zijn bereid om na de stemming betreffende het amendement het
gewijzigde raadsvoorstel van het college dan eventueel in
stemming te nemen. Daarna zullen wij kijken wat stemmatig de
situatie is en dan zijn wij bereid om te kijken hoe wij roet
name deze twee stichtingen in ieder geval voortgang kunnen
bieden. Dat is voor ons een verhaal dat wij na de stemming nog
even moeten bekijken.
Mevrouw VAN OORSCHOT: Wij hebben aan het betoog van de heer
Withagen niets toe te voegen.
De heer BOOGAART: Ik ondersteun het betoog van de heer Bolsius
en de heer Dieten. Dan heb ik nog een zeer pragmatische over
weging. Ik kan de consequenties van dit besluit als het van
avond de verkeerde kant uitgaat echt niet overzien. Ik vrees
een grote ramp.
De heer VAN DER KALLEN: Ik ben blij met de bijdrage in eerste
termijn van de portefeuillehouder. Toch is het voor mij in die
zin nog niet voldoende om afstand te nemen van het amendement.
Daarvoor is de geschiedenis met SKW en de houding die de BSD
daartegen heeft aangenomen te lang. Ik geef de portefeuille
houder in overweging om de formulering van besluit 1 nog eens
te bekijken. Zoals besluit 1 nu luidt wordt in feite de subsi
die voor het gehele jaar 1995 toegekend. Je zou een construc
tie kunnen bedenken op basis van besluit 2 waarin geformuleerd
staat dat men in augustus, ik ga ervan uit dat men moet lezen
uiterlijk in augustus, 1995 met een rapportage moet komen,
waardoor je besluit 1 dan ook zo zou kunnen formuleren dat je
ervan uitgaat dat in september die rapportage bediscussieerd
zou kunnen worden en dat je op dit moment 9/12 van het jaar
budget reeds zou toekennen. Dan geef je de stichting in ieder
geval de zekerheid om tot en met september te kunnen functio
neren en je geeft tegelijkertijd een drukmiddel om te komen
tot een inhoudelijke formulering zoals de indieners van het
amendement die graag zouden wensen.
Tot zover mijn bijdrage.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: We kunnen de hele eerste termijn
overdoen, maar ik denk dat het goed is om nogmaals eens aan te
geven, de heer Withagen geeft aan dat hij dat niet helemaal
begrijpt uit de stukken, en te benadrukken dat het besluit van
december ook ons besluit is en dat het inderdaad zo is dat het
komen tot twee stichtingen iets is waar we met zijn allen heel
hard aan willen werken. Die twee stichtingen zijn er in struc
tuur, die zijn voor mij absoluut evenredig aan elkaar. Dat
betekent dat het ook iets is wat nu de tijd moet krijgen om
zich te settelen. Ze komen uit één stichting en het moet naar
twee stichtingen toe. We hebben dat opgeschreven en we moeten
er nu naartoe werken dat dat ook werkelijk uitgevoerd wordt.
Daar ligt absoluut geen misverstand. Ik denk dat er ook geen
misverstand bestaat over het feit van de vraag en het aanbod.
Ook daarin heb ik u ook aangegeven dat de vraag tweezijdig is'
Eenzijdig vanuit de wijk, de andere kant vanuit de politiek en
de raad. Wat dat betreft zitten we dus allemaal op één li]n'
Ik denk wel dat het goed is om nogmaals even terug te komen
54
op de amendementen, ik denk dat we daar even naar toe moeten
want dat maakt de discussie wat duidelijk en dan sluit ik
aelijk even bij het BTW-verhaal van de heer Van Es aan.
Wat wij hebben gekregen als informatie over de BTW is naar
voren gekomen in een gesprek met de verantwoordelijke man
hier. Met name wat belastingverhalen betreft wil het wel eens
afhankelijk zijn van met welke inspecteur je wat bespreekt.
Niet dat daar al te gek grote verschillen tussen zitten, maar
er kan wel een interpretatieverschil tussen zitten. Ik ga uit
van de afspraak zoals wij die gemaakt hebben. Het is absoluut
niet verboden, integendeel zelfs want dat zou het allemaal een
heel stuk eenvoudiger maken, om daar met elkaar nog een keer
apart naar te kijken. Ik vind dat het te ver gaat om dat op
dit moment te doen. Ik ga even uit van de afspraak zoals wij
die gemaakt hebben met de inspecteur. Ik denk dat dat een
goede uitgangspositie is.
Als ik kijk naar het amendement van het CDA en andere partij
en, dan zeg ik het besluit zelf daar is op zich geen misver
stand over. Het is ook iets wat wij zeggen dat per 1 januari
1996 gewerkt gaat worden naar een projectbegroting. Daar ligt
geen verschil. Waar wel een verschil in zit met uw voorstel is
om al direct die splitsing van het subsidiebedrag aan te
geven. Dat kan dus niet in de wijze zoals wij dat kennen van
de BTW en daar ga ik van uit, maar dat zou heel makkelijk
ondervangen kunnen worden door daar een andere formulering te
gebruiken. Ik ga er nu vanuit dat dat ook uw insteek is dat
die andere formulering er ook bij hoort anders gaan we zitten
steggelen over woorden en daar voel ik helemaal niets voor.
De heer WITHAGEN: We praten nu met het college. Als u het aan
een stichting toekent en u oormerkt het voor de andere stich
ting hebt u een prachtige route gevonden die volgens mij..
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Het staat hier niet, dus ik moet
wel even aan u toestemming vragen om het op die manier te
redigeren
De heer WITHAGEN: U geeft het wel aan de stichting en u voert
eventueel het amendement uit. Welke techniek u toepast om het
op zijn plek te krijgen is uw verantwoordelijkheid.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Dat is niet analoog aan het amen
dement. Ik vind wel dat ik u aan moet geven dat, zoals het
hier staat het niet kan volgens onze interpretatie. Als u het
zo bedoelt dan neem ik de beoordeling van het amendement ook
op die manier op. Dat even ten aanzien van uw voorstel om dat
nu al te doen. Ik heb u met nadruk gevraagd, dat wordt door
verschillende andere partijen ook aangegeven, om er rekening
roee te houden dat men die tijd nodig heeft om zover te komen.
Als wij nu al tot die splitsing overgaan dan zal dat voor het
huidige bestuur van zowel SVW aan de ene kant omdat zij hun
vraag nog niet helemaal kunnen bepalen en omdat zij nog niet
exact aan kunnen geven wat hun werkplan is en welk®
daarbij nodig zijn, en aan de andere kant voor het SAZO dit
ook niet kunnen
Ik kan de hele discussie opnieuw overdoen, we hebben gepro-
55