-4-
het steeds moeilijker wordt om in de mensen te investeren. Het ging toei
ook nu nog om een betrekkelijk klein bedrag. Daarentegen stond er toen,
ook nu weer, een groot bedrag voor computers op de raadsagenda. Samen
voor ongeveer een kwart miljoen. Het gaat er hoe langer hoe meer op li;
dat de term "sociaal-maatschappelijk" wordt vervangen door "sociaal-ti
nisch".
Toch vinden wij dat investeren in mensen voorop dient te staan. Als t
mensen met dit luttele bedrag van de overheid zich weer mens onder de mei
kunnen voelen, is het bedrag goed besteed. De gevoelens van de computer
ik niet, dus over die gevoelens laat ik mij niet uit.
Eén ding wil ik wel opmerken, en dat is dat computers tenminste 5 jaar nt
hebben om afgeschreven te worden, maar mensen, die in bepaalde regelii
vallen, vallen altijd al binnen een jaar buiten de boot.
Voorzitter, als sociaal-maatschappelijk vervangen wordt door socii
technisch dan zullen vele mensen in deze maatschappij er de dupe van wori
Met betrekking tot het voorstel zelf heeft mijn fraktie, naast de r
eerder genoemde kritische opmerkingen in de commissie, een overwegend pt
tief oordeel.
De portefeuillehouder heeft op een aantal opmerkingen vanuit de commii
een zodanig antwoord gegeven, dat wij, en ik hoop ook de andere frakti
het nog met een jaar kunnen verlengen.
Er moet me nog een ding van het hart. Het is een goed gebruik, voorzit)
om in de commissie na de discussie een advies uit te brengen als fraktie
de raad met betrekking tot een concept-raadsvoorstel. Natuurlijk kan
gebeuren dat een fraktie haar stem voorbehoudt ter nadere discussie in
fraktie. Wij zijn echter teleurgesteld in de wijze waarop de VVD-fra)
haar mening, die in de eerste commissievergadering al bekend was, tui
twee commissievergaderingen door via de krant heeft geventileerd. Dit I
ons inziens niet bij het gedrag van een volwassen partij.
De heer PLASMANS: Voorzitter, het voorgaande beluisterend, lijkt het alj
wij de commissievergadering aan het overdoen zijn, omdat ik een helei
argumenten hoor die ook in de commissies besproken zijn. Mijn fraktie m
daar geen behoefte aan.
Ik wil alleen heel kort ons standpunt herhalen in deze. Wij hebben duidel
een discrepantie geconstateerd tussen het evaluatie-rapport en het voors
van het college. Daaruit hebben wij de conclusie getrokken dat de weg,
het college bewandelt om te komen tot een integraal wijkbeheer, niet dei
is. Dat is ook de reden geweest waarom wij in een vrij vroeg stadium
mening hebben duidelijk gemaakt. Het gevaar bestaat nu, als wij doorgaan
dit project, dat wij een beetje het Omo-power effekt gaan krijgen, dat
proberen te scharen, maar dat uiteindelijk toch het resultaat nul komma
zal zijn. Dat willen wij voorkomen.
Wat betreft de opmerkingen van de PvdA-fraktie, daar neem ik alleen i
kennis van.
De heer BOLSIUS: Voorzitter, bij de start van dit project is in 1993 dooi
D66-fraktie een fors aantal bezwaren onderkend. Bezwaren, die voor
aanleiding waren om bij de start tegen te stemmen.
Een experiment is bedoeld om builen te vallen. Het is bedoeld om schi
wonden op te lopen, teneinde daarvan te leren. Wij moeten constateren i
wat die doelstelling betreft, het experiment in ieder geval geslaagd is-
moeten namelijk vaststellen dat datgene, wat in de brief van de VVD M
delijk naar voren is gebracht, feitelijk juist is. Je wordt dus nu eigen'
geconfronteerd met de vraag: Wat nu verder? Dit stopzetten en daarmee ooi
gelegenheid om op een beperkte schaal te leren van aspekten van buurtbei
stopzetten, of ermee doorgaan?
