ad -32- standig om andere opties klaar te hebben liggen, m dit geval dus onderzoek en de zaken in verband met De Stenen Tuin en Sint Josephplein. We zien de nieuwbouw komen op het Zuivelplein met meer dan 800 m2 wmte vloeroppervlakte, 1350 m2op het Gouvernementsplein en een forse leegstand:! het Gouvernement. Leegstand in het Vierkantje en Bosstraat, waaraan nogi jaar de oude nieuwbouw van het stadhuis met ongeveer 4000 m2 wordt toef voegd. Hieruit blijkt dat het aanbod winkelvloeroppervlakte van een zo grc omvang is, dat de parkeerimpuls voor dit centrumproject als noodzakelr verkoopargument mag worden gezien. Daarmee wordt ook vaart gezet in 1 terughalen van het zwaartepunt van het centrum in de richting van de Grol Als^êen garage op de lokatie De Stenen Tuin is gerealiseerd, kan, wat Lij Linssen betreft, de Grote Markt onmiddellijk daarna autovrij worden geid en heringericht. We stellen uw college daarom voor nu al over te gaan tot» voorbereidingen voor de bouw van een parkeergarage onder De Stenen Tuin het Joorenplein. We vertrouwen erop dat eventuele vertragingen aan het Joorenplein niet a. energie zal vergen, maar dat uw college in staat is op korte termijn s voorstel betreffende de garage aan De Stenen Tuin voor te bereiden en aan betreffende commissie aan te bieden. Wij willen toch nog even reageren op de opstelling van de BSD m de count sie. Wij vinden de opstelling van de BSD verwerpelijk, omdat door eventuele vernietiging van dit raadsbesluit Bergen op Zoom als winkelcenW definitief in de vergetelheid dreigt te geraken. De BSD en Groen Links g! er in hun beschouwingen vanuit dat het Haagse automobiliteitsbeleid da« werkelijk een auto-beperkend effekt heeft. Iedere garagehouder kan u vanl tegendeel overtuigen, terwijl u dagelijks via de radio berichten over files kunt vernemen. De consumenten en toeristen verplaatsen zich in toenemende mate per Gelukkig bleek tijdens de tweede termijn van de commissievergadering dat f het CDA en D66 onze mening zijn toegedaan, zodat wij u deze visie in a vertrouwen durven aangeven. De heer DIETEN: Voorzitter, het lijkt wel alsof het enthousiasme in raad toeneemt naarmate het aantal geprognotiseerde parkeerplaatsen toeneet Nu we op een maximum van 610 nieuwe plaatsen zitten, is het bijna zo datt raadsbreed gedeeld wordt. Gelukkig mag ik mij toch dan nog woordvoer» maken van degenen, die proberen met beide benen op de grond te gaan sta! Want wat is de werkelijkheid? De werkelijkheid is al een aantal malen schreven over parkeerproblemen in onze binnenstad. Er is geen reëel parke probleem. Er is hoogstens op 7 uren in de week sprake van enige ge2C| parkeerdruk. Dat zijn de conclusies uit het oude parkeeronderzoek. Dat de conclusies van het BRO-rapport. Dat zijn de conclusies van het onder: van het bewonerscomité binnenstad. Zelfs als je die geringe parkeerdruk op 7 uren in de week zou honoreren,^ is het natuurlijk bizar om voor die 7 uren in de week op diverse plaatse»! de stad voor 168 uren in de week gebouwde voorzieningen met een eenduidU eenzijdig gebruik tot stand te brengen. Het doet ook afbreuk aan alle an- mogelijkheden die er bestaan in dit land om de bereikbaarheid van klD11 steden te bevorderen. Het openbaar vervoer is genoemd. Het gebruik van fiets is genoemd. Ook het psychologisch verkorten van afstanden, zoa^s}. dat kennen door looproutes te verbeteren van iets verder afgelegen nu wezige parkeerterreinen. Dat zijn allemaal mogelijkheden die bestaan. Dat is voor ons ook de achtergrond om telkens te zeggen, mensen laten met beide benen op de grond blijven staan en niet vele, vele, vele mil3° investeren in parkeergarages, waarbij het dan maar de vraag is of dat oplevert. -33- We hebben bij deze stukken een financieel verhaal aangetroffen, waarbij aangegeven wordt dat met alle parkeergarages, die nu in de pen zitten, er sprake is van nog steeds een positief saldo van het parkeerfonds. Ja, dat is wel zo, maar er wordt tegelijkertijd aangegeven dat zonder het bouwen van deze nieuwe parkeergarages de financiële positie van dat fonds een stuk gezonder zou zijn. Bovendien is het zo dat deze financiële verhalen alleen maar gerealiseerd kunnen worden als een aantal nu aanwezige gratis parkeerplaatsen uit de roulatie worden genomen, waardoor er een opwaartse druk ontstaat op de parkeertarieven en een extra noodzaak ontstaat om, als je ergens wilt parkeren. Bergen op Zoom met de auto via een parkeergarage te bezoeken. De hele benadering, waar we nu mee te maken hebben, is wat ons betreft een signaal van de fragmentarische en onsamenhangende manier waarop op dit moment door het college naar de binnenstad wordt gekeken. We hebben het al eerder gezegd. De volgorde is volstrekt omgedraaid. Normaal gesproken begin je met je doelen te formuleren. Daarna kijk je welke middelen daarbij mogelijk en bruikbaar zijn. Vervolgens maak je een keuze uit die middelen en dan maak je uitvoeringsplannen. Maar hier beginnen we met de uitvoeringsplannen. Uitvoeringsplannen die niet passen in de histo rische besluitvorming. We leggen dat dan nu neer met een wat gelegenheids argumentatie van een mooi kaartje, waar dan redelijk gespreid over de stad wat parkeergarages worden gepresenteerd. De oude besluitvorming over parkeergarages ging uit van alleen een parkeer garage op het Joorenplein. Daar werd vervolgens aan toegevoegd Joorenplein plus een onderzoek naar het Sint-Josephplein. Nu wordt daar, los van die besluitvorming en de uitvoering daarvan, aan toegevoegd het Mineurplein uitvoeren. In paragraaf 5 van dit voorstel wordt dan eigenlijk het totale scenario nog een keer uiteengezet, namelijk, wij gaan alle lokaties, die tot op dit moment genoemd zijn, in uitvoering nemen. Wethouder Janssen onderbouwt dat door aan te geven dat de aantrekkelijkheid van deze stad zit in de parkeergarages. Een citaat uit een interview met hem luidt: Parkeergarages zijn nodig om de binnenstad aantrekkelijk te maken. Voorzitter, dat is, wat Groen Links betreft, het paard achter de wagen spannen en daar hebben wij ook bewijzen voor. De binnenstad is op een groot aantal momenten in Bergen op Zoom aantrekke lijk en hardstikke vol met mensen. Dat is precies op die momenten dat er sprake is van het gebruik van het Sint-Josephplein en het gebruik van de Grote Markt voor andere doeleinden dan voor het parkeren. Dan worden die pleinen gebruikt voor evenementen. Dan worden die pleinen gebruikt voor festiviteiten of voor andere de binnenstad aantrekkelijk makende zaken. Dan stroomt de binnenstad vol met zeker vier keer zoveel mensen als er op een doorgaande zaterdagmiddag zijn. Die mensen kunnen blijkbaar de binnenstad, hetzij met hun auto, hetzij met andere middelen van vervoer uitstekend bereiken. Kortom, er is geen echt parkeerprobleem dat het bezoek aan de binnenstad belemmert. Er is een onaantrekkelijkheidsprobleem van onze binnenstad, dat ertoe leidt dat deze stad zucht onder de problemen, waaronder ze zucht. Een ander aspekt heeft te maken met de koppeling die gemaakt wordt met het autovrij maken van de Grote Markt. In het begin van het stuk staat daarover iets anders dan aan het eind van het stuk. In het begin van het stuk staat dat de wens om de Grote Markt autovrij te maken, compensatie nodig maakt op het Mineurplein. Dan zou je dus zeggen, als ze het Mineurplein gaan ontwik kelen, dan kan op het moment dat dat gerealiseerd is de boter bij de vis geleverd worden en kan met het realiseren daar van parkeerfaciliteiten de Grote Markt reeds autovrij gemaakt worden. Aan het eind van het stuk komt een heel ander verhaal uit de mouw. Dat is hetzelfde verhaal als ook Lijst Linssen op dit moment op tafel legt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 55