-22- zaken en de manier waarop, hij dat afdoet, vind ik heel onaardig. Ik heb al gezegd dat er in hun bijdrage geen speld was tussen te krijgen. Daar laat ik het maar bij, voorzitter. De VOORZITTER: Ik vind dat we nu niet door moeten praten over moties en amendementen maar over de belangrijke inhoud van het raadsvoorstel. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik constateer uit de woorden van de heer Van Oers dat het CDA wat toegevoegde waarde probeert te krijgen. Het is dus gelukt, wat. Amendement I is dus overgenomen. Ik vind het jammer dat zowel de portefeuillehouder als het CDA niet op mijn vraag, met betrekking tot de kilometerafstand waarvoor je dit vrijstelt, zijn ingegaan. Ik kan mij toch voorstellen dat Mevrouw DEMMERS, wethouder: Voorzitter bij interruptie. Dat is iets wat in de wetgeving, waar de staatssecretaris c.q. de minister mee bezig is, wel een onderdeel van de totale wetgeving zal zijn. Het afgrenzen van gebieden en dat soort zaken staat er allemaal in, voor zover ik uit de concepten heb kunnen lezen. De heer VAN DER KALLEN: Prachtig. Ik was niet op de hoogte van de inhoud van het wetsvoorstel, dus ik ben blij dat u dat even toevoegt. Er blijft een opmerking over voor deze doelgroep in het leerlingenvervoer. Mijn eigen kind heeft daar helaas langdurig van gebruik moeten maken. Het is enerzijds positief, als men tracht daar de eigen bijdrage van te laten vervallen, maar wat ik nog belangrijker vind, is de kwaliteit van het leer lingenvervoer. Het is inderdaad zo, wat de heer Withagen al zei, het zijn vaak moeilijk opvoedbare kinderen. Het zijn kinderen met ernstige handicaps, leerstoornissen enz.. Als zij in een busje zitten met alleen maar een bus chauffeur en die zit bijvoorbeeld ergens tussen Etten-Leur en Breda vast in een file, en achter in het busje breekt een kleine opstand uit omdat de kinderen in dat busje mobiel zijn in die leeftijdscategorie, dan is de kwaliteit van het vervoer magertjes. Dan zou ik de kwaliteit graag verbeterd zien als we toch naar dit systeem kijken met bijvoorbeeld op dat soort busjes met meer dan 4 a 5 kinderen een begeleider. Want ik denk dat dat ook een bijdrage kan zijn aan dit vervoer. Ik geef u dat, als u tot een her overweging komt, gaarne mee om daarnaar te kijken. Aan het amendement van Lijst Linssen heb ik geen behoefte, omdat ik vind dat er nu echt de zaken moeten worden gedaan die gedaan worden. Ik ondersteun met nadruk het verhaal van de portefeuillehouder als hij spreekt over het nu realiseren en wat Halsteren doet, doet Halsteren. Dat is hun autonomie. Wij maken gebruik van de onze met uiteindelijk een goed doel. Ik kan met de totaliteit van het voorstel van het college instemmen, waarbij ik aanmerk dat ik het woordje "vooralsnog" oversla bij het lezen. Mevrouw VAN OORSCHOT: Voorzitter, ik ben het niet helemaal eens met de heer Van der Kallen. Mijnheer Van der Kallen de basis van deze vervoersvoorzie ning en de uitgangspunten voor deze vervoersvoorziening hebben wel degelijk te maken met het primaat. Het primaat, waar we over praten, gaat om 320,-. De discussie over de vrijheid die we de mensen daardoor ontnemen, zou wel eens zo kunnen zijn dat we de vrijheid, die we ze nu geven, op termijn terug moeten halen. Dan kijk ik naar de heer Janssen. Als u volgende week dinsdag uw Sinterklaascadeautje krijgt en u moet het over 2 jaar teruggeven, zult u dat, denk ik, ook niet leuk vinden. