-22- besluit van aanmerkelijk belang, wat door het college getoetst moet wot nog steeds niet is besproken met de raad en commissie, hetgeen wel dooi portefeuillehouder is toegezegd. Dat betreurt mijn fraktie ook. De heer DIETEN: Voorzitter, ik heb eigenlijk als fraktie van Groen 1 niets toe te voegen aan de woorden, zoals die door mijn voorganger vat PvdA naar voren zijn gebracht. Zowel op het aspekt van de artikel procedure zijn wij tegen dit voorstel als op het ontbreken van een r inhoudelijke basis daarvoor, namelijk de onderbouwing van een event komend besluit van aanmerkelijk belang. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik vraag aantekening tegen dit voors. a. om principiële redenen, wij wijzen per definitie artikel 19-procedun en b. om inhoudelijke redenen, mijn fraktie is ook tegen sloop. De heer VAN DE WATER: Voorzitter, wij willen een ding bij voorbaat vasts len. Onze bezwaren hebben niet tot doel een ontwikkeling in de Oranje! te vertragen. Wij zijn van mening dat je als raadslid zorgvuldig bekijken welke beslissingen er in de raad worden genomen. Wij dienef faktoren, die tot de beslissing leiden, zorgvuldig af te wegen en vast stellen, dat dat het resultaat van het belang van onze stad en haar bewd is Opmerkingen in de plaatselijke pers, als zouden wij ons bezighouden zieltjes winnen, lijken niet erg goed doordacht. In de eerste plaats zi verkiezingen nog erg ver weg. Als je een beetje kunt tellen, kom je toti slotsom dat die opmerking nergens op slaat. Voorzitter, wij vinden dat de hele gang van zaken, die vooraf gegaan is tot realisering van de plannen te komen, waarvoor nu de artikel 19-procï is aangespannen, niet de schoonheidsprijs verdient. Deze plannen op het gebied van stadsvernieuwing kan men immers niet va lijken met de bouwaanvraag voor een duivenhok, hoewel dat vaak ook al eenvoudig is. We spreken hier wel over een investering van ruim 8 mil gulden. Dit kan de wetgever nooit bedoeld hebben bij het schrijven artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening. Wat ons bij deze hele zaak ook hooglijk verbaast, is het ontkennende woord op de vraag, of de gemeente betrokken was bij de besluitvorming- Voorzitter, de Oranjewijk was en is ook nu nog voor een groot gedeelte woonwijk, waar het, gezien de omstandigheden, goed wonen was. Er M sfeer, geborgenheid, goede sociale kontakten en kontrole en redelijkeM Door velen wordt dat nu ontkend, maar dat doet niets af aan het feit dat slechts de helft van de woningen van het oorspronkelijk bedoelde plan' gesloopt. Als je de pech had om in de buurt van de Nettorama te zittel was je de pineut. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat om tactische redenet planvorming is opgesplitst, om op die manier het verzet tegen de sloof halveren. Het handhaven van de helft van het aantal woningen is voor onf| reden te meer om te stellen dat alle woningen gehandhaafd hadden blijven. Dit is ook uit recente onderzoeken gebleken. Nog een voorbeeld van onzorgvuldig en slordige omgang met deze zaak bekendmaking van het voorbereidingsbesluit. Direkt hierna werd de aaI1 van de bouwvergunning bekend gemaakt. Voorzitter, op formele gronden niet mogelijk. De vraag, die we nu hebben, is: Wat is er ingediend en wanneer, de b° vraag en de bouwvergunning? In de raadsvergadering van 26 oktober 1994 spreekt u bij het agendapunt het voorbereidingsbesluit Oranjebuurt uit, dat de betrokken partiJeB' weten de Woningstichting Bergen op Zoom, de eigenaar van Nettorama e -23- gemeente, na uitgebreid overleg, in principe overeenstemming hebben bereikt over de herstructurering. Voorzitter een aantal vragen. Wij zouden graag van u heel duidelijk willen vernemen wat de voorwaarden en afspraken zijn geweest om tot die eerder genoemde overeenstemming te komen. Ook interesseren ons de door de gemeente tot op dit ogenblik uitgegeven bedragen voor planvorming en advisering. De nieuwbouwplannen van de woningen kunnen niet los worden gezien van de plannen van Nettorama. Wij gaan er vanuit dat uw medewerking aan de plannen volgt uit uw streven om te komen tot een fundamentele verbetering van het betreffende winkelcentrum. Dat staat ook in SOB/85 van 28-10-1993. De uitvoering van het ene plan kan niet los gezien worden van de uitvoering van het andere plan. Zijn er dus concrete, uitgewerkte plannen voor de Nettorama en is er al een bouwaanvraag ingediend? Misschien ten overvloede, maar naar onze mening zullen de plannen van de Nettorama aan de hinderwetgeving moeten worden getoetst. De heer MULLER: Voorzitter, wij zijn er in het verleden voorstander van geweest om het voorbereidingsbesluit te nemen. Een logisch gevolg daarvan is dat deze procedure wordt ingezet. Wij vinden dat... De heer AERTSSEN: Met permissie, dat is geen logisch gevolg. De heer MULLER: Dat is wel een logisch gevolg. Los van het feit dat er in dit geval diverse verantwoordelijkheden in het spel zijn, mogen we natuur lijk ook concluderen dat, op het moment dat de woningstichting dit aan diende, de gemeente daar adequaat op heeft ingespeeld. Ik ben het niet eens met degene die zegt dat de bouwplannen van een derge lijke omvang, zoals ik zojuist hoorde, niet via een artikel 19-procedure gerealiseerd zouden moeten worden. Op de Bergse Plaat hebben we in het verleden ook een aantal zaken gedaan, hebben we in de commissie mogen vernemen. Omwille van de snelheid heeft de gemeente, naar mijn smaak, ade quaat daarop ingespeeld. Als je daarin consequent wilt zijn, denk ik dat je voor dit voorstel zal moeten stemmen. De heer DIETEN: Voorzitter, bij interruptie. Moeten wij voortaan dan altijd kunnen rekenen op het argument snelheid en logica dat, als er eenmaal een richtinggevend besluit genomen is, automatisch de CDA-fraktie de artikel 19-procedures zal steunen? Gaat dat zover, als u de woorden logica ge bruikt? De heer MULLER: Voorzitter, laten we eerlijk zijn. Wij zijn de afgelopen maanden op de hoogte van de feiten van wat er zich allemaal heeft afge speeld. Ik hoef dat thans hier niet te herhalen. Daarmee hebben we een keuze gemaakt. Ik weet wel dat er tegenstanders zijn. Die tegenstanders blijven dat tot het laatst toe volhouden. Maar ik ben van mening dat hier de gemeente op een adequate wijze stedebouwkundig heeft ingespeeld om werk met werk te maken, om deze buurt adequaat aan te pakken en te zorgen dat hier een stedebouwkundige vernieuwing ligt. Dat is het feit wat voor ons telt. Daarom denk ik dat het goed is dat we daar onze medewerking aan geven. De heer Van de Water hoorde ik op een gegeven moment zeggen, als je een beetje kunt tellen. Toen dacht ik bij mezelf, hij heeft goed geteld en hij ziet dat de meerderheid van de raad er voorstander van is om dit project toch voortvarend aan te pakken. Mevrouw KAMMEIJER: Voorzitter, ondanks het feit dat we hier over een om vangrijk project praten, is de fraktie van D66 van mening dat een versnelde

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 50