- A -
plaatsgevonden naar een kermisgebeuren op de Gedempte Haven,
we denken dan aan verkeersoverlast, geluidsoverlast, de ver
storing van de detailhandel in de binnenstad, de financiële
consequenties, niet helemaal juist. Als je een experiment
houdt, vinden wij dat je dat van beperkte omvang moet houden
en dan gaan kijken of er uitbreidingsmogelijkheden zijn. De
verdeling van het kermisgebeuren over verschillende pleinen,
daarvan zeg ik we zijn geen Tilburg en ik denk dat we ook
nooit een echte kermisstad worden. Na afweging van deze facto
ren vinden wij dat we dit voorstel niet kunnen ondersteunen.
De heer LINSSEN: Ook met dit voorstel kunnen wij accoord gaan,
maar wij dringen er vanavond in deze raad nog eens extra op
aan, in navolging van Roosendaal, erop toe te zien dat er
tijdens de openingsuren een permanente politiebewaking op het
kermisterrein aanwezig is. In Roosendaal heeft dit beleid als
resultaat gehad dat een aanzienlijke vermindering van het
aantal calamiteiten heeft plaatsgevonden. Vandaar dat wij U
dit nogmaals in overweging willen geven, al gaan wij wel met
het voorstel accoord.
De heer DIETEN: De fractie van Groen Links is er een voorstan
der van dat de kermis naar de binnenstad gaat. We hebben ook
gezien dat een aantal neveneffecten die daarmee samenhangen
behoorlijk in goede banen geleid worden, voorzover dat van
tevoren valt te voorzien. Daar is een uitzondering op in onze
ogen en dat heeft te maken met de mogelijkheid van nachtelijke
geluidsoverlast als het gaat over het opbouwen en afbreken van
de kermis.We hebben gezien dat daar meerdere belangen in het
spel zijn, belangen van verkeer en de mogelijkheid om circula
tie in stand te houden die eigenlijk uitnodigen 's nachts een
aantal zaken uit te voeren, terwijl de belangen van het tegen
gaan van geluidsoverlast voor omwonenden juist vragen om
overdag alles te doen. We verzoeken toch eens te overwegen in
hoeverre het mogelijk is om de verkeersbewegingen van grote
wagens die inderdaad belemmerend zijn in de nachtelijke uren
of avonduren te concentreren, maar het daadwerkelijke opbouwen
en afbreken van de kermis toch buiten de nachtelijke rusturen
te concentreren. U heeft daarvan in de functionele commissie
gezegd dat tussen die twee kwaden gekozen moest worden en dat
u koos voor het in stand houden van de verkeerscirculatie
Juist deze oplossing om beide belangen te dienen wil ik nog
eens onder uw aandacht brengen met de vraag om dat voor het
huidige kermisseizoen te overwegen.
De heer VAN DER KALLEN: Naar aanleiding van het betoog van de
heer Linssen dit. Het is natuurlijk prachtig om extra politie-
inzet te vergen als de kermis er is in de binnenstad en het is
ook prachtig om extra politie-inzet te vergen na een geslaagd
experiment 's zomers in de binnenstad, maar politie-inzet is
niet rekbaar. We hebben beperkte mankracht. Ik zou graag van
de heer Linssen willen horen als hij dit soort suggesties doet
ten laste van wat dan die politie-inzet moet komen, waar de
politie dan dus volgens hem klaarblijkelijk minder nodig is.
Anders vind ik het een wat populistische benadering. Ik ver
wacht van een fractie van 6 leden constructieve voorstellen.
De heer MULLER: Een lang gekoesterde wens van de CDA-fractie
- 5 -
om de kermis in de binnenstad te laten plaatsvinden gaat in
vervulling met dit experiment. Het ijzersterke van dit experi
ment is het feit dat het over drie jaar wordt uitgesmeerd,
m.a.w. u geeft zowel de exploitanten, de deelnemers als het
publiek de kans om het een grote kans van slagen te geven om
de kermis opnieuw in de binnenstad te krijgen. Dat vinden wij
een uitstekend experiment, vooral omdat u tussentijds evalua
tiemomenten heeft ingebouwd om naar aanleiding van de eerste
kermis tot eventuele verbeteringen over te gaan.
In het verleden heb ik weieens gezegd dat de kermis een feest
hoort te zijn, zowel voor de exploitant als voor het publiek.
Ik verwacht van dit experiment dat we weer over een feest in
de binnenstad kunnen spreken.
De VOORZITTER: Ik wilde beginnen met het laatste. Het is
inderdaad de bedoeling van het voorstel om de levendigheid, de
attractiewaarde van de binnenstad zo sterk mogelijk te laten
zijn en ook het experiment een zo goed mogelijke kans te
geven. Vandaar drie jaar met jaarlijkse evaluaties.
Dan kom ik bij de heer Van de Water die vraagt waarom we niet
met een beperkter experiment komen en dit opbouwen. Dan is de
vraag of je zo'n experiment wel een echte kans geeft. Dat is
een van de argumenten waardoor u zegt "ik kom tot een andere
keuze", ook wat locatie betreft. Ik denk dat we ook vanavond
elkaar op dit punt niet zullen kunnen vinden. Anderzijds
begrijp ik goed van u dat u niet tegen de kermis in de binnen
stad bent.
Wat betreft de opmerking van de heer Linssen het volgende. Het
permanent aanwezig zijn van de politie op de kermis is natuur
lijk het streven. Wij willen inderdaad de politie op vele
plaatsen, maar op een bepaald moment moet je kiezen en je
praat hier over een kermis die op vier plaatsen in de binnen
stad zal plaatsvinden. Je zult niet overal permanent aanwezig
kunnen zijn. Er zal dus, afhankelijk van momenten, drukte,
andere situaties in de stad, gekeken moeten worden wat er wel
en wat er niet kan. Ik weet dat de inzet van de politie er is,
maar er kunnen momenten zijn, als de drukte op de kermis niet
zo groot is, dat er door de politie verstandig prioriteiten
gesteld moeten worden. Als het nodig is weet ik dat ze er
zullen zijn.
Wat betreft de vraag van de heer Dieten, wanneer bouw je op en
wanneer breek je af, heeft er een afweging plaatsgevonden.
Verkeersaspecten en het kunnen functioneren overdag van de
binnenstad heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld, zoals
ik ook in de commissie heb aangegeven. Er zal nader overleg
over plaatsvinden, 's Nachts is trouwens ook een ruim begrip.
Er zal gekeken worden wanneer je wat opbouwt, zodat je ook
gewoon met de ruimtelijke omstandigheden daar rekening houdt.
Het Catharinaplein kan minder verdragen, door het type bebou
wing en de ruimte de Grote Markt meerEr moet dus bewust
gekeken worden waar doe ik wat en wanneer.Ook daar zullen de
ervaringen van dit jaar de leidraad zijn voor de toekomst.
Op dit moment tot een heroverweging komen wil ik niet voor
stellen, maar wel met gezond verstand naar het opbouwen en
afbreken kijken. Ik heb daar alle vertrouwen in.
De heer VAN DE WATER: Wat ik gezegd heb is niet zomaar uit de
lucht gegrepen maar het is gebeurd na toch een uitgebreid