-16- herinner, en dan kijk ik even naar mevrouw Demmers, dan hebben wij toen gezegd, als de wet- en regelgeving dat gaat toestaan, dan zullen wij ons daar positief tegen opstellen. Dus ik denk dat die toezegging de facto er eigenlijk al ligt. Voor wat betreft de eerste motie, een onderzoek om de reismogelijkheden te verruimen. Ik heb er op zichzelf helemaal geen problemen mee om dat nader te onderzoeken. Ik moet wel vaststellen dat het Stedelijk Overleg Gehandicapten bij dit fenomeen niet stond te juichen. Men vond het niet iets waar je en thousiast over kon worden. De tweede motie, die betrekking heeft op verbeteringen aan de inrichting van de openbare ruimte. Ik denk, voorzitter, dat we hier gevraagd worden om in de toekomst aandacht te ontwikkelen ook voor het verblijf van gehandicapten in de openbare ruimte en dat, als het ware, tussen de oren op te slaan. En bij het maken van plannen, zowel voor nieuwbouw als voor onderhoud, je daar voortdurend van bewust te zijn. Dat is eerder een houding, denk ik, dan een concreet punt. Op zichzelf vind ik het volledig terecht dat die houding van het college grvraagd wordt. In die zin zouden we daar best een keer mee om willen gaan. De laatste motie, de klussendienst Ik denk ook dat we dat mee moeten pakken in het wijk- en buurtbeheer. Ik ben het wat dat betreft helemaal eens met de heer J. van Es. Hier staat nu 1 april 1996. misschien dat we daar bij de behandeling van het voorstel over het wijk- en buurtbeheer beter nog eens over door kunnen praten, als het goed is, dan hebben we dat voorstel eerder aan de orde in de raad. Punt b. in de motie. Ook hier voel ik iets van, er moet een zekere notie ontwikkeld worden tussen de oren. De doelgroep gehandicapten moet in het volkshuisvestingsplan een plaats krijgen. Overigens is in de nota Ouderenbeleid, die op de agenda staat, al aangegeven dat we dat zullen doen. Maar straks in een volledig VOP moeten die speci fieke doelgroepen geïntegreerd aandacht krijgen in een volkshuisvestings plan. Als we in die zin de motie mogen opvatten als een aansporing om dat gevoel goed tussen de oren te krijgen, dan denk ik dat het college daar geen problemen mee heeft. Daar wil ik het in eerste instantie bij laten, voor zitter. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, een aantal opmerkingen over het KAPs van mijn kant. Lijst Linssen heeft een amendement ingediend. De overwegingen van het amendement, en zeker de eerste 3 overwegingen, zijn overwegingen die uit mijn hart of die van het college zijn gegrepen. Er staat dat wij van mening zijn dat het belangrijk is om het collectief vervoer in te voeren en dat de regionale afstemming daar een voorwaarde is. En dat er collectief vervoer nodig is om in de toekomst het bewegen van geïndiceerde gehandicapten moge lijk te houden. Ik denk dat dat ook de insteek is geweest van alle discus sies die in het kader met het Streekgewest zijn gevoerd. We zien op ons afkomen dat de zorgplicht, die de overheid heeft, namelijk die 520 km garant te stellen aan geïndiceerde gehandicapten, onder spanning komt te staan. Het bedrag dat er nu voor nodig is, die 1.670, die we daar nu voor kunnen aanwenden, komt onder spanning. Hoe kun je dan, rekening houdend met de toekomst, er toch voor zorgen dat die gehandicapten met vermoedelijk minder geld in de toekomst toch die bewuste 520 km kunnen afleggen? Dan denk je aan zo'n zogenaamd KAPs- systeem. Het ging er in het Streekgewest in feite om dat we het principe van het KAPs hoog zouden houden. Met andere woorden, dat systeem moet je proberen op te zetten, zo breed mogelijk. Zo breed mogelijk gedragen in het hele Streek gewest. Hoe je dan dat laat dragen in de zin van, welke gemeente