dat het CDA voor de motie is, lijst Linssen is voor, ^66 is
de WD is tegen, de Partij van de Arbeid i=voor Sroen
Links is voor, Gemeentebelangen/Stadspartij is tegen, de heer
Van der Kallen is tegen en de heer Van der Steen is ook tegen
de motie. Het college is eveneens tegen de motie.
Dat betekent dat er 14 stemmen voor en 13 stemmen tegen
motie, zodat daarmee de motie is aangenomen.
Ik kom dan bij het voorstel en concludeer dat ik 9ehoord heb
dat er aantekening gevraagd is door Groen Links en de ^rtij
van de Arbeid tegen besluit 2 en dat er een aantekening is van
lijst Linssen tegen voorstel 7.Het van een motie voorzien
voorstel is dus aangenomen.
Vnnrstel WVS tot oprichting van een externe Arbodienst fArboP-
lusl
Nr. SO/19
De heer STUART, wethouder: In de raad was overeengekomen in
verband met termijnen dat het college een voorstel zou formu
leren, dat zou voorleggen voor advies aan de commissies Socia
le Zaken en Financiën en dat met het advies van die commissies
de vergadering van het algemeen bestuur bezocht zou worden.
Zulks is gebeurd. Het voorstel van het college, voorzien van
adviezen van de commissies Sociale Zaken en Financiën isin
vercraderinq van het algemeen bestuur Werkvoorzieningschap zo
voorgelegd en verdedigd. Dankzij de welwillendheid van mijn
collega's is dat allemaal goed gegaan. Het voorstel zoals dat
in Bergen op Zoom verwoord is, is in de vergadering van het
Werkvoorzieningschap aanvaard. Dat wil zeggen da eg
licht is gegeven ten principale voor de oprichting van zo n
dienst, maar dat een concreet voorstel door een aparte werk
groep zal worden voorbereid dat opnieuw aan de vergadering
de gemeente zal worden voorgelegd.
De heer BOLSIUS: Ik heb daar een vraag over. Ten principale,
dat betekent dus dat als de werkgroep straks komt met een
aantal factoren op financieel-juridisch en dergelijk gebied,
die het niet gewenst maken dat ten principale nee wordt.
De heer J. VAN ES: Een opmerking die bij ons in het vervolg
traject, dus na de commissies, naar voren is gekomen. Dat is
iets wat ik mee wil geven aan de wethouderik neem tenminste
aan dat hij deel uitmaakt van dit werkgroep. Het is zo dat een
exterme Arbodienst een onafhankelijk orgaan moet zijn. Er
wordt gedacht aan de B.V.-vorm, maar dat moet allemaal nog
onderzocht worden. Ik vraag me alleen af, daar moeten we
misschien nog op letten, kan een Arbodienst een aandeelhouder
zijn in een B.V. en ten tweede, als dat al kan, als het een
100% aandeelhouder is, hoe wordt dan de onafhankelijkheid
gegarandeerd. Misschien is dan te overwegen dat de deelnemende
gemeente bijvoorbeeld een stukje aandelenkapitaal overneem.
Het moet natuurlijk allemaal nog onderzocht worden, maar ik
wilde dit even op de weg tijdens het onderzoek meegeven.
De heer STUART, wethouder: Voor een deel heeft dat onderzoek
30
wel plaatsgevonden. Er is een advies uitgebracht over de
juridische vormgeving bij verzelfstandiging. Daaruit is geble
ken dat het heel goed mogelijk is dat een gemeenschappelijke
regeling op zichzelf, dus de 24 gemeenten, een B.V. oprichten
en 100% houder van de aandelen zijn. In dat geval is er sim
pelweg sprake van een winstuitkering of verlies in rekening
brengen
Mijnheer Bolsius heeft volstrekt gelijk, de tweetrapsraket was
er niet voor niets. Als de werkgroep met voorstellen komt die
op zichzelf al tot een neen zouden leiden, dan is het sowieso
al het geval. Het voorstel van de werkgroep kan ook nog onder
hevig zijn aan besluitvorming en kan anders uitpakken dan de
werkgroep voorstelt. We krijgen dan een tweede besluitvor
mingsronde.
Het heer BOLSIUS: Normaal gesproken onderzoek je iets en neem
je met die factoren een aangepast besluit, nu neem je een
principieelbesluit en gaan we daarna onderzoeken. Dit is een
wat ongebruikelijke gang van zaken bij raketten.
De heer STUART, wethouder: Bij deze procedure is het, denk ik,
heel verstandig van het dagelijks bestuur van het Werkvoorzie
ningschap om stapsgewijze besluitvorming te plegen, anders is
al het werk voor niets.
De heer BOLSIUS: Ja, maar juist die volgorde. Het gaat mij
niet om het feit dat je het stapsgewijs doet.
De VOORZITTER: Maak er geen derde termijn van.
De heer BOLSIUS: Nee, bij interruptie voorzitter. De volgorde
is zo verbazingwekkend.
De VOORZITTER: Ik kom tot een afronding van deze discussie. Ik
heb kanttekeningen gehoord, maar ik heb niet gehoord dat
iemand aantekening wenst of tegen dit voorstel is.
De heer BOLSIUS: Wij hoeven geen aantekening gezien de absolu
te garantie die wij hebben dat dit niet definitief behoeft te
zijn.
De VOORZITTER: Dan concludeer ik dat conform dit voorstel is
besloten.
Experiment integraal wijk- en buurtbeheer.
Nr. WE/41
De heer JOUVENAZ: Het nu voor ons liggende voorstel gaat uit
van het uitgangspunt dat het nieuw te ontwikkelen wijk- en
buurtbeheer zichtbaar en herkenbaar is in de wijk. Een visie
die wij, zoals u bekend, van harte ondersteunen. Een experi
ment met een knelpunt, de Kastanje, waar de bewoners van de
wijk Borgvliet zich kunnen melden, voldoet in onze visie niet
aan het gestelde doel. Dit gaat volledig voorbij aan het
uitgangspunt. Om te komen tot een evenwichtige, tussentijdse
evaluatie dienen nu de voorwaarden geschapen te worden voor
31