als één instituut voor kunstizinnige vorming m provinciaal
verband op een gelijkwaardig niveau meepraten. Ik denkdat dat
buitengewoon belangrijk is om provinciale subsidies binnen te
halen. De witte vlek West-Brabant heeft duidelijk kleur gekre
gen en wij vinden dat pure winst.
Mevrouw DEMMERSwethouder: Ik denk dat, nadat wij het overi
gens ook uitgebreid in de comissie hebben behandeld, het
gevoel unaniem is dat hier iets neergelegd wordt door het
college en het ambtelijk corps wat op het verzoek van alle
fracties tot stand is gekomen. Er is in de voorjaarsnota, de
heer Muller heeft er al even naar verwezen, een afspraak
gemaakt dat we zouden kijken of we dit binnen bepaalde normen
konden doen. Ik denk dat wat we geprobeerd hebben hier met
elkaar te bereiken en wat u als raad ook, zo begrijp ik,.in
meerderheid accordeert, datgene is wat we ook graag wilden
zijn namelijk één groot instituut voor kunstzinnige vorming.
Er zijn nog een tweetal puntjes genoemd. Het hele gebeuren
rond de AMBV hebben we uitgebreid ook aan de orde gehadm de
commissie. Ik heb ook uitgelegd dat het niet de bedoeling is
om AMBV af te schaffen. Integendeel, de kennis en de kunde van
AMBV is gewoon op de muziekschool, breder zelfs nu ook in het
cultuurgebeurenen in het "drama", aanwezig^ Dat betekent dat
scholen op basis van hun eigenpersoonlijke^ vraag gebruik
kunnen blijven maken van die kennis en kunde die er is, ^er
ker nog, het wordt uitgebreid. Dat uitbreiden, waar de heer
Muller al heel mooi een voorzet voor nam, om van het AMBV
ACBV of AKBV, afhankelijk van het Groene Boekje waarvan ook ik
niet helemaal meer weet wat het moet worden maar het zal
waarschijnlijk de C zijn, wil ik best meenemen want dat is
inderdaad exact de bedoeling. De bedoeling is met alleen te
praten over algemene muzikale basisvorming, maar met name ook
over culturele basisvorming en dan het hele palet daar ook bij
te betrekken. We weten van het CDA dat zij daar altijd proble
men mee hebben gehad, zij hebben altijd aangegeven dat zij het
jammer zouden vinden als de scholen van mogelijkheden versto
ken zouden zijn. Ik heb in de commissie, dat hoef ik hier
opnieuw te doen, heel gauw een rekensommetje gemaakt waar het
over gaat. Wij kunnen alleen maar aangeven in het kader van de
cultuurkennis dat wij het aanbod absoluut gestand zullen
blijven doen, dat wij dat zelfs nog zullen proberen uit te
breiden en met name ook het aanbod zullen proberen aan te
passen aan de werkelijke vraag die vanuit de scholen komt.
De verbouwing van de Blokstallen W.S.W. Op dit moment zijn we
inderdaad met W.S.W. in gesprek. Dat betekent dat, waar u in
de commissie ook uw fiat aan gegeven heeft, op dit moment de
bestekken gemaakt worden door de betreffende architect en dat
dan met het W.S.W. gekeken wordt of zij de mogelijkheid^hebben
om binnen de termijn die wij hebben, dat is een vrij korte
termijn, het werk te kunnen verrichten. We doen dat natuur
lijk, ik sluit me daarbij aan bij de heer Boogaart, met het
oog op wat we uiteindelijk willen bereiken binnen bepaalde
prijsmarges. Kan de W.S.W. het niet en dat zou dan kunnen
zijn doordat zij te weinig mensen voor bepaalde disciplines
hebben, dan wordt er alsnog gekeken in de normale aanbeste
dingsprocedure zoals wij die kennen binnen de gemeente. Dan
4
kan het ook goed zijn dat delen van het werk door het W.S.W.
kunnen gaan gebeuren. Dat kunnen we pas bepalen op het moment
dat we de bestekken exact kennen en met het W.S.W. dan verder
kunnen gaan praten.
Ik denk dat dat eigenlijk de vragen zijn die er nog lagen. Als
ik verder kijk, dan sluit ik me bij mevrouw Kammijer van D66
aan dat het niet alleen een instituut voor Bergen op Zoom is.
Ik denk dat het sowieso natuurlijk al een regionale uitstra
ling heeft, maar dat de gesprekken met de Provincie ons ge
leerd hebben dat, als je maar zorgt dat je in ieder geval in
de randvoorwaarden datgene kunt bieden dat nodig is om über
haupt een patroon neer te leggen op je gebied, je ook met de
provincie uitstekend zaken kunt doen. Dat betekent dat de
mogelijkheden voor deze groep in Bergen op Zoom alleen maar
uitgebreid kunnen worden.
De heer BOOGAART: Even een kleine opmerking naar de porte
feuillehouder. Ik heb in mijn laatste zin gezegd dat ik mij er
desondanks niet tegen zal verzetten. Als partij zijnde die
altijd voor openbare aanbestedingen pleit, wil ik dat nog wel
even naar voren brengen.
De heer MULLER: De wethouder zegt terecht dat het aanbod als
zodanig met betrekking tot de AMBV blijft bestaan en zelfs nog
wordt uitgebreid. Dat weet ik ook wel. Wat hier echter feite
lijk aan de hand is, is dat de extra middelen die eronder
liggen eruit worden gesleuteld en deze zullen de scholen dus
zelf uit hun eigen budget moeten betalen. Daar zit het ver
schil van mening. De CDA-fractie vraagt dan ook aantekening
tegen punt f. van het besluit.
De heer COPPENS: Ik heb geen behoefte aan een tweede termijn.
De heer J. VAN ES: Ik wilde alleen maar even zeggen, dit voor
de records, dat iedereen blij, tevreden en gelukkig is, dus
waarom zou Gemeentebelangen/Stadspartij tegen het voorstel
moeten zijn. Alleen een opmerking met betrekking tot het
eventueel gunnen van het werk aan het W.S.W. We zitten daar
natuurlijk altijd met een aantal aspecten waarvan wordt ge
zegd, daar zit wat concurrentievervalsing in. Ik denk dat we
daar heel omzichtig mee om moeten gaan. Ik ben blij met de
woorden van de wethouder dat in ieder geval dit toch volkomen
zakelijk beoordeeld zal worden en dat, als zij het niet aan
kunnen, zij dit ook niet zullen doen. Ik vraag me af of je dan
zelfs moet gaan werken met deelwerken. Ik denk dat je het
misschien toch in een geheel moet gunnen en niet in stukjes.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Heel kort. Ik sluit me eigenlijk
geheel bij u aan, mijnheer Van Es, als het gaat om de wijze
van omgaan met dit soort zaken. Op die manier is er ook met
het W.S.W. gesproken. Zij willen ook graag op die wijze wer
ken. Wat dat betreft is het een uitstekende manier. Het zal
gewoon moeten blijken of zij de mogelijkheid hebben om toch
een groot werk op vrij korte termijn te kunnen realiseren.
Daar zal het spanningsveld eventueel kunnen zitten, maar daar
moeten we heel zakelijk mee om kunnen gaan.
5