bij de landelijke overheid dient te worden aangedrongen op uitbreiding van het instrumentarium ter bestrijding van maat schappelijke overlast door drugsverslaafden en dealers met onvrijwillige opname in gesloten instellingen en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie is ondertekend door de heren Bolsius en Slokkers en mevrouw Kammeijer in voldoende mate en maakt deel uit van uw beraadslagingen Mevrouw KAMMEIJER: Uit het vorenstaande is duidelijk geworden dat een integrale aanpak door voorheen gescheiden opererende instellingen effect heeft. Wij zijn voorstander van een gecom bineerde aanpak, waarbij alle projecten vanuit een coördina tiepunt worden gestuurd. Daarvandaan zullen concrete aanbeve lingen moeten leiden tot maatwerk. Uit een inventarisatie van de werkgroep jeugdcriminaliteit is gebleken dat er zo'n 60 projecten en/of instellingen in Bergen op Zoom werkzaam zijn op het terrein van de jeugdzorg. In december mag het plan van aanpak van deze werkgroep worden verwacht. De D66-fractie is van meningdat, hoe prijzenswaar dig ook dit initiatief is, de formulering van beleid aan deze activiteiten vooraf had moeten gaan. Wij hebben kennis genomen van het ontwerp-structuurplan van het bureau Jeugdzorg West Brabant. Daarin wordt melding gemaakt van de goede ervaringen met het experiment pedagogisch ondersteuningscentrum te Oos terhout, het POC. Hoewel het experiment van het POC nog niet is afgerond, is in ieder geval duidelijk geworden dat de onder één dak formule van primaire jeugdzorg en enkele geïntegreerde jeugdzorgfuncties een bijdrage levert aan de organisatie- efficiency en de uitstraling van het jeugdzorgwerk. Wij nodi gen het college uit de presentatie van het plan van aanpak vergezeld te doen gaan van een door het college geformuleerd beleidsvoornemen. D"66 vindt het belangrijk dat aan het cura tieve zowel alsook aan het preventieve aspect veel aandacht wordt besteed. We kunnen vaststellen dat de activiteiten van het bureau Jeugdzorg voor een belangrijk deel liggen op het curatieve vlak. Voor wat betreft het preventieve aspect stel len wij vast dat jeugdzorg een onderdeel is van maatschappe lijke zorg. Wij denken dat een aansluiting moet worden gevon den voor het ontwikkelingsplan agogisch beleid zoals dat door de stichting SAZO is ontwikkeld, het programma sociaal cultu reel werk en het programma maatschappelijke zorg. Wij delen uw mening, zoals verwoord in het raadsvoorstel subsidiëring samenlevingszorg, dat de produktomschrijvingen daarin te vaag zijn. Bovendien is in het ontwikkelingsplan waarnaar wordt verwezen onduidelijk in hoeverre de voorgestel de projecten aansluiten bij datgene wat er gebeurt op het gebied van de maatschappelijke zorg. U legt bijvoorbeeld een prioriteit bij projecten voor leeftijdsgroepen van 0 tot 18 jaar. Wij willen dan weten in hoeverre deze de bestaande projecten aanvullen, overlappen of in hoeverre projecten gecombineerd kunnen worden. In feite willen wij toe naar eén integraal programma. Het feit dat wij thans te maken hebben met twee verschillende diensten c.q. budgethouders werkt volgens ons niet mee aan een efficiënte en doelgerichte aanpak 20 van een aantal zaken. Eén programma maatschappelijke zorg, samenlevingszorg en sociaal-cultureel werk voorkomt ad hoe beleid. Wellicht dat gewerkt kan worden naar een uiteindelijke samensmelting van maatschappelijke zorg en welzijn. Naar aanleiding van het programma sociaal cultureel en cultu rele ontwikkeling. De subsidies aan culturele instellingen als amateurtoneelgezelschappen, koren, harmonieën, maar ook aan de arthoteek en KCBK e.d. zouden naar ons idee in één cultureel programma moeten worden ondergebracht. Loskoppeling van het sociaal cultureel werk zoals bij de Botte Hommel waar het culturele popgebeuren zal worden ondergebracht bij de gemeen telijke muziek- en balletschool en het KCPK en het jeugd- en jongerenwerk bij welzijn, samenlevingszorg wordt ondergebracht is naar ons idee een goede zaak. Waar we eigenlijk graag naar toe willen is een samenhangende beleidsvisie op het gebied van cultuur, waarbij alle culturele instellingen en activiteiten in kaart worden gebracht, alsmede de mogelijkheden voor regio nale samenwerking en het genereren van provinciale subsidie stromen. Tenslotte hebben wij nog een vraag met betrekking tot de subsidie aan de arthoteek. In het programma sociaal cultureel en culturele ontwikkeling staat op pag. 5 dat de subsidiëring van de arthoteek met ingang van 1 juli 1996 beëindigd moet worden. Wij zouden van u willen weten hoe zich dit verhoudt tot het amendement dat bij de behandeling van de voorjaarsnota is aangenomen, waarin een efficiencymaatregel gezocht zou worden die moet leiden tot een eventuele korting op de subsi die door een goedkopere huisvesting. De heer SMITS: Ik zou u graag willen verzoeken om na mij de heer Coppens over 4 te laten spreken en de heer Piasmans over 6. De invloed van de voorjaarsnota op deze algemene beschouwingen is erg groot. Het gewicht van de discussies is echt verlegd naar het voorjaar. Het is duidelijk dat daardoor de betrokken heid van de raad vergroot is en dat stemt ons tot tevreden heid. BLijft dat het vaststellen van de begroting en vaststel len van het beleid voor het komend jaar toch een belangrijke gebeurtenis is op de kalender van de gemeenteraad. Het zou dus een heuglijke dag moeten zijn, maar toen ik vanmiddag de voorbereiding voor deze vergadering pleegde en in kennis gesteld werd van de televisiebeelden blijkt dit toch een trieste dag te zijn op een aantal kilometers van hier. Je wordt dan weer met je neus op de relativiteit van de dingen gedrukt. Dan blijkt dat in vergelijking met de problemen daar hier een aantal zaken vaak een belangrijkheid krijgen die eigenlijk te groot is voor het onderwerp. Het zijn vaak maar peanuts De bijdrage van de WD-fractie is dit jaar een andere geweest. Wij hebben een aantal zaken die we belangrijk vonden, belang rijk genoeg om naar voren te brengen, verwoord in een aantal moties. Als je dat doet, dan ben je verplicht om scherp te definiëren wat je wilt. Wij dachten dat dat de duidelijkheid ten goede kwam. Daarom hebben wij het gedaan zoals we gedaan hebben. Mijn bijdrage wilde ik als volgt indelen. Eerst mij richten op de antwoorden die we van het college hebben gekre- 21

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 284