-40- op dit gebied, dat dat zo snel mogelijk wordt afgerond. Als wij echt anders willen gaan werken met ingang van 1 januari 1997 dan zullen we dat onderzoek al binnen een paar maanden op tafel moeten hebben. Want de besluitvorming daarover, alles wat er mee samenhangt en ook het overleg met de andere gemeenten, zal enige tijd vergen. Dus zeggen wij, met name ook met de toezegging dat wij binnen een maand of 5 hier concreet kunnen besluiten over hoe wij verder gaan met dit onderwerp, dat achten wij van zeer grote waarde. De heer PLASMANS: Voorzitter, in de commissie is er al uitvoerig over gesproken en nu vanavond blijkt dat weer het geval te zijn. We worden gecon fronteerd met praktische problemen bij de dienst en ook met een rijksbeleid, wat een P-75 norm oplegt en een rijksbeleid wat met Arbo-richtlijnen komt. Kortom het betekent dat er enorme druk ontstaat op de organisatie van de afdeling reiniging. Daarnaast heeft de afdeling reiniging de taak om te zorgen voor een optimale dienstverlening. Dat maakt het allemaal extra lastig. Ik heb in de commissie ook al aangegeven, we moeten niet naar het verleden kijken maar we moeten naar de toekomst kijken. Dat betekent concreet dat er nu maatregelen nodig zijn. Dat betekent concreet dat mijn fraktie akkoord is met de aanpassingen, zoals die door het college zijn voorgesteld. Dan nog een reaktie naar de heer Linssen toe. Het klopt inderdaad. In de commissie stadsbeheer is inhoudelijk door mijn fraktie akkoord gegaan met het voorstel. In de commissie financiën is akkoord gegaan met het verzoek, wat door de heer Muller is verwoord. Maar zoals gebruikelijk, wij proberen de materie vanuit verschillende disciplines te beoordelen. Wij hebben na de commissievergadering uitvoering in de fraktie over deze materie gesproken. Wij zijn tot de eensluidende conclusie gekomen dat dit voorstel acceptabel is. Dus wat dat betreft, hoop ik dat ik daarmee wat duidelijkheid heb verschaft Wij zitten toch nog wel met een vraag. Er wordt hier gepleit door een aantal frakties voor uitstel van punt 3. Ik zou graag aan de wethouder willen vragen welke consequenties dat uitstel met zich mee brengt. De heer LINSSEN: Voorzitter, toch nog een vraag aan de heer Piasmans. Had hij het voorstel, omdat het in de fraktie besproken was, dan al eerder dan wij? Het lag vanavond bij ons op de tafel. Had u het eerder? De heer PLASMANS: Nee, dat had ik niet eerder. Ik ben uitgegaan van het oorspronkelijke voorstel. Dit is een aanpassing. Uiteraard hebben wij tijdens deze vergadering onderling overleg gevoerd, zoals waarschijnlijk ook andere frakties dat hebben gedaan. De VOORZITTER: Nog anderen in eerste termijn? Neen, dan is het woord aan wethouder Janssen. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, ik wil eerst een enkele opmerking maken over het inhuren van extra personeel en het in dienst nemen van deze mensen in tijdelijke dienst. De nieuwe normen geven aan dat er meer mensen in dienst genomen moeten worden. Die normen hebben tot doel ervoor te zorgen, en dat heb ik ook in de commissie proberen te verwoorden, dat de mensen niet ziek of gebrekkig worden, of wat voor woorden je er ook aan toe wilt voegen. Je laat in feite de mensen minder lichamelijke arbeid verrichten, waardoor ze, en zo heb ik het in de commissie gezegd, rustig 65, 85 of 95 jaar kunnen worden. Daardoor verlaag je het aantal bakken, wat je per dag moet verladen. Dus als iemand op 40-jarige leeftijd, zoals de heer Aertssen zegt, ontslagen wordt of niet meer in dienst wordt genomen, dan wil dat niet zeggen dat hij oud en versleten is. Juist niet. Hij is al die jaren -41- op een dusdanige manier