- 44 - In die zin heb ik geen echte behoefte om de onderhandelingsvri jhei<] van het college te beperken en neem ik dus afstand van de bijdrage van D' 66 als zo die uitgelegd zou moeten worden dat u die vrijheid niet meer zou hebben. Enige terugkoppeling kan ik mij altijd nog j voorstellen maar dat laat ik graag aan het college over. Kijk ik naar het voorstel, dan ondersteun ik het college van harte en de toekomst zal leren of de tegenstemmers bij dit voorstel het recht aan hun zijde krijgen. De heer DIETEN: De wethouder reageert op twee punten van Groen Links. Beide punten geeft hij onjuist weer en nu reageert hij ook onjuist. Hij stelt dat ons planologisch argument afgeleid is van de feitelijke situatie, terwijl ik duidelijk heb aangegeven dat ons planologische argument is afgeleid uit de planologische rechtstoe stand, waar wij van mening zijn dat zowel de planologische rechts toestand bos als de planologische rechtstoestand zoals die thans geldt een feitelijke invulling kunnen hebben die van zeer slecht tot zeer goed is en dat daarin, qua waardebepaling voor de pandec die op dat gebied uitkijken een zodanig grote overlap is dat de t conclusie dient te zijn dat er geen sprake is van planologische schade. Dat is wat mij betreft ook de juridische invalshoek bij die - afweging. De tweede opmerking van de wethouder ging over de vraag of Groei Links de uitspraak zou willen overlaten aan de rechter en dat wij als raad zelf geen standpunt zouden willen innemen. Nee, de situa tie is wat Groen Links betreft als volgt. Wij zouden willen dat ds I raad, op grond van de eerste afweging over de planologische rechts- toestand en de schade die daar eventueel uit zou voortvloeien, haar verantwoordelijkheid neemt om het verzoek om planschade af te i wijzen. Dat de gemeente dat standpunt ook voor de rechter verdedigt en dat derhalve de rechter er waarschijnlijk wel aan te pas zal j komen, omdat wellicht de verzoekers zich door het standpunt van de raad niet zullen laten ontmoedigen. Pas als wij die situatie aantreffen, dan zegt Groen Links, dan laten wij het ook aan de I rechter en dan zullen wij, als wij in het ongelijk worden gesteld, uiteraard de schade betalen die daaruit voortvloeit. Dat is het J standpunt van Groen Links en daarmee ook denk ik een helder ant- 1 woord op de vraag van de voorzitter. De heer LINSSEN: In de commissie zijn we duidelijk geweest. 1* 1 dacht dat we in de eerste termijn duidelijk waren. Ik wil er geel woord meer aan vuil maken. De heer VAN DE WATER: Bij de besluitvorming van deze raad om het Sterrenbos naar Bergen op Zoom te halen wisten wij dat het niet I helemaal vlekkeloos zou verlopen. De emoties speelden van het begi' af aan best een belangrijke rol. We hebben het besluit genomen er ik denk dat daar consequenties aan verbonden waren. Die willen wi dan ook aanvaarden. We kunnen niet ontkennen dat in heel dez' procedure emoties ook een rol hebben gespeeld, ook voor ons. Wi ondersteunen het voorstel van het college gewoon uit praktisch' i overwegingen we^hou<*er: wi3 hebben, in aansluiting op I n?? 11® ?eer/an ?e Water, getracht om een en ander juist j J? em°hionele sfeer te halen. Dat heeft iedereen geprobeerd Dat hebben we vanavond van alle kanten nog eens een keer gehoord' Dat er een draadDe doorheen liep, dat valt niet te ontkennen. - 45 - wijze waarop de weg nu bewandeld is door het college getuigt toch in ieder geval wel, ook van de zijde van de raad, van een zo objectief mogelijk benaderen van een en ander. Ik denk dat we elkaar daarover kunnen complimenteren. Ik denk dat dat hier ook gezegd mag worden. Een aantal korte opmerkingen nog, want ik denk niet dat er veel behoeft worden toegevoegd aan de vorige ronde. In de richting van D66 over het afwentelen van de risico's. Het college heeft recentelijk nog over deze materie gesproken en gezegd dat in feite standaard bij de artikel 19-procedure het risico zal moeten afgewenteld worden op degene die de aanvraag doet, maar dat er natuurlijk momenten kunnen zijn om anders te overwegen en dan kan dat liggen in bijv. het maatschappelijk belang dat met een en ander gediend is. Het is dus geen wet van Meden en Perzen dat wij handelen zoals ik net zei, standaard dan maar afwentelen. Dat heeft u ook kunnen opmaken uit het agendapunt zoals dat hiervoor behan deld is. Dat wij dat zeker zullen doen met alle zorg, dat mag duidelijk zijn. De rechter zal, mijnheer Dieten, in het geval de raad zich ervoor uitspreekt het college niet te volgen, vermoedelijk wel in beeld komen.Dan zullen we zien of de jurisprudentie zoals die vanavond door de heer Bolsius naar voren is gebracht de juiste is, of dat wij voor de rechter toch misschien gelijk kunnen krijgen. De argumentatie zoals die door de heer Vermeulen naar voren is gebracht zal, dat blijkt nu ook wel uit de tweede termijn en nu een aantal fracties gezegd heeft dat zij zich kunnen vinden in de argumentatie van de heer Vermeulen, als leidraad gaan dienen in een vervolgprocedure Ik denk, voorzitter, dat u dan de conclusie kunt trekken. De VOORZITTER: Op basis van de stemverklaringen denk ik dat ik moet concluderen dat 9 raadsleden zich voor het raadsvoorstel hebben uitgesproken en 17 tegen, te weten de fracties van CDA, Lijst Linssen, WD, Partij van de Arbeid en Groen Links. Dat betekent dat het raadsvoorstel wat er ligt daarmee is verworpen. Het is duide lijk dat de raad de artikel 49-procedure niet wenst te honoