Süeo^- r f n
Sfir raamntzou
is. a
De VOORZITTER: Mag ik de raad vragen en de belangstellenden om
enige stilte zodat wij verder kunnen praten.
Mevrouw DEMMERSwethouderMijnheer ^ten hee^tef°t°kWelilwaar
ven accoord te gaan met het voorstel Hid heeft
schrijven® maa/dat'"hX* o^o^beTangrijk is om stru^u^sf
duf inderdaS op^ df hJo^rbreXgeiTya" ^achtingspatroon
werken en zo moet het gedaan worden. Dat luk* ^Ona niet. D
heb ie tijd voor nodig, begeleiding voor nodig en heel veel
power van een bestuur dat los van het verleden durft te zeggen
daar willen we in de toekomst met elkaar naar toe. U he
denk dat iKhet met u eens ben, °^er projeotf.nano.erin
aesüroken Ik heb daar ook al over gesproken. Dat is ook iets
wat wij willen. Alleen de opmerking van ons wasje °pj«;
king van het bestuur met name is samen met de stichting ve
enigde Wijkcentra dat wij tijd nodig hebben om dit te betel
ken Wij moeten werkplannen kunnen maken op basis van ae
nieuwe structuurwe roeten ook weten wat zo'n «rkplan aa
kosten met zich meebrengt en wat een project kost. Al
zeken moeten heel snel, ik heb u de datum 1 mei algenoemd 01
sowieso tot verdeling van de subsidie en dan heb ik het
De3heir9Withagen roept de raad op, ik heb daar al grotendeels
op gereageerd in mijn algemeen betoog, bij welke oproep ik
weliswaar aansluit, om de beide stichtingen de gelegenheid te
geven om invulling te geven aan de structuur zoals wi]
samen met u, waar ik ook volledig achter sta,
De heer WITHAGEN: Onze structuren verschillen duidelijk.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik herhaal uw eigen woorden dat u
samengewerkt heeft en ik zeg dat ik die samenwerking als zee
positief heb beschouwd.Die heeft geleid tot een raadsvoor
in december 1994, laat ik het dan zo formuleren. Dat raaas
voorstel van december 1994 is raadsbreed gedragen en aa
betekent dat wij samen proberen, dat bedoel ik met het wo
samen, uitvoering te geven aan de structuur die we op aa
moment hebben vastgesteld. Dat is de situatie waar wij v
staan. U zegt bestuursleden voor twee stichtingen zijn er.
klopt. Ik ben blij met uw uitgesproken vertrouwen naar n
bestuur toe en dat u ook aangeeft wat suggestief was en a
anderen wel aangegeven was, dat u als CDA dicht op het besr
zou willen gaan zitten. U geeft aan dat dit niet het geval i
Daar ben ik alleen maar heel blij mee. U zegt nog een keer
het zo belangrijk is de vrijwilligers hun wijkhuis terug
geven. Dat vinden wij ook. Ik heb dat net al aangegeven.
is hun wijkhuis en
de dupe, het sociaal cultureel werk. Dat moet niet de opzet
van deze raadsvergadering zijn.
Dit wilde ik in eerste termijn even kwijt.
De VOORZITTER: Dames en heren, er wordt een teks^ "^rfiqt^s
ST' e"en rrnSeLn?g9veann Se^stre^kinT u^omst kunneA
bieden gezien het doel dat wij roet elkaar beogen.
De heer VAN DER KALLEN: Mag ik toch ^"^^^constructie"
sina noa wat vragen. Dit vind ik een merkwaardige constructi
Komt het college nu wel of niet «at een „"deindruk
aic wiiziaina worden beschouwd. Nu wekt u ae muiuA
alsof u een sugges?ie gle?t aan de raad in de hoop dat een van
de fracties de suggestie tal oppakken en als amendement zal
indienen. Ik wil toch graag een beetje duidelijkheid, want ik
vind het een rare constructie.
Hevrouw DEMMERS, wethouder: Het is inderdaad 9een 9\bru^nk'
ke constructie. Ik had het ook gewoon voor kunnen lezen en u
laten schrijven en dan was het een -rtaling geweest van het
besluit dat het college had neergelegd, "rl hebben ervoor
gekozen om dat op papier te zetten zoals het is,
waar het oorspronkelijke besluit blijft verduidelij-
maar dat die punten toegevoegd kunnen worden als vertuidelij^
king om nogmaals aan te geven dat wig vi willen geven
naa? oormerting toe moet. De wij se waarop we dat willen geven
we dan nogmaalï in een besluit aan. Het had ook een gesproke^
tekst kunnen zijn, maar het is gewoon een handreikingnaar u
om aan te geven wat voor ons de vertaling van het raadsvoor
stel is zoals het daar ligt.
De heer VAN DER KALLEN: Er staat wel besluit boven
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Nee, ik voeg het_®r**" 3
1. blijft staan. Dan zou u vervolgens moeten A
en 4 van de tekst die hopelijk te lezen is en dan^k
gewoon het oorspronkelijke besluit 2 en
moment 5 en 6.
De heer VAN DE WATER: Wat is het verstrekkendst, het amende
ment of
De VOORZITTER: Ik denk dat het amendement wat u ingediend
heeft het meest verstrekkend is.
De heer WITHAGEN: Ik vraag namens d® 4 partijen da"®£k
dement ingediend hebben om een schorsing, wij
49