-14- We zijn het eens met de heer Van der Kallen, maar het staat helemaal ter discussie of het een goed financieel stuk is en of het goed m ell steekt. Uiteraard is het dat. GB/S heeft in de commissie financiën ook geen goedkeuring gegeven aan krediet. Wij ondersteunen het voorstel. We zouden de suggestie kunnen van. neem het mee in de voorjaarsnota. Maar ik heb gezegd, we hebben over verdeelbesluit 1995 en wij zien dit eigenlijk meer als een vriende gebaar naar het college toe. Mochten er onverhoopt problemen ontstaan i: Oranjebuurt, dan zou u dit bedrag voor het doel, zoals het gesteld is, nen gebruiken. Dat wil niet zeggen dit bedrag, maar dan krijgen we toch' voorstellen in de raad naar aanleiding van dit bedrag, hoe dat besteed kunnen worden. Dus wij vinden het eigenlijk een vriendelijk gebaar naai college toe van, als het niet lukt, kijken hoe je ermee om kunt gaan. De heer VAN DER KALLEN: Meneer Van de Water, u had het over problemen:: Oranjebuurt. Ik neem aan dat u problemen over de Oranjebuurt bedoelt. De heer VAN DE WATER: Meneer Van der Kallen, als we zo over woorden discussiëren. Ik denk dat het doel van de raad is dat iedereen begrijpt' we het over hebben. Als we het hebben over kort en zakelijk vergaderen, kan er een woord verkeerd vallen. De VOORZITTER: Nog anderen in eerste termijn? Nee, dan is het woord wethouder Janssen. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, laat ik beginnen bij de opmer! van de heer Aertssen van de PvdA, die ervoor pleit om een volgend jaar eerder te zijn met het verdeelbesluit. We hebben daar in de commissie oo over gesproken. Hij heeft natuurlijk gelijk. Je zou moeten proberen on verdeelbesluit wat eerder in de raad te behandelen. Ik heb hem in de missie ook uitgelegd dat daar wel een simpele verklaring voor aan te 5 was. Dat had o.a. te maken met centen, die wel of niet uitgegeven moe, worden in het kader van het Mineurplein-verhaal, wat later op de af staat. Nogmaals, wij zullen proberen om dat in het volgende fonds stadsverniei wat eerder in de raad te brengen. Dan het krediet van 110.000,— met betrekking tot de Oranjebuurt. Als je geen voorstander bent van de plannen zoals ze er nu aan zitten komen, dan kan ik me voorstellen dat je dat bedrag van 110.000,— onmiddellijk wenst op te voeren op dit fonds. Toch, en daar heeft de Muller eigenlijk gelijk in, zul je, hoe je het ook wendt of keert, tef hebbend met een stadsvernieuwing, hier als overheid geld in moeten stopf Of het nou gerealiseerd wordt, zoals nu de gedachte is bij de stichtin! dat er op een andere manier hier sprake moet zijn van stadsvernieu' altijd moeten er gelden worden uitgetrokken. De gedachte, die dan wordt neergelegd in het amendement, om centen mogelijk dan vrij zouden komen, aan te wenden voor het wonen boven win' is op zichzelf natuurlijk best sympatiek. Maar toch denk ik dat een bedrag van 110.000, zonder dat dat 01 bouwd is, niet zomaar even overgeheveld kan worden. Sterker nog, 111 commissie heb ik reeds aangekondigd dat de diensten ROV en Volkshuisves op dit moment bezig zijn om te bezien hoe we het wonen boven winkels beter kunnen stimuleren. Daar wordt op voorhand niet bij gezegd, dat e' ook een groot bedrag aan toegevoegd moet worden. Dat is nog maar KÊ vraag. We zijn het wel met de indieners van het amendement eens, maar waars^ lijk is de meerderheid van de raad het daar wel mee eens, als je het -15- boven winkels kunt stimuleren, dan moet je dat niet nalaten. De wijze, waarop je dat moet doen, wordt op