aan het werk geweest, dat hij dus nog volledig kan funtioneren, dat is De heer AERTSSEN: Er is geen werk meer, voorzitter, en dat is toch ook belangrijk. Als je op je.. De heer JANSSEN, wethouder: Ik heb mijn verhaal nog niet af. Als u een enorm grote organisatie zou hebben, waarin je mensen, die op 40-jarige leeftijd niet meer achter de wagen aan kunnen lopen, vervangend werk zou kunnen geven, dan had je kunnen overwegen om die mensen in permanente dienst te nemen. Met de schaal van Bergen op Zoom op dit moment is dat niet mogelijk. Omdat dat niet mogelijk is, hebben wij gekozen voor die tijdelijke indienst neming. Daar is niets verkeerds aan, denken wij. De opmerking van de heer Muller. Ik zal proberen de vragen van de heer Muller zo goed mogelijk te beantwoorden. Met het aangepaste besluit 5, hebben we proberen weer te geven dat het ons ook menens is om goed te kijken, op zo kort mogelijke termijn te kijken naar schaalvergroting en de mogelijke voordelen daarvan en ook te kijken naar andere inzameltechnieken. Dat is op dit moment onmogelijk. Wij kunnen op dit moment niet zeggen, wij moeten een andere inzameltechniek hebben en we gaan daar ook toe over. Zou dat wel kunnen, dan hadden we het hele verhaal van de Hallers en de omzetting van de Hallers naar de Gesink niet gehad. We zitten in Bergen op Zoom zelf met de zogenaamde duobakken, maar zijn ook kontraktueel verplicht bij een aantal gemeenten het vuil met duobakken op te halen. Die wetenschap maakt het noodzakelijk dat we om bedrijfsmatige rede nen nu over moeten gaan tot het vervangen van de opbouwen van de DAF-wagens met een Gesink-opbouw. De DAF-wagens kunnen nog gemakkelijk 4 k 5 jaar mee. Dat is geen enkel probleem. De opbouw is helemaal versleten en daar moeten we nu een bedrijfsmatige zekere vervanging voor zien binnen te krijgen. Dat zijn de zogenaamde Gesinks. Doen we dat niet dan hebben we problemen in de bedrijfsvoering. Terecht is de vraag gesteld je kunt nu toch ook gaan inhuren? Je kunt langdurige kontrakten afsluiten, en de heer Linssen wees daar al op, waar door je een bedrijfsmatig zekerder situatie creëert. Maar die kosten zijn hoog en zijn hoger dan wanneer we nu overgaan tot het opdracht geven van het maken van die nieuwe opbouwen, want die zijn er natuurlijk morgen ook niet. Dat heeft u kunnen horen in de commissie financiën. Die kontrakten, in zekere zin, maken het ons onmogelijk om nu over te gaan tot een ander systeem. Daarvoor hebben we tijd nodig om te studeren De heer FRANKEN: Voorzitter, bij interruptie. Wij hebben een Gesink, en die kunnen we natuurlijk toch inzetten in die gebieden waar we de kontrakten hebben. Dan kunnen we bij onszelf, dus in Bergen op Zoom waar we zelf de baas zijn, naar een ander systeem overgaan. Wij hebben een werkende Gesink, die kun je wel inzetten op de lokatie De heer JANSSEN, wethouder: We hebben nu geen werkende Gesink. We hebben 4 Hallers, waarvan er 2, omdat ze nieuwer zijn, redelijk goed funktioneren. Die zijn dus min of meer uit de experimentfase gehaald en die funktioneren betrekkelijk goed. Die kunnen we dus nog een tijd in bedrijf houden, maar die andere 2 moeten echt vernieuwd worden. Om een zekere bedrijfszekerheid te houden, want sommige wagens moeten in reparatie, hebben we die 2 Gesinks gewoon echt nodig. De opmerkingen over het bedrijfsbureau. Het hoofdbedrijfsbureau is volgens de onderzoeken hard nodig. Er is een dusdanig ingewikkeld systeem van routing, er is een dusdanig ingewikkeld systeem van het begeleiden van de mensen, dat er iemand moet worden toegevoegd aan de reiniging, om ervoor te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 355