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, bij interruptie. Politiek is steeds het afwegen van een privé-belang tegen een algemeen belang. Mijn interpretatie -23- van dit voorstel is, dat het college na de commissie een zeer goede en af gewogen afweging maakt. Ik vind dat de politiek dat soort belangen moet durven afwegen. Soms betekent dat inperking van een privé-belang, wat ook ik betreur, maar ik denk dat, als je het algemeen belang benadert, je dat in dit geval wel zal moeten. Mevrouw VAN OORSCHOT: Wij hebben ook heel duidelijk aangegeven dat wij niets hebben tegen het standpunt van het college en het heel duidelijk eens zijn met het standpunt wat ons college in de gemeente Bergen op Zoom inneemt. De problemen liggen niet bij Bergen op Zoom. De problemen liggen bij de rand gemeenten, die het primaat hebben laten vallen en afgeweken zijn van hun uitgangspunten, waardoor, als wij vanavond hier als een der grootste gemeen ten een besluit nemen een collectief vervoer in werking te zetten, wij de situatie, zoals die nu is, onmogelijk in kunnen schatten. De basis halen wij er onderuit. De gemeente Bergen op Zoom blijft als enige haar primaat hanteren. Dat zijn voor ons onzekerheden waar wij op dit moment niet mee kunnen leven. Wij zullen ons amendement handhaven. De heer SMITS: Voorzitter, het belangrijkste antwoord wat wij zochten uit de eerste termijn was dat verhaal over de extra voorzieningen voor de korte actieradius. Daarop hebben wij antwoord van het college gekregen en daarmee wordt de zorg van het SOG weggenomen. De zorg die wij in wezen ook hadden. Wat dat betreft, zijn wij dus tevreden. Als ik dan naar de amendementen en moties kijk, dan zie ik dat er een aantal zijn ingetrokken. Daar heb ik overigens geen problemen mee, want de VVD heeft dat bij de Algemene Beschouwingen ook zo gedaan. Het voordeel van zulke zaken is in ieder geval dat je zaken heel scherp moet formuleren en precies moet aangeven wat je wilt. Dat komt de duidelijkheid ten goede. Daarom heb ik daar helemaal geen problemen mee. Dat neemt niet weg dat er een aantal ingetrokken zijn, waarvan het CDA vindt dat ze door het college toegezegd zijn. Wij waren van plan een aantal in positieve zin te benaderen en de andere in negatieve zin, maar meer vanwege het feit dat er gevraagd werd naar onderzoeken. Tegen een onderzoek hebben wij in principe nooit bezwaar. Als collega's vinden dat iets nader bekeken moet worden, wie zijn wij dan om dat tegen te houden. Dat waren wij niet van plan. Dan resteert alleen het amendement van Lijst Linssen. Voorzitter, ik dacht het in eerste termijn ook al aangegeven te hebben. Er zijn wat het KAPs betreft 2 richtingen, dat is richting StreekgewestDaar wordt 624, gevraagd. Daar voldoen wij aan. Richting de garantiestelling voor het KAPs klopt. Dat doen bijna alle gemeenten, bij mijn weten. Dus een garantie ten aanzien van het opstarten van dit vervoer is aanwezig. De andere kant is de vertaling naar de gemeente terug. Hoe lepelen we die 624,op? Dat doen gemeenten op een verschillende manier, maar dat is een interne zaak, een eigen beslissing. Daarvan heb ik gezegd dat ik het verve lend vind dat Halsteren het anders heeft gedaan dan wij. Niet dat Halsteren het anders doet dan wij, maar vanwege het feit dat we daar straks mee geconfronteerd worden als onze gemeenten samengaan. Want dat overlapt de periode waarin we deze proef nemen. Dan komen we met een probleem met Halsteren te zitten. Dat lossen we dan maar op. Ik heb dat aangegeven als storend en lastig. Ik had dat liever met Halsteren van tevoren besproken, zodat we één geluid hadden kunnen laten horen. Voorzitter, voor het overige zijn we akkoord met het stuk wat er ligt. Op onze wensen betreffende het SOG is antwoord gegeven. Het antwoord vonden wij redelijk en meer heb ik daar niet over te zeggen. Het enige is dat ik vind dat in de commissie uitstekend gedebatteerd is en dat het college een uitstekend voorstel op tafel heeft gelegd, wat doordacht

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 346