zijn met u van mening dat een goede accomodatienota nodig is
om zeker in de toekomst tot a. een goede verdeling van de
verschillende sportzalen en accomodaties te gaan komen en
b. daarnaast ook te kijken in hoeverre samenwerking tussen
scholen en verenigingen tot stand kan komen. Dat is een van de
belangrijkste redenen waarom het nu heel erg moeilijk is om
een accomodatienota te schrijven, omdat op dit moment we
totaal geen enkele grip hebben op alles wat bij de gymlokalen
van de scholen gebeurt. Je kunt wel opschrijven dat je weet
wat de bezettingsgraad in die sportlokalen is, maar je kunt
daar op dat moment heel weinig mee. Als je een accomodatienota
schrijft zul je dat ook met name moeten doen in heel goed
overleg met bijvoorbeeld de scholen om te weten in hoeverre
samen met die scholen afspraken te maken zijn of gymzalen, met
name in de avonduren want overdag zijn ze door de scholen zelf
bezet, te gebruiken zijn door verenigingen.
De heer SMITS: Dat is toch geen nieuw probleem, de ruimte van
de scholen beschikbaar zien te krijgen in de avonduren. Dat is
een zaak waar we al 20 jaar over praten.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Dat is een heel groot probleem,
want scholen hebben autonoom recht om dat te weigeren. Dat
betekent dat scholen aan kunnen geven of ze iets wel of niet
willen. Er zijn scholen die het pertinent niet doen vanwege de
grotere slijtage en de onveiligheidssituatie die soms daarna
in gymzalen optreedt, beschadigingendie er zijn^ waardoor
scholen gedwongen zijn extra middelen in te zetten die ze niet
hebben. Wil je dat doen, dan zul je daar ook met de scholen
heel goede afspraken moeten maken hoe je je daar als gemeente
in opstelt. Als je als gemeente vindt dat je een stuk van dat
beleid moet gaan voeren, wat op zich een goede gedachte is
waar ik ook volledig achter sta, dan zul je wel met de scholen
moeten afspreken wie dan verantwoordelijk is voor wat en hoe
je omgaat met de exploitatielasten en hoe je dat binnen je
eigen begroting denkt. Dat zijn zaken die je wel op een rijtje
gezet moet hebben om tot een goede accomodatienota te komen
De heer SMITS: Ik moet opmerken dat dat in mijn jonge jaren al
een punt van discussie was. Als je dat nu op een rijtje gaat
zetten, dan vind ik dat u gewoon zaken opnoemt die zal zo lang
bekend zijn en dat dat geen reden is om de accomodatienota zo
traag op tafel te krijgen.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Mijnheer Smits, het heeft totaal
geen zin om nota's te schrijven wanneer je van tevoren weet
dat je het beleid dat je opschrijft niet uit kunt voeren omdat
je niet tot afspraken kunt komen. Ik denk dat het een veel
betere zaak is om inderdaad een nota te schrijven met nu het
zicht op de mogelijkheden in het kader van de decentralisatie
van 1 januari 1997. Daarom is het tijdstip helemaal niet zo
slecht om te zeggen dat we zeker bereid zijn, dat staat ook in
het antwoord, om die nota te schrijven, maar dat daar de
periode van weliswaar 6 maanden i.p.v. 3 maanden echt te kort
voor is. Wij willen u daarom verzoeken om af te spreken dat
eind dit jaar de nota er zal zijn. We zullen tussentijds
30
ervoor zorgdragen dat de inventarisatienota, zoals ook aan de
heer Coppens al is toegezegd in de commissie, in november aan
u overhandigd zal worden, zodat u ook een idee heeft wat de
bezettingsgraden in, overigens alle, gymlokalen ze hebben er
allemaal aan meegewerkt om hun gegevens te verstrekken, maar
ook de sportzalen, dat ligt wat makkelijker want dat is ge
meentelijke beleid, op dit moment zijn. Mijn vraag is dus
eigenlijk, wij zijn bereid de motie over te nemen als u bereid
bent inderdaad de periode van 6 maanden te laten vallen en mij
daar samen met de dienst een jaar de tijd voor te geven om met
een adequate nota naar u toe te komen.
De heer SMITS: Daar willen wij graag dat half uur even voor
gebruiken
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik had al zo'n vermoeden dat u
lange tijd nodig had gezien het aantal moties.
De heer WITHAGEN: Ik krijg het allemaal niet meer helder, van
daar mijn vraag. Wij hebben afgesproken dat er een accomoda
tienota zou komen. Dit college is gewend om haar taken uit te
voeren, het is trouwens ook uw college. Dit college vraagt
uitdrukkelijk, ik snap het dus echt niet, laat ons dit beleid
uitvoeren. De wethouder zegt, het is belangrijk dat er maat
schappelijke draagkracht en een maatschappelijk draagvlak ligt
onder deze nota en dat het ook uitvoerbaar is door het colle
ge. Dan snap ik niet waarom u als collegepartij die drie
maanden in een motie gestand wilt blijven doen. Dat snap ik
werkelijk niet, dan kom ik waarschijnlijk hersens tekort.
De heer BOOGAART: Misschien twijfelt de heer Smits als colle
gepartner aan de voortvarendheid van het college.
De VOORZITTER: De fractie van de WD denkt daar straks nog
even over na.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: U was me net voor, voorzitter. Ik
denk dat de heer Smits uitstekend in staat is om in dat half
uur tot een goede afweging te komen.
De heer SMITS: Voorzitter, ik heb een half uur gekregen, hoort
u dat
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Misschien dat we zo voortvarend
zijn dat u helemaal geen tijd meer nodig hebt. Dat zien we
vanzelf.
Ik heb nog één onderwerp met u te behandelen en dat is Toeris
me en Recreatie in het kader van het totaal economisch ontwik
kelingsbeleid. De steun van de meerderheid van de raad voor
het ingeslagen traject, zoals u dat uitgebreid in de commissie
heeft verwoord, verheugd ons als college zeer. Ik denk dat
alleen de WD-fractie met name, dat heb ik dan ook zowel in de
commissie als de afgelopen keer in de raad aangegeven, in de
nota een beleidsvisie miste. Deze nota pretendeert ook geen
beleidsnota te zijn. Ik heb het al verschillende malen een
31