De VOORZITTER: Ik rond af met de conclusie dat dit ™orstel is
aangenomen met een aantekening van punt f. van het ^sluit
door het CDA, Groen Links en de Partij van de Arbeid.
Links krijgt tevens aantekening tegen punt g. te zijn.
6. Tter-ste wi-iziaina Algemene subsidieverordening Bergen op Zoom.
Nr. WE/40
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt
dit voorstel aangenomen.
7 maal isat-i a-reserve programmering Stadsschouwburg De Maagd.
Nr. WE/46
De heer J. VAN ES: In de commissie heb ik ook reeds aa£?a9even
dat ik tegen de vorming van deze reserve ben om verschillende
redenen, die ik heel kort nog zal memoreren. In de eerste
plaats zijn we bezig met een onderzoek naar alle reserves en
voorzieningenIk dlnk niet dat het zin heeft om er nu een
reserve aan toe te voegen tijdens het onderzoek. Ten tweede is
het zo dat bij de Maagd een aantal problemen spelen die in de
toekomst tot uitdrukking zullen komen door het feit dat we
niet afschrijven, omdat we hebben gefinancierd uit reserv
Het vormen van een onderhoudsreserve is minimaal. Ik denk dat,
als we geld over hebben, we dit beter voor zulk soort zaken
kunnen gebruiken. Ten derde was er eenargument dat de wethou
ders gebruikte in de commissie, waar zij zei dat de programm
ring van de schouwburg niet gelijk loopt met het kalenderjaar.
Dat is natuurlijk met de huidige stand van zaken zoals wij
kunnen boekhouden bij de gemeente ook geen dwingende r®den
meer. Om deze drie redenen ben ik tegen de vorming van deze
reserve
De heer COPPENS: In het raadsvoorstel wordt ons gevraagd in te
stemmen met het vormen van een egalisatie-reserve tot een
bedrag van f. 150.000,- ter afdekking van fluctuaties die
onstaan tussen inkoopkosten produktie en ontvangenentreegel
den. Het gevolg van dit raadsbesluit zou kunnen zijn, dat cte
budqethouder hierdoor meer speelruimte krijgt en daardoor f.
150.000,- meer risico zal lopen. We hebben daar vragen over
qesteld in de commissie financiën en die zijn voor ons afdoen
de beantwoord. We zullen echter de ontwikkeling van deze
eqalisatie-reserve in de MARAP goed dienen te volgen om verde
re tekorten te voorkomen. Wij kunnen derhalve instemmen met
dit voorstel.
De heer A.J. VAN ES: Voor alle duidelijkheid.Wij hebben in de
commissie financiën nog even aangegeven dat wij een voorbehoud
zouden maken. Ik kan me volledig aansluiten bij de uitleg van
de heer Coppens. Ook voor ons is de uitleg in de commissie
financiën reden genoeg om nu in te stemmen met het voorstel
De heer M.J.M. FRANKEN: Even kort omdat de opstelling van de
CDA-fractie in de commissie ook een beetje aarzelend was. Me
het antwoord van de portefeuillehouder financiën dat de marge
per jaar gehandhaafd blijft op de f. 10.000,- kunnen wij met
6
het voorstel accoord gaan.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik heb aan de laatste drie spre
kers eigenlijk niets toe te voegen. We hebben in de commissie
financiën en in de commissie WERCS, met name aangegeven waar
ook de heer Coppens op duidt, dat de fluctuaties die je op
vangt er onder andere zijn doordat de situatie bestaat dat
kalenderjaren en schouwburgjaren wat anders in elkaar zitten.
Vervolgens heb ik inderdaad voor de technische uitwerking
verwezen naar de commissie financiën en daar heeft de heer
Stuart er nog het nodige aan toegevoegd. Ik denk dat ik daar
niet op terug hoef te komen. Gezien de betogen van de heren
Coppens, van Es en Franken is mij nu duidelijk dat ook ieder
een nu begrijpt waar het probleem zit. De heer J. van Es heeft
ook in de functionele commissie aangegeven dat hij het gevoel
heeft dat er de zoveelste reserve insluipt. Ik heb toen al
geprobeerd om aan te geven dat dat zeker niet de bedoeling is
van deze egalisatie-reserve. Ik heb ook van de heer Stuart
begrepen dat het ook aan de orde is geweest in de commissie
financiën. Ik kan helaas blijkbaar en ook mijn collega niet,
uw zorg wegnemen. Dat zal ik dan maar bij deze constateren en
uw aantekening daartegen accepteren.
De VOORZITTER: Ik constateer dan dat met een tegenstem van de
heer J. van Es dit voorstel is aangenomen.
Investeren opbrengst verkoop onroerend goed.
Nr. WE/39
Mevrouw VAN OORSCHOT: Onze fractie kan accoord gaan met het
voorstel betreffende het investeren opbrengst verkoop onroe
rend goed vanuit de overtuiging dat alleen op deze wijze de
opbrengst uit de verkoop van de betreffende onroerende goede
ren volledig ten goede komt aan de gemeente Bergen op Zoom,
echter onder de voorwaarde dat de te volgen procedure verder
voorgelegd wordt aan de raad.
De heer FRANKEN: Dit voorstel behelst toch een aantal facetten
die we graag nog even hier in het kort willen memoreren zonder
de commissie over te doen. Het is toch een ingrijpend voor
stel, want we hebben met een aantal belangen te maken, onder
andere ook van het onderwijs hier in Bergen op Zoom.
Allereerst zijn wij in augustus gestart met het Scheldecollege
en dat betekent dat op 1 januari a.s. dat Scheldecollege ook
in de bekostiging van het ministerie als Scheldecollege wordt
behandeld. Dat betekent dat wij voor alle andere gebouwen en
gebouwdelen geen bekostiging krijgen voorzover ze hier in
Bergen op Zoom staan.
Een tweede punt. Op 1 augustus 1996 zal een vergoeding plaats
vinden, gerelateerd aan het aantal leerlingen. Omdat de opper
vlakte van de Lage Meren, nu hoofdvestiging van het Schelde
college, aanzienlijk meer vierkante meters bevat, zal ook de
vergoeding ongeveer voor de helft teruglopen.We hebben nog, om
de zaak nog gecompliceerder te maken, 1 januari 1997 te maken
met decentralisatie van de huisvesting. Dat betekent dat de
gemeente Bergen op Zoom zelf mag beslissen hoe zij uitbreidin-
7