Wat onze fraktie betreft, was die afweging niet gemakkelijk. Wij
-5-
eigenlijk daarom het college te moeten vragen, wat wij mogen verwachten van
een mogelijke voortzetting, inhoudelijk. Dus niet in vage termen, maar
inhoudelijk, omdat een plan van aanpak bij de 25.000,die nu gevraagd
wordt, in feite ontbreekt. Dat is iets, wat wij graag in eerste termijn van
het college zouden willen horen.
De heer DIETEN: Voorzitter, de evaluatie van het project geeft aan dat het
project zeker tot aan het moment waarop het evaluatierapport is gemaakt
nogal heeft gekwakkeld. Ik denk dat we daar geen doekjes om hoeven te winden
en ook niet hoeven te zeggen dat het mooier is dan het was.
Het voorstel, dat nu gedaan wordt, houdt eigenlijk in: -en ik vertaal het
maar in mijn eigen woorden- Laten we ongeveer op dezelfde voet doorgaan en
laten we ervoor zorgen dat we een soort overbrugging handhaven, totdat we
een serieus project voor buurtbeheer en buurtconciërges van de grond gaan
tillen.
Onze fraktie vindt dat te weinig, vanwege het feit dat er op dit moment al
sprake is van positieve tendensen, die ontstaan zijn na het produceren van
het evaluatierapport. Maar wij denken ook dat wij van 1996 geen verloren
jaar moeten maken en dat we 1996 moeten gebruiken om met de huidige middelen
en met de huidige mensen, die daar zitten, het project van enige verbete
ringen te voorzien.
Wij kunnen ons daarom vinden in de opmerkingen, die in het evaluatie
rapport zijn gemaakt en die ook op pagina 3 bovenaan van dit voorstel zijn
overgenomen, waar staat dat het project nog een kans verdient als de samen
werkende instellingen doelen, communicatie en uitvoering duidelijker formu
leren. Dat is een zware aanbeveling, die in onze ogen serieus genomen moet
worden, maar die in het voorstel zelf niet met zoveel woorden terugkomt.
Wij willen dus het college verzoeken om naast de punten, die nu wel in het
voorstel genoemd zijn, en die vooral van financiële en organisatorische aard
zijn, eraan toe te voegen dat deze hoofdaanbeveling uit het evaluatie
rapport eraan wordt toegevoegd, zodat 1996 geen verloren jaar wordt of een
jaar op een wat minder niveau dan tot de mogelijkheden zou behoren. We hopen
dat die aanscherping van uw kant tot de mogelijkeden behoort en wij zullen
dan graag het voorstel steunen.
De VOORZITTER: Komt u met een amendement op dit punt?
De heer DIETEN: We wachten even het voorstel van u af, om te kijken of in de
beantwoording voldoende aanknopingspunten zitten om daar vertrouwen in te
hebben.
De heer J. VAN ES: Voorzitter, ik heb zelden, als niet collegepartij zijnde,
een dusdanig leuk voorstel gezien, omdat er toch een grote verdeeldheid
schijnt te heersen tussen de collegepartijen, en voor een niet collegelid
is dat best eens een keer aardig. Ik denk dat wij een beetje tussen de hele
zaak door willen zeilen, want ik ben het ook met de heer Dieten eens, dat nu
het project loopt, je het moet laten doorlopen. We zijn bezig met iets te
ontwikkelen en waarom dit nou afsnijden en zeggen over een half jaar of over
driekwart jaar gaan we verder. Dus wat ons betreft mag dit project doorgaan.
We staan er niet echt bij te juichen, maar we willen het project het voor
deel van de twijfel geven. Wat ons betreft, mag het doorgaan. We zijn erg
benieuwd naar uw antwoord op de vraag van de heer Van Oers, hoe het staat
met de verdere planvorming ten aanzien van het buurtproject.
De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Voorzitter, het voorstel is uitgebreid
aan de orde geweest in twee commissievergaderingen. Ik moet u zeggen, er
zijn een groot aantal kritische opmerkingen gemaakt, waarvan er ook een
aantal steekhoudend waren en zijn.