- 2 -
stemmen wij van harte mee in.
De VOORZITTER: Het initiatiefvoorstel is op dit moment door
voldoende mensen ondertekend
De heer SMITS: Ik zal het mede ondertekenen.
De VOORZITTER: Dan is daar de derde handtekening, want de heer
Slokkers is er niet dus moeten we een andere derde handteke
ning hebben.
Dan hebben we daarmee de aanvullingsagenda afgewikkeld.
2. Reglement Ideeënbus
Nr. BD-Poi/01
Zonder beraadslagingen en stemming wordt dit voorstel aangeno
men.
3. Verordening op de wekelijkse markt.
Nr. BD—BeZ/03
De heer LINSSEN: Dit agendapunt is in de commissie zeer uitge
breid aan bod gekomen en wij willen dan ook volstaan met de
opmerking dat wij accoord gaan met het voorstel met inachtne
ming van de toezegging dat op de problematiek van het zwerf
vuil te zijner tijd teruggekomen zal worden.
De heer SMITS: In de commissie hebben wij gesproken over het
befaamde artikel 14.5. U hebt toen gezegd dat U overleg zou
openen om te kijken of dat geschrapt kon worden. We praten nu
echter wel over een verordening en dat is een leidraad, dacht
ik, om toch een aantal jaren vooruit te kunnen. Ik stel er dus
eigenlijk belang in om het niet te schrappen nu we die beslis
sing moeten nemen.
De VOORZITTER: De heer Linssen constateert terecht dat we op
het punt van het zwerfvuil nog zullen terugkomen.
Dat heb ik ook gezegd wat artikel 14.5 wat leeftijden betreft.
Dit omdat ik het toch passend vind om daar eerst met de desbe
treffende instanties over van gedachten te wisselen en ook te
kijken wat het precies concreet inhoudt. Zodra dat gebeurd is
kom ik daarop in de commissie terug. Als er dan aanleiding toe
is denk ik dat we in de loop van het jaar de verordening
kunnen wijzigen, zodat de doorloop over meerdere jaren niet
het geval is. Ik denk echter dat het passend is als je overleg
hebt met de desbetreffende instanties en je iets gaat wijzigen
dat je eerst nog een keer overlegt en dat zullen wij ook doen.
Ik constateer dat U met dit voorstel kunt instemmen.
4.;Wijzigingva nde "Uitkerinas- en pensioenverordeninq
wethouders 1994"
Nr. BD-Poi/05
Zonder beraadslaging en stemming wordt conform dit voorstel
besloten.
-5-2WijzigingReglementvan Orde voor de vergaderingen van de
- 3 -
raad.
Nr. BD-BeZ/08
De heer DIETEN: De letterlijke tekst van dit verhaal geeft
geen eenduidig uitsluitsel over de vraag of nu het oude ver
slag zoals we dat tot en met 1993 kenden in die vorm hersteld
wordt. Als u die vraag bevestigend kunt beantwoorden in deze
raad dan ben ik daarover tevreden.
De heer SMITS: Ik heb eigenlijk dezelfde opmerking. We hebben
vroeger de letterlijke tekst gehanteerd. Alle uh's en ah's en
kromme zinnen hoeft van mij niet, die mogen wel recht gebreid
worden, maar wat er in het stuk zelf staat klopt niet hele
maal, want daar wordt over een zakelijke samenvatting gespro
ken. In het stuk wat verder achteraan op deze agenda staat
komt dit onderwerp zijdelings aan de orde en daar wordt weer
uitdrukkelijk gesproken over de letterlijke tekst. Die zaken
dekken elkaar dus niet precies.
Om toch iedereen te laten weten waar we het nu over hebben zou
ik nu toch graag letterlijke tekst of bijna letterlijke tekst
erin willen hebben om in ieder geval te voorkomen dat we
allerlei discussies krijgen als: Ja, maar dat heb ik niet
bedoeld en dat is net even anders weergegeven.
De VOORZITTER: Zoals we in de commissie APPZ over dit onder
werp hebben gesproken en daar al hebben gemeld (ik geloof dat
dat uw duo-raadslid was, mijnheer Dieten, die daarnaar vroeg)
krijgt u het verslag terug zoals dat in het verleden was. Wat
we hier hebben gedaan is aansluiting gezocht bij de modelver
ordening zoals die van de VNG luidt. Tegen die achtergrond is
de tekst wellicht iets anders dan eerder in het Reglement van
Orde stond, maar het is de bedoeling dat het produkt waartoe
het leidt hetzelfde is als in het verleden. Ik heb begrepen
dat dat niet de letterlijke tekst was in het verleden, maar
dat U, mijnheer Smits, daar toch wel mee heeft kunnen leven.
Ik denk dat we niet moeten proberen het een heel letterlijk
uitgeschreven verhaal te laten zijn. Ik denk dat we daar nu
vanuit de ervaringen in het verleden alle vertrouwen in kunnen
hebben. Mochten er wensen zijn wat de vastlegging betreft, dan
denk ik dat we op het moment dat er wensen zijn daarover met
elkaar in discussie moeten gaan.
Het voorstel van het college is om de tekst niet aan te pas
sen. Ik denk dat we hier krijgen wat U en in ieder geval de
heer Dieten bedoelt.
Er is geen behoefte meer aan een tweede termijn Dan is
conform het voorstel besloten.
6. Kermissen 1995
Nr. BD-BeZ/09
De heer VAN DE WATER: In de commissievergadering heb ik hierop
vrij uitgebreid gereageerd. Ik wil dus nu niet te uitgebreid
hierop ingaan. Ik wil zeggen dat wij in ieder geval geen
tegenstander zijn van het kermisgebeuren in de binnenstad.
Alleen de manier waarop dit nu gebeurt en de tijdstermijn van
drie jaar als experiment vinden wij, gezien ook de voor- en
nadelen die gebleken zijn bij het onderzoek dat eerder heeft