in de commissie constant bij zullen praten hoe de stand van zaken daar is en tegen welke problemen we aanlopen.. De heer LINSSEN: Die toezegging hadden we vorig jaar ook. We krijgen diezelfde toezegging nu weer, dat het de aandacht heeft. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Het heeft niet alleen aandacht, we onderzoeken het. De vraag van de WD was of we dat in een half jaar konden. Daarvan moet ik zeggen dat dat absoluut niet kan, niet alleen ik niet maar ook de diensten niet. Dat is zo complex, als je bijv. praat over de muziekschool met heel andere cao's, met heel specifieke cao's als je over muziekon derwijs praat, de schouwburg kent weer heel andere problema- tieken, ik denk aan de btw-situatie en bij de Markiezenhof praat je weer over iets anders. Dat betekent dat dit een proces is wat heel zorgvuldig gevoerd moet worden. Het duidt niet altijd op goedkoper uitkomen als je gaat privatiseren. Soms wordt het zelfs duurder. Ik denk dat we af kunnen spreken dat we regelmatig in de commissie bijpraten over de stand van zaken en dat ik van uw commissie en raad daar tussentijds sturing van mag vragen als u het gevoel heeft dat het een kant uitgaat waar het niet naar toe moet, c.q. bijstelling behoeft. De heer BOLSIUS: Zou het dan niet goed zijn dat deze raad eens overweegt om middelen beschikbaar te stellen teneinde een stukje externe deskundigheid bij dit onderzoek te betrekken. Er zijn namelijk op dit moment erg veel onderzoeken gaande die zich richten op privatisering van wat voorheen de overheidsac tiviteiten waren. Er bestaat een behoorlijk know how bij externe onderzoekburo's. Het is geen enorme opdracht van vele tonnen. Ik denk dat, als wij graag willen dat het op een ver antwoorde wijze hier naar voren komt, we daar ook de middelen voor beschikbaar moeten stellen, want het moet nu maar alle maal intern opgelost worden. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik zou toch willen pleiten voor het in eerste instantie intern uitzoeken. Op het moment dat je de vraag goed kunt formuleren kun je ook een extern buro de opdracht geven. Er zijn een aantal buro's die zich daar voor schouwburgen specifiek op gespecialiseerd hebben. Die onder zoeken hebben we ook. We gebruiken ook de onderzoeken voor schouwburgen van diverse onderzoekburo's. Dat betekent dat dit natuurlijk een handvat biedt om hier naar te kijken, maar ik zal zeker naar de commissie terugkomen op het moment dat ik constateer dat ik niet aan de vraag kan voldoen vanwege een capaciteitsprobleem. We hebben het dan niet over een kwali teitsprobleem maar een capaciteitsprobleem. De heer LINSSEN: Het is dan natuurlijk ook interessant om eens na te gaan bij andere gemeenten die die onderzoeken al gedaan hebben, hoe het gedaan is, alvorens wij zo'n commissie benoe men. Maar wat op dit moment ook interessant zal zijn, ik denk dat we dat ook eens uit moeten zoeken want dat is een omge draaide vorm geweest, die mij verbaasde maar ik heb de infor matie ook niet, is dat het in Kerkrade andersom is gegaan. 28 Hier is het van stichting teruggegaan naar gemeente. Ik ben heel nieuwsgierig eigenlijk waarom dit gebeurd is, misschien dat u dat eens op kunt vragen. Laten we daar dan ook maar eens naar kijken. Dit ondanks het feit dat ik voorstander van privatisering ben. Ik ben nieuwsgierig waarom Kerkrade de zaak teruggedraaid heeft. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik zal dat eens opvragen om de verschillende zaken eens naast elkaar te leggen. Ik gaf ook aan dat wij al een aantal rapporten hebben van verschillende schouwburgen over hoe de organisaties zijn en dat varieert van stichtingen tot bestuurscommissies tot een volledige privati sering met een eenmalige bijdrage. Het gaat wat ver om dat hier te bespreken, ik denk dat dat in de commissie besproken kan worden. Ik reageer er echter even op omdat er een motie van de WD ligt met eigenlijk het verzoek aan het college u regelmatig op de hoogte te houden. Het streven is zeker om in deze collegeperiode u duidelijkheid te geven hoe we daarmee verder gaan. De heer WITHAGEN: Bij interruptie. Dat betekent dus dat we terug zijn bij het collegebeleid. Ik begrijp goed dat er nu nadrukkelijk gezegd wordt door het college, de onderzoeksoptie geldt nog steeds, we zullen dat in de loop van deze periode ook uitvoeren. U wijst daarmee de motie van de WD voor dat aspect af. Mevourw DEMMERS, wethouder: Ik heb daar geen behoefte aan. Als de WD daarmee accoord gaat denk ik dat ik op deze manier het collegestandpunt verwoord heb. De heer WITHAGEN: Dan is het voor mij ook helder. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Sport. Heel kort. Eind 1994 is de sportnota verschenen en daarin staan nogal wat aanbevelingen, die het komende jaar verder hun beslag zullen krijgen. De Sportraad is uit zijn as herrezen, om het zo maar eens voor zichtig aan te geven, en we hebben daar in de commissie uitge breid toelichting van gehad. Het komende jaar zullen we daar mee tot goede afspraken moeten komen. Het jaar 1996 zal ook grotendeels staan in het licht van het komen tot de bouw van het zwembad aan de Binnenschelde. We zullen daar het komende jaar nog een behoorlijke klus aan hebben. Het streven is erop gericht om eind 1996 daadwerkelijk met de bouw te starten. Als we naar de situatie kijken die er op dit moment bestaat, dan is zowel in de commissie als de raad, met name op verzoek van de WD, toegezegd dat u een inventarisatienota zal krijgen van de sportaccomodatiesDat krijgt u in november, dat staat ook op de agenda. Ik weet dat u met een accomodatienota meer bedoelt dan een inventarisatienota. Een inventarisatie is een statische weergave van wat er is en dat heeft niets met beleid te maken. Je hebt het wel nodig om beleid te kunnen schrijven. Je hebt gegevens nodig, bezettingsgraden en alles wat daarmee samenhangt. We hebben daar heel uitgebreid schriftelijk op geantwoord om u aan te geven dat er vanuit het college niet het gevoel is dat we het niet willen, integendeel, ook wij 29

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 313