-34- gaan houden, bijna letterlijk. Doen we dat namelijk niet, dus schaffen we die opbouwen niet aan, dan frustreert dat de bedrijfsgang op dit moment, zowel naar het publiek als naar -zoals ik ze noem- de jongens die achter de wagens lopen. In beide gevallen denken we dat we dan niet goed bezig zijn. Ik kan me het gevoel van de commissie best voorstellen van, hoe zijn we nou in het verleden in feite gevaren? Dat is juist. We kunnen constateren dat in het verleden best een aantal fouten zijn gemaakt, misschien we cruciale fouten zijn gemaakt. Maar die kunnen we op dit moment niet afkappen en zeggen, en dus doen we nou niks meer. We moeten het bedrijf gewoon door zetten. Daar gaat het om. Vandaar ons pleidooi om met het besluit in te stemmen en dan met name met het voorstel onder 3 verwoord. De heer BOLSIUS: Voorzitter, misschien dat het in deze mededelingensfeer ook nog mogelijk is om datgene, wat zojuist gezegd is, ook even uit te breiden met de mogelijke afweging, die heeft plaatsgevonden, tussen huur en ver vanging. Want ik neem aan dat die afweging heeft plaatsgevonden. De heer JANSSEN, wethouder: Huur betekent -en ik kijk even achterin de zaal om enige bevestiging, omdat daar degene zit die er meer van weet dan ik- een groter bedrag uittrekken, waardoor je als het ware de klant, in dit geval de gemeenschap als zodanig meer belast dan noodzakelijk is. Er wordt geknikt. Huur is duurder in deze. De VOORZITTER: Ik denk dat, wat de heer Janssen al zei, punt 5 belangrijk is, nl. dat wij zeggen, we gaan ten principale naar het systeem kijken. De heer LINSSEN: Voor de huur gaat u toch niet een lang kontrakt aan? De VOORZITTER: Zullen wij in eerste termijn de verdere discussie voeren? Wij hebben nader toegelicht waarom welke wijziging is voorgesteld. Ik wil nu tot behandeling van het aldus gewijzigde voorstel overgaan en kijken wie daarover het woord wil voeren. De heer MULLER: Voorzitter, in de commissie stadsbeheer is niet tot een advisering gekomen. In de commissie financiën daarentegen is de discussie nog eens dunnetjes overgedaan, maar er is wel heel wezenlijk tot advisering gekomen. Ik betreur het dat de suggestie, die daar gedaan is, om het ge wijzigde voorstel bijtijds aan de raadsleden te doen toekomen, zodat in een aparte commissievergadering daar alsnog over gesproken kon worden, niet is overgenomen. Want het is toch heel wat om deze problematiek, die al langer speelt, en de wethouder zegt terecht dat er in het verleden fouten zijn gemaakt, goed te kunnen doorgronden. Waar het feitelijk om gaat, is dat wij proberen de kosten van de reiniging in de hand te houden en daarmee de tarieven die wij doorberekenen aan de burgers. Dat is de crux naar mijn smaak van het hele verhaal. Als ik dan ga naar het advies van de commissie financiën, dan zie ik dat het advies onder punt e. zodanig uitgelegd moet worden -in het nieuwe besluit is dat punt 5- dat 1996 gebruikt moet worden om een onderzoek te doen naar de schaalvergroting van de reiniging, naar de manier van hoe de reiniging gaat funktioneren, de manier van verzelfstandiging en hoe in de toekomst opge haald gaat worden, het alternerend systeem, duobakken of anderszins. Als ik onder algehele evaluatie het zo mag lezen zoals ik het net heb verwoord, dan kan ik daarmee leven. Als ik punt 3 van het oorspronkelijke voorstel naga, dan zien we dat de commissie financiën heeft gezegd: het ophalen in de binnenstad gaan wij voorlopig niet gescheiden doen. -35- Dat betekent dat investeringen daaromtrent, een vervanging van de zogenaamde duobakken en rollend materieel achterwege kan blijven. Vervolgens is gezegd, wij hebben een grote uitval van die zogenaamde Haller-wagensDaar moeten wij iets mee gaan