gewoon jammer, want ik denk niet dat vastenavond, ook gezien onze reacties op de subsidies, op een prijs van ons zit te wachten. Ik had gehoopt dat het een gemeentepri js kon zijn, maar jammer. De heer JANSSEN, wethouder: Als u blijkbaar hetzelfde doel nastreeft als de bouwers, waarom zouden ze dan niet een prijs van Groen Links aardig vinden. Misschien is het iets om toch eens te proberen. Ik kom dan aan een aantal onderwerpen die mijn portefeuille aangaan, de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Als ik met u een reisje door de stad maak, dan komt aan de hand van alle onderwerpen die naar voren zijn gebracht, de binnenstad als een van de belangrijkste onderwerpen naar voren. En terecht. Bij iedere algemene beschouwing van de laatste jaren is een belangrijk deel van de inhoud aan de binnenstad gewijd. Dat is iets waar wij met zijn allen belang bij hebben in Bergen op Zoom, de binnenstad. We komen daar met velen en vaak tegelijk. Het is niet zo vreemd dat daar veel aandacht aan besteed wordt, ook door u. U weet dat het be leidsplan binnenstad 1987 in de maand december aan u zal worden aangeboden in de vorm van een evaluatie en dat tegelij kertijd het beleidsplan 1996 zal worden aangeboden. Daar komen een heleboel onderwerpen aan de ordeU heeft dat mee kunnen maken in de commissievergadering die niet zo lang geleden daarover heeft plaatsgevonden. De concepten zijn daar toen besproken en ook zijn diezelfde concepten besproken in aller lei klankbordgroepen, zowel interne als externe. Met name in die externe klankbordgroepen zitten dan hele interessante groeperingen als het MGH en het BKB maar ook de provincie en andere organisaties. We kunnen op dit moment, denk ik, voor zichtig maar toch wel verheugd vaststellen dat de grote lijn, zoals die is weergegeven in de concepten, kan worden onder steund. Ik denk dat dat positief is, maar dat ontslaat ons natuurlijk niet van de plicht om uiterst kritisch te blijven op het samenstellen van het nieuwe beleidsplan 1996 en dat dan aan u aan te bieden in december. Een belangrijk onderdeel in de binnenstad is natuurlijk de gemeentelijke gebouwen die recentelijk zijn vrijgekomen. Daarover zijn nogal wat vragen gesteld in deze raad. Het CDA begon daarmee en sprak in feite haar zorg uit, meerdere par tijen hebben dat gedaan, en dan met name over het leegstaan van die gebouwen. De vraag die het CDA daar nadrukkelijk bij stelde was, had je niet eerder moeten gaan kijken naar deze gebouwen en is het allemaal niet te traag op gang gekomen. Dat is natuurlijk altijd de vraag en daar kun je heel lang over strijden, wat is eerder en wat is vroeg genoeg. Over twee locaties wil ik even wat meer met u praten. Dat gaat over de nieuwbouw van het oude stadhuis en het Mineurplein. De nieuwbouw van het oude stadhuis, een onderwerp dat mis schien bij u, althans dat zou kunnen, de indruk gewekt heeft dat we daar recentelijk mee begonnen zijn om erover na te denken. Dat is zeker niet het geval. Al gedurende langere tijd hebben wij nagedacht over wat de functie precies zou moeten zijn, moet het gebouw wel of niet gesloopt worden en wat moet 36 je daar precies aan invulling laten plaatsvinden. Dat hebben we intern gedaan, maar ook samen met APO. Zoiets dergelijks, met elkaar bediscussiëren en proberen na te gaan wat de toe komstmogelijkheden zijn, is niet eenvoudig. Je bent toch altijd in dit geval van de markt afhankelijk. Keuzes maken is in deze niet eenvoudig en toch is die keuze gemaakt, want we hebben gemeend niet zelf als overheid een soort van project ontwikkelaar in deze te moeten spelen, maar dat toch samen met de markt te moeten oppakken. Dat heeft geresulteerd in het bediscussiëren van deze materie met een drietal partijen. De huidige stand van zaken is zo dat wij in een min of meer afrondende onderhandeling zijn. Dat betekent overigens niet dat dat positief zou zijn. U kunt zich voorstellen dat ook een gemeente eisen heeft, eisen en wensen over prijs en kwaliteit. Als ik het over kwaliteit heb bedoel ik; wat denkt u daar nu precies toe te staan. Dat is en zal een ingewikkeld onderwerp blijven. De markt is, dat kan ik u nu in ieder geval wel meedelen, niet al te gewillig in deze. Hoe de onderhandelingen dus af gaan lopen kan ik u op dit moment niet meedelen. Wees ervan overtuigd dat wij redelijk op tijd begonnen zijn en er hard aan proberen te trekken om daar goede en passende invul ling te vinden. Met betrekking tot het Mineurplein en omgeving, dat is dus de villa en de Steenbergsestraatbeide panden die wij enige jaren hebben bewoond, het volgende. Enige jaren geleden is afgesproken dat APO en de gemeente samen deze locaties zouden gaan bekijken en dat wanneer er goede afspraken gemaakt zouden worden APO degene zou zijn die daar de projectontwikkeling voor zijn rekening zou nemen. Niet zo heel lang geleden heeft u kennis kunnen nemen van de wijze waarop wij denken daar een en ander te gaan invullen. Dat heeft enige tijd gekost, met name waar het erom gaat waar paal je precies de ontwikkelingen af van, laten we het maar zo zeggen, het plein zelf, de huidi ge locatie parkeren. Wat kan daar, waar moet het precies staan, hoe hoog moet het worden enz. Dat heeft nogal wat consequenties voor zijn omgeving en dus ook voor het gebruik van de panden, d.w.z. de villa en de beide gebouwen aan de Steenbergsestraat. Daar zijn we nu uit en we hebben dus als het ware het werkterrein bepaald in deze omgeving. Nu is het zo dat deze drie panden, Steenbergsestraat en Mineurplein, in ontwikkeling gebracht kunnen worden. Dat betekent overigens niet dat wij in de tussentijd stil hebben gestaan. Diverse instanties en bedrijven hebben geïnformeerd naar de mogelijk heid tot ontwikkeling van deze panden. Die hebben we niet ergens op de plank gelegd en gezegd, daar komen we te zijner tijd wel een keer met u over praten, nee die zijn uiteraard onmiddellijk meegenomen in de gesprekken die wij regelmatig hebben met APO. Deze bedrijven worden op dit moment ook bena derd om te kijken hoe hun interesse in een en ander is. Ook daar geldt natuurlijk dat hier de markt een bepaalde invulling aan het geheel moet geven. De heer AERTSSEN: Bij wijze van interruptie. Ik begrijp heel goed dat ook de markt in deze een belangrijke factor is. Dat wil ik niet ontkennen. Ik wijs de wethouder er echter op dat wij ten aanzien van het Mineurplein toch al een aantal jaren 37

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 317