bezig zijn. De eerste schets die wij daarover gehad hebben is weer teruggegaan, vervolgens zijn er weer andere stedebouwkun- dige randvoorwaarden gekomen. Dit even terzijde. Ik vraag of de opmerking die u maakt van, wij gaan met mensen die zich aandienen toch in zee ook inderdaad betekent dat u dat con creet doet en dat los ziet van de verdere ontwikkeling van het Mineurplein, eventueel ontwikkelen van panden aan de Steen bergsestraat De heer JANSSEN, wethouder: Zoals de plannen er nu voorstaan, u kent een deel van de plannen, is het zo dat de villa los ontwikkeld kan worden van het gebied dat het parkeerterrein is. Wij sluiten niet uit, maar dat hangt verder af van de gesprekken die samen met APO kunnen worden gevoerd, dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden tussen het huidige parkeerter rein en de panden aan de Steenbergsestraat. Om te bepalen hoe je verder moet, bijv. in taxatiezin, wat is de omvang van de tuin om maar eens een heel simpel voorbeeld te noemen, hebben we moeten wachten op de resultaten van het onderzoek van wat doen we precies, wat kunnen we precies waar doen. Kort en goed, de panden aan de Steenbergsestraat kunnen los ontwikkeld worden, maar kunnen ook, wat ons betreft, in een relatie worden gebracht met het Mineurplein. De heer BOLSIUS: Ik heb diverse malen gehoord, de markt is niet gewillig, we hebben met APO gesproken, we hebben intern nagedachtmaar in feite maakt je een markt niet gewillig als je te lang wacht en met één projectontwikkelaar bezig blijft. Een markt bestaat nu eenmaal uit een aantal project ontwikkelaars en een aantal mensen die wellicht een vraag hebben. Naarmate je meer projectontwikkelaars inschakelt, heb je ook meer vraag van de markt te pakken. Wij weten al heel lang dat het nieuwe stadskantoor gebouwd ging worden. Wij hebben conrete toezeggingen gekregen dat met de komst van het nieuwe stadskantoor een invulling gegeven zou worden aan de gebouwen die leeg zouden staan. Ik denk dat wij te lang praten met één projectontwikkelaar, hoezeer we ook een basisovereen komst hebben. Als op een gegeven moment die ene projectontwik kelaar die markt niet voor ons openmaakt, zullen wij daar anderen zeer fors bij moeten betrekken. De heer LINSSEN: Ik wil daar nog even op inhaken, want ik ben het zeker met de heer Bolsius eens. Ik had even gewacht tot u klaar was met uw beantwoording met betrekking tot de leeg staande panden. In april heb ik in de commissie gevraagd aan de burgemeester hoever zitten we, ik ga dan even terug naar het stadskantoor in 't Vierkantje, en wanneer bent u begonnen met de markt op te gaan met het stadskantoor hier. We wisten toch allang dat we een nieuw stadskantoor gingen bouwen. Dat was toen niet helemaal duidelijk en ik zou toch nu van u willen weten wanneer u daadwerkelijk begonnen bent met het op de markt gaan met het stadskantoor. In april kreeg ik namelijk hetzelfde verhaal wat u nu vanavond zegt dat er drie partijen zijn waarmee gesproken wordt. Dat betekent, hetzelfde antwoord in april en nu zitten we in november, dat er erg weinig ge beurd is. Ik wil toch wat meer informatie hebben. Is hier een 38 foutje gemaakt door het college, is men te laat de markt op gegaan met dat kantoor, waarvan je weet dat het leeg komt. Verder maak ik uit uw woorden op, met name als we praten over de Steenbergsestraat en de Westersingel dat daar betere ont wikkelingen zijn en dat dit voorspoediger loopt dan wat be treft 't Vierkantje Verder sluit ik me natuurlijk aan bij het betoog van de heer Bolsius. De heer JANSSEN, wethouder: Laat ik dan eerst proberen op de woorden van de heer Bolsius te reageren. In het verleden zei ik u net, hebben wij met APO de afspraak gemaakt dat wij het Mineurplein en omgeving samen met hen zouden ontwikkelen. Dat betekent overigens niet dat wij die hele weg af gaan leggen met APO. Op dit moment zijn de taxaties geschied, APO en gemeente zijn met elkaar in overleg als het gaat om de gebou wen aan de Steenbergsestraat. Mochten APO en gemeente er niet uitkomen als het gaat om een taxatie en een invulling, dan betekent dat dat we als even goede vrienden uit elkaar gaan en dat we zelf met die panden verder gaan. De heer VAN DER KALLEN: Wat voor termijnen zijn er nu eigen lijk gesteld bij de discussies met APO. Je doet ze toch een aanbod en daar hebben ze pakweg drie weken, voor mijn part 6 weken voor, maar er zijn toch termijnen afgesproken naar ik veronderstel. Wat bedragen dan die termijnen. Schep nu eens duidelijkheid. De heer JANSSEN, wethouder: Het gaat wat in details, maar laat ik dan in ieder geval over de Steenbergsestraat het volgende zeggen. Wij moeten van APO eind november een ja of nee hebben of zij met de panden aan de Steenbergsestraat doorgaan. Dan kom ik bij de opmerkingen die gemaakt zijn over de nieuw bouw van het oude stadhuis, dan is daar zeker niet ervoor gekozen om alleen met APO door te gaan. APO heeft in dat proces van nadenken als partner voor ons een bepaalde beteke nis gehad. Als ik het heb over drie partijen waar we op het ogenblik mee praten, dan geeft al aan dat we dus zeker niet afhankelijk zijn van APO in deze. Dus vastzitten als het gaat om dit soort projecten aan één projectontwikkelaar is zeker niet het geval. Hebben wij daar in het verleden afspraken over gemaakt, dan zul je eerst met APO dat af moeten kaarten en moeten zeggen ja of nee en ga je vervolgens door. Wat betreft het stadhuis zijn die afspraken nooit gemaakt en zullen we dus ook niet alleen de APO-weg kiezen, om het zo maar eens te noemen De heer LINSSEN: Ik wil toch van u het antwoord hebben of u nog steeds met de drie dezelfde personen praat als in april. Verder wil ik weten, wanneer bent u begonnen met dit stadskan toor op de markt te gaan. Dat wil ik van u horen. De heer JANSSEN, wethouder: Ik kan op dit moment, dan zou ik de spullen erbij moeten hebben, niet exact zeggen wanneer wij met deze partijen in gesprek zijn geraakt. Ik kan u dat meede len op de eerstvolgende commissievergadering, dan kunnen we daar exactere data laten zien. Dat is het betoog geweest van 39

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 318