dit moment bekeken. Daarvoor krijgt u ook een voorstel. Is het niet een losstaand voorstel, dan wordt het meegenomen in het beleidsplan binnenstad, zoals u dat dit jaar ook aangereikt krijgt. Dan het belangrijkste argument natuurlijk en dat is al door anderen aange haald. De wijze van financiering van dit amendement staat toch echt wat op losse schroeven en om die reden zou je al het amendement niet moeten overnemen, dunkt ons. Kort en goed, voorzitter, ik denk dat het amendement niet door het college aanbevolen zou moeten worden als zijnde een amendement wat overgenomen zou moeten worden. De VOORZITTER: Dames en heren, wie van u in tweede termijn? De heer AERTSSEN: Voorzitter, ik ben nog een reaktie verschuldigd aan het adres van de indiener van het amendement. Ik vind het ook, evenals vele anderen, een sympatiek voorstel, maar het is zo jammer dat twee verschil lende zaken hier aan elkaar geknoopt worden. Enerzijds tussen het wonen boven winkels, waarvan ik ook vind dat dat verder gestimuleerd moet worden en waarvan ik ook vind dat daar de afgelopen jaren te weinig aan is gebeurd. Er zijn verschillende colleges geweest, die steeds gezegd hebben, we doen er alles aan. Ik heb zelf sterk de indruk dat er soms ook barrières in de regelgeving liggen, die wat dat betreft opgeruimd moeten worden. Ik vind het wat jammer dat de wethouder nu zegt van, we hebben het weer in studie en straks, bij het beleid van de binnenstad, worden jullie verder geïnformeerd. Ik vind dat het college gewoon hard aan de slag moet en moet proberen heel concreet daarmee aan te weg te gaan timmeren. Maar goed, voorzitter, dan ben ik al verder gegaan dan ik van plan was, want dat is eigenlijk in de commissie al gezegd, maar de wethouder lokt het uit omdat hij zegt, ja we doen alles al en we kijken nog wel. Dat vind ik een beetje zwak. Voorzitter, wij vinden ook als fraktie dat in de Oranjebuurt in ieder geval wat moet gebeuren. Dus het geld daar weghalen, voor wat dan ook, is voor ons niet aan de orde. Het geld moet daar gewoon blijven. Is het voor nieuwbouw, die er gaat komen, of is het voor renovatie van de bestaande wijk, alles is nog mogelijk heb ik de indruk. Dat zien we dan nog wel. Tot slot nog een opmerking. De heer Janssen zegt ten aanzien van het tijdstip van indiening van het verdeelbesluit, ik ga het proberen, maar het valt altijd niet mee en het Mineurplein heeft me parten gespeeld. Ik zeg hem dat het een kwestie van planning is en dat er elk jaar opnieuw een Mineur plein aan de orde is. Dus ik zou hem toch willen oproepen er met alle kracht naar te streven om eind van dit jaar met het verdeelbesluit naar de raad te komen. Mevrouw KAMMEIJER: Voorzitter, wij kunnen ons vinden in de beantwoording van het college. Wij denken dat die 110.000,— hard nodig zijn voor de Oranje buurt. Zoals de heer Muller ook al aangaf, er gebeurt een heleboel wat be treft het wonen boven winkels. Wij zullen tegen dit amendement stemmen. De heer DIETEN: Voorzitter, de fraktie van Groen Links is erg blij met de brede steun, eigenlijk bijna raadsbreed, ten opzichte van een belangrijk element in het amendement, namelijk dat er toch op een wat inventievere manier gepraat moet worden over het bevorderen van wonen boven winkels. Ik begrijp eigenlijk dat bij een aantal frakties vooral de barrière er ligt, dat we dat gekoppeld hebben aan de gelden die in onze ogen zullen en dienen vrij te vallen uit de ontwikkelingen in de Oranjebuurt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 46