één gebied is, maar ook qua structuur van de horeca
enz. het elkaar niet zoveel ontloopt. Het zou ook logisch zijn
als voor het gebied van het Havenkwartier en voor het centrum
hetzelfde soort regime gaat gelden. Ik heb gelezen dat het met
name bedoeld is voor de gebieden waar geen goed bestemmings
plan aanwezig is. Voor het centrum zijn er wel een aantal
goede bestemmingsplannen, niet allemaal, maar daar geldt de
leefmilieuverordening ook voor. Ik vraag me dus af of dit ook
niet kan gelden voor het Havenkwartier waar zo'n bestemmings
plan ook aanwezig is.
De heer VAN LINDEN: Dikwijls wordt in deze raad gesproken over
de verschillende functies die de binnenstad heeft. Het gaat
dan meestal over wonen, winkelen, recreëren, verblijven en als
je dan nog ondernemer bent moet je daar als functie ook nog de
kost verdienen. Sommige van de genoemde functies zijn niet
altijd met elkaar in overeenstemming. Binnenkort praat deze
raad over de horeca en de daaraan gerelateerde overlast. De
functie wonen wordt steeds belangrijker en dat is goed. Socia
le controle is een goed middel voor het voorkomen en bestrij"
den van die overlast. De problemen doen zich niet alleen voor
binnen de centrumring, daar haak ik eigenlijk aan op hetgeen
de heer Aertssen net betoogde. In bepaalde woonwijken, ik denk
daarbij met name aan de Prins Bernhardlaan, is de irritatie
over de overlast van spontaan ontstane coffeeshops aanleiding
tot onrust onder de bewoners. De politiek hoort hierbij waak
zaam te zijn. Als we kijken naar het bovenstaande in het
perspectief van het landelijk steeds losser wordende vesti
gingsbeleid waarbij iedereen allerlei economische activiteiten
kan ontplooien zonder vakbekwaamheidspapieren, dan lijkt het
lijst Linssen zinnig om voorgestane regeling niet uitsluitend
60
te betrekken op de binnenstad, maar om de regeling uit te
breiden tot het hele grondgebied van Bergen op Zoom. In de
toelichting kunnen we lezen dat een milieuverordening vigeert
boven een bestaand bestemmingsplan, zodat ongewenste ontwikke
lingen kunnen worden tegengehouden. Dat is nu 3ulst
ons zo aanspreekt in deze regeling. Het is gebleken datz°^ra
er erqens een regeling van toepassing is uitwijkgedrag gaat
optreden. Problemen komen dan terecht op die plaatseni waar *e
het juist niet willen. Het bezwaar van de portefeuillehouder
dat zo'n regeling de zwakke plekken in de Bergse bestemmings
plannen voor iedereen duidelijk zal maken gaat daarbij niet op
omdat de regeling voor heel de stad geldt. Als deze regeling
op heel Bergen op Zoom van toepassing is heeft het gemeenteb
stuur daarmee een wapen in handen om de verkooppunten van
bijv! softdrugs te beperken en dit soort activiteiten zowel
uit winkelqebieden als de woonwijken te weren, zodat de bur
gers !an dl ze stad niet worden opgezadeld met allerlei vormen
van bedrijvigheid op plaatsen waar dat niet thuishoort, met
name juist in die woonwijken.
Wij zouden graag de regeling in deze zin zien aangepast.
De heer VAN DER KALLEN: Ik heb toch een opmerkingwant hij
sprak op het eind van zijn zin over bedrijvigheid ini het
algemeen. Het is juist kenmerkend voor een groot deel van de
probleemwijken in ons land, dat we in het verleden de bedrij
vigheid eruit hebben gehaald. Nu begint net de trend te ont
staan, zeker in bepaalde steden, de bedrijvigheid juist weer
in de woonwijken te brengen omdat is gebleken dat dat een heel
belangrijk middel is ter bestrijding van bepaalde vormen van
werkeloosheid. Op het moment dat bedrijvigheid in algemene
zin, zoals in de slotzin van de heer Van Linden, wordt ge
bruikt, wil ik daar toch bij aantekenen dat ik daar een andere
mening over heb.
De heer JANSSEN, wethouder: Om even aan te sluiten bij de
woorden van de heer Van der Kallen; het is Duist dat waar-
vroeger bedrijven in woonwijken aanwezig waren dat zorgde voor
een zekere levendigheid in die wijken. Dit is er
een of andere reden uit verdwenen. Dit weer terug proberen te
brengen is op zichzelf geen onaardige gedachteOverigens moet
je je dan wel goed bewust zijn van wat je terugbrengt, maar
denk dat iedereen het hier wel over eens is.
Ik denk ook niet dat de heer Van Linden dat precies zo bedoeld
heeft. Hij heeft met name gedoeld op een aantal zaken di e
destijds zijn fout gegaan en met name dan bij de Pr-Jns
hardlaan. Ik denk echter dat je op moet passen om dat beeld
dat daar destijds ontstaan is nu op de hele stad Projec
teren. Dat is ook niet waar, die kans is er ook
zomaar in deze raad te besluiten de hele stad met een leef:mi
lieuverordening af te dekken gaat ook wat ver, denk ik. Dat is
ook niet direct nodig. Waarom hebben we dat hier wel gedaan.
Omdat hier met name het bestemmingsplan enige JJJ
bood om extra horeca toe te voegen. De binnenstad heeft een
speciaal systeem, we werken daar, dat staat ook in Eet stuk
met percentages. In een aantal straten was het Pe^®"hage
horeca nog niet helemaal ingevuld. Dat zou dan een probleem
61