doen, mede in het kader van de Arbo-wetgeving, die er zit aan te komen. Voorzitter, over het punt van vervanging, wil ik toch wat meer inzicht van u hebben, om de doodeenvoudige reden dat de adviseur, daar ook aanwezig, aan ons liet merken dat er best wat ruimte zit om de Haller-wagens, de nieuwe voertuigen, wat later aan te schaffen. Een ander punt, wat in de advisering naar voren kwam, is het feit van het hoofd van een bedrijfsbureau, die aangesteld moest worden. Heel duidelijk kwam aan de orde dat een opzichter, thans werkzaam bij de afdeling reini ging, de formatieplaats zou kunnen vervullen van het bedrijfsbureau en dat van buitenaf iemand als opzichter tijdelijk tot een nieuwe situatie zou kunnen worden ingehuurd. Dat is, denk ik, in het kort gezegd het advies geweest van de afdeling financiën. Als we dat gaan vertalen dan moet dat tot uiting komen in de tarieven. Wat zie ik nu, voorzitter? Dat de tarieven in het oorspronkelijke voorstel en in het aangepaste voorstel onder punt 4 glad hetzelfde blijven. Dan zeg ik, als wij dingen achterwege laten, tijdelijk menskracht inzetten, dan heeft dat naar mijn smaak gevolgen voor de exploitatie, dus de tarieven, die wij doorberekenen naar onze burgers. Als u vanavond er niet in slaagt om ons dat heel duidelijk te maken, dan doe ik het voorstel om het terug te nemen. Volgende week hebben wij opnieuw een commissievergadering en dan kunnen wij daar verder diepgaand over spreken. De heer J. VAN ES: Voorzitter, ik denk dat de heer Muller het uitstekend verwoord heeft. Dat is heel duidelijk het advies geweest van de commissie financiën. Met name punt 5 is een heel duidelijk punt. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat de uitbreiding, zoals die gepleegd is, de lading zal dekken. We hebben er dan ook geen enkel probleem mee. Punt 3, ik heb het daar moeilijk mee. We krijgen daar een voorstel. Ik neem aan dat het goedkoop is, anders zou het er misschien niet staan, maar hoe weet ik dat? We gaan een nieuwe opbouw doen op wagens die al 4 k 5 jaar oud zijn. Hoe lang gaan die nog mee? Wat dat betreft heb ik met punt 3 grote problemen. Ook de vervanging. In de commissie financiën was er een bepaalde overeenstemming dat vervanging van een voertuig toch in ieder geval haalbaar moest zijn en dat we toch iets moesten gaan doen aan de hele situatie. Zoals ik het nu gepresenteerd krijg, kan ik er niet mee overweg. Ik denk dat of het hele voorstel teruggenomen zou moeten worden of in ieder geval punt 3 wordt uit het voorstel gehaald. We bekijken het dan de volgende keer, want op deze manier kan ik met dit voorstel, zoals het er nu ligt, niet akkoord gaan. Misschien komt er een goede verklaring en zal ik kijken naar de verklaring, maar zoals ik het hier nu zie en wat ik gelezen heb in de gauwigheid, kan ik er niet mee akkoord gaan. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, de heer Muller heeft inderdaad de gevoelens van de commissie financiën, en nu ook van het CDA klaarblijkelijk, uitstekend verwoord. Ik onderschrijf dat ook. Ik vind het merkwaardig dat we dit voorstel op ons bureau hebben gekregen. Als we kijken naar de discussie in de funktionele commissie en naar de discussie in de commissie financiën, dan denk ik dat een bezinning op zijn plaats was geweest. Mede omdat in de commissie financiën toch bleek, vanuit de aanwezige deskundigen, dat het voorstel enig uitstel kon velen. Ik denk, de gevoelens van de commissies beoordelend, dat uitstel juister was geweest, zodat we nog eens een keer diepgaand op a) wat fout is gegaan en b) hoe het in de toekomst dan wel zou moeten, ons kunnen beraden. Want je zet toch weer stappen op een weg,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 352