Voor het amendement stemmen: Mevr. van Oorschot ^e heren Van Steen Vermeulen, Van de Water, Withagen, A.J. van Es, J. van Es Franken, Jouvenaz, van der Kallen, Van Linden, Linssen, Daartegen: de heren Piasmans, Slokkers, Smits, StuartAerts- sen, BolsiusBoogaart, Coppens, mevrouw Demmersde heren Dieten, Janssen, mevrouw Kammeyer en de heer v.d. Kieboom. Voor het amendement zijn 15 stemmen uitgebracht, daartegen 13 stemmen. Het amendement is dus aangenomen. Wii komen dan naar het aldus gewijzigde voorstel. Mag ik aannemen dat dit voorstel dan door iedereen geaccepteerd wordt, het gewijzigde voorstel. Ik breng nu het aldus gewij zigde voorstel in stemming. De heer WITHAGEN: Het is een amendement. De VOORZITTER: Het voorstel is door het amendement gewijzigd. We gaan dus terug naar het oorspronkelijke voorstel, want het aewijzigde voorstel van het college zou alleen maar een rol spelen als de stemmen hadden gestaakt of als het amendement zou zijn verworpen en daardoor de vrees bestond dat het voor stel verworpen zou worden en dus een heel onzekere situatie zou ontstaan. Er ligt dus het voorstel in de oorspronkelijke vorm voor, dus 3 besluiten waarop nu een wijziging is aange bracht door het amendement wat net is aangenomen. De andere wijzigingen die het college heeft ingediend spelen nu niet meer. We maken het anders technisch allemaal veel te moeilijk. Het oorspronkelijke voorstel met het amendement wat aangenomen is, is nu in stemming. Dan mag ik aannemen dat dat dezelfde verhouding is De heer BOLSIUS: Ik wil een korte stemverklaring geven. Het betekent dat dus het oorspronkelijk voorstel van het college, met daarin verwerkt het amendement zoals het zojuist aangeno men is, daar zal mijn fractie tegenstemmen omdat wij het op deze manier een onwerkbaar voorstel vinden. De heer COPPENS: Wij zijn ook tegen het voorstel. De heer DIETEN: Wij zijn ook tegen het op deze manier gewij zigde voorstel. De heer BOOGAART: Datzelfde geldt voor de P.v.d.A. De VOORZITTER: Ik denk dat de voorstemmers dezelfde zijn als bij het amendement en zodoende is de verhouding dus 15 - 13 e is het voorstel aangenomen. De heer VAN DER KALLEN: Het college stemt dus nu tegen het gewijzigde voorstel? Voorzitter, ik heb een voorstel van orde De VOORZITTER: Dat wilde ik ook doen. Ik constateer nu dat het 23.00 uur is, dat wij toegekomen zijn aan agendapunt 11 en 58 pr toch nog een aantal stukken liggen. We verwachten er niet vpel discussie over maar aangezien de afspraken zijn zoals ze zijn, zal ik deze vergadering schorsen en gaan wij morgen om 19.30 uur verder. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 23.00 uur. 59

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 95