welk bedrag -17- daarvoor in gaat vullen, is eigenlijk nog niet eens het belangrijkste. Wij hebben wel met zijn allen geconstateerd, dat wil je een proefperiode van 2 jaar doorlopen, dat je daar een bedrag van 624,— voor nodig hebt. Dat is eigenlijk de principevraag. Maar of dat bedrag nu gesplitst gaat worden in 312,-- uit die 1.670, of dat je het volledig gaat halen uit de reserve is eigenlijk niet eens de belangrijkste kwestie. Wat kun je nu eigenlijk constateren? Dat streekgewest-breed, zou je bijna kunnen zeggen, -ik meen dat 1 gemeente er niet aan meedeed- men het eens is met dat principe, als tenminste Bergen op Zoom vanavond dat besluit neemt. U zegt nu eigenlijk in uw amendement, neem dat besluit nu niet. Neem dat eerst terug en ga vervolgens daarmee het Streekgewest in. Ik denk dat we dan het principe als raad niet onderschrijven. Wij staan sterk in het Streekgewest wanneer wij proberen samen met alle andere gemeenten dat systeem op poten te zetten. Daarvoor heb je 2 jaar nodig. Want hoe gaat zoiets precies lopen? Die ervaring moet je opdoen. Nu weten we uit andere delen van het land dat het gebruik maken van dit soort systemen aanvankelijk wat moeilijk loopt, maar dat na een half jaar het systeem goed ingeburgerd raakt en dat je dus dan ziet dat men daar goed gebruik van gaat maken. Of nu andere gemeenten het bedrag van 624,op een andere manier voor dit doel gaan besteden, is dus eigenlijk ook niet belangrijk. Het is zeker niet belangrijk in de besluitvorming voor Bergen op Zoom. Wij moeten onze eigen verantwoordelijkheid in deze nemen. Wij vinden, in ieder geval als college, dat je dat bedrag voor een deel van die 1.670,— af kunt halen en voor dé helft uit de voorziening. Uiteraard moeten we dan als gemeente Bergen op Zoom in de verdere gesprekken met het Streekgewest goed in de gaten blijven houden dat dat principe van het KAPs recht overeind blijft en dat we dat ook met de nodige zorg en aandacht moeten begeleiden. Die opdracht, als die van de raad uitgaat in de richting van het college, willen we uiteraard graag meenemen. In de richting van de VVD de volgende opmerking. Er werd gevraagd, als we het primaat, zoals het staat weergegeven in het stuk, handhaven, wat betekent dat dan voor bijvoorbeeld de scootermobiel, werd er gezegd, of de aanpassing van de eigen auto, komt die dan in de verdrukking? Het stuk is, dachten wij, betrekkelijk duidelijk. Het komt niet in de verdrukking. Degenen, die daarvoor in aanmerking zullen komen in de toekomst, kunnen nog steeds gebruik maken van de scootermobiel en de aanpassing van de eigen auto en tegelijkertijd, wel onder een paar voorwaarden, het in handen krijgen van de centen, 1.670,— min de 312, waar we het net over hadden. Mevrouw Kammeijer stelt eigenlijk de vraag, hoe zit het met de individuele vrijheid en hoe combineert zich dat met de handhaving van het primaat? Ik denk eigenlijk dat ik het al beantwoord heb toen ik het in de richting van Lijst Linssen had over de noodzaak om te komen tot dat KAPs in de toekomst. Individuele vrijheid, graag, maar als we zien dat dat bedrag in de toekomst minder wordt, dan moeten we er nu voor zorgen dat die vrijheid, om zich te kunnen bewegen in de toekomst, ook gehandhaafd wordt en daarvoor is dat KAPs noodzakelijk. De opmerking met betrekking tot de verschillende andere gemeenten heb ik ook al gemaakt. De VOORZITTER: Dames en heren, dat wat de eerste termijn betreft. Ik schors deze vergadering voor 15 minuten. Tegen 21.00 uur wordt u allen hier weer terug verwacht. Aldus schorst de VOORZITTER de vergadering om 20.45 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 21.00 uur.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 343