-28-
De heer PLASMANS: Voorzitter, de heer Van de Water heeft mijn woorden
een beetje vreemd uitgelegd. Ik heb gesproken over het feit dat wij als
de verantwoordelijkheid hebben voor een goede huisvesting. De heer VaJ
Water geeft daar gelijk een invulling aan, alsof ik gesproken zou
over goedkope woningen. Vervolgens gaat hij er de minima bij betrekken!
stuit mij toch een beetje tegen de borst dat hij nu een beeld gaat op»i
over bepaalde bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken. Ik heb de indrui
hij bewust aan het stigmatiseren is. Ik ben het daar absoluut niet mees
Ten aanzien van mijn opmerking over het opportunisme. De reakties
genoeg. De heren, die hebben gereageerd, voelden zich kennelijk*
aangesproken.
De heer VAN DE WATER: Heeft u ook al een exploitatie-opzet gezien vat
geheel?
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Janssen.
De heer JANSSEN, wethouder: Aansluitend bij de laatste opmerking, hebt
een exploitatie-opzet gezien van het geheel. Nee, dat klopt, maar dat is
niet aan de orde. Aan de orde is het nemen van een besluit 19a. Niet
niet minder.
Een besluit van aanmerkelijk belang is een besluit wat aan het collegel
Wil je dat besluit van aanmerkelijk belang nemen, zul je eerst 19a gei
moeten hebben. Op dat moment, als dat in gang is gezet, dan gaat het col|
een en ander bezien. Dan gaan we ook bezien of er voldoende
participatie is geweest. Gewone zaken, die in het kader van de B.B.S.ilfl
de orde dienen te komen...
De heer A.J. VAN ES: Voorzitter bij interruptie. Ik heb hier een brieft
het college. Die is gedateerd 24-08-1994. Daar staat een procedure-over:
in, dat begint, wethouder, met het besluit van aanmerkelijk belang
1994. De artikel 19-procedure komt dan pas voorjaar 1995 aan de beurt.I
ik snap uw laatste opmerking echt niet. Het begint allemaal met het
van aanmerkelijk belang. Dat is nog steeds niet bij het college.
De heer JANSSEN, wethouder: Het nemen van een besluit van
belang, wordt genomen op het moment dat je een sloopvergunning afgeef!
wanneer je een bouwvergunning afgeeft. Deze beide zaken dienen afgegevf
worden in dit kader. Dat is nu nog niet aan de orde. Dus het afwegen
niet aan de orde.
Wat we nu aan het doen zijn, is iets mogelijk te maken in het kader var
wet op de ruimtelijke ordening. Daarvoor vraagt nu het college de ras'
daar medewerking aan te verlenen. Meer is er niet aan de orde.
De heer A.J. VAN ES: Voorzitter, nog een keer bij interruptie. Dan vrar
een herziening van de brief van 24-08-1994 van het college, want dan
er van die brief -en sorry dat ik dat zeg- helemaal niks.
De VOORZITTER: Die brief is vanavond niet aan de orde. Kennelijk het^'H
de tijdsplanning vorig jaar anders ingeschat, dan die nu in de tijd ge^
is. Maar ik denk niet dat dit een dwingende regel is, dat de volgoj
zoals die in de brief staat en destijds was voorzien.
Op dit moment wordt een besluit genomen in het kader van artikel 193*
voor is het niet noodzakelijk om eerst een besluit in het kader van a*1
kelijk belang genomen te hebben.
De heer AERTSSEN: Voorzitter, bij interruptie. Ik ken de brief zo niet'
-29-
weet niet of ik die gelezen heb, maar er is kennelijk een misverstand over
wat je hebt vastgelegd, wat misschien is afgesproken met elkaar en wat dan
gaat over een goede verhouding tussen het college en de raad. Want ik denk
dat er in de commissie een paar keer op zijn minst is gesuggereerd dat wij
tijdig daarover zouden spreken. Het besluit is aan het college. Maar wij
zouden tijdig door het college worden geïnformeerd.
Dan denk ik, als het dan niet gehaald wordt, waarom wordt de planning dan
niet zodanig aangepast dat wel die volgorde wordt gehandhaafd.
De heer JANSSEN wethouder: Voorzitter, er gaat nu iets gebeuren wat niet
juist is. Het college heeft toezegd dat er met de commissie, en desnoods
aangevuld met wie dan ook uit de raad, gesproken gaat worden over deze hele
materie. Het is niet zo, dat wij op wat voor manier dan ook als college onze
eigen bevoegdheden uit handen gaan geven. Dat is de toezegging die wij
gedaan hebben. Daarover komen wij met elkaar te spreken op 9 maart. Dan
worden alle ins en outs besproken en dan wordt ook nog eens een keer keurig
uit de doeken gedaan hoe ver we zijn met de situatie Nettorama. Er wordt nog
eens een keer gerefereerd aan de stedebouwkundige randvoorwaarden die we
destijds hebben genomen. Het hele plaatje wordt nog een keer aan u kenbaar
gemaakt
Dan kunnen we, en dat zeg ik in de richting van de heer Van Es, uiteraard
nog eens even terugkomen op de brief van 24-08-1994, die ik op dit moment
ook niet in mijn hoofd heb zitten.
Voorzitter, verder denk ik dat alle opmerkingen, die gemaakt zijn van de
kant van GB/S over bouwen naar behoefte en bouwen voor de lagere inkomens
categorieën en dat soort aangelegenheden, ook dan op dat moment aan de orde
kunnen komen. Maar ik ben er in ieder geval van overtuigd dat wij in het
verleden een ietwat ander beleid in gang hebben gezet, dan nu wordt verwoord
door GB/S.
De VOORZITTER: Ik kom dan tot de afronding van deze discussie. Ik constateer
dat Lijst Linssen, de heer Aertssen van de PvdA, Groen Links, de heer Van
der Kallen, GB/S en de CD zich tegen het voorstel, wat hier ligt, hebben
verklaard. Dat zijn 12 stemmen die zich tegen het voorstel hebben verklaard.
Het CDA, D66, de VVD en de heer Boogaart van de PvdA hebben zich voor dit
voorstel verklaard. Dat zijn 14 stemmen voor, waarmee dit voorstel is aan
genomen.
Voorbereidingsbesluit gedeelte "Vestinggronden-Noord"
Nr. SOB/13.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter ik vraag aantekening om de bekende rede
nen. Voordat u mij bij agendapunt 15 over het hoofd dreigt te zien, ook daar
vraag ik aantekening tegen om dezelfde bekende redenen.
De heer DIETEN: Voorzitter, hoewel Groen Links doorgaans bezwaren heeft
tegen voorbereidingsbesluiten, zien wij in dit geval het nut wat minder,
omdat het gaat over het invullen van een witte vlek in de stad. De bescher
mende werking, die daarvan uitgaat, doet ons besluiten om hier voor te zijn.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik concludeer dat dit voorstel met een aan
tekening tegen van de heer Van der Kallen is aangenomen.
Voorbereidingsbesluit 6e herziening bestemmingsplan "Noordgeest".
Nr. SOB/14
De VOORZITTER: De heer Van der Kallen wordt aantekening verleend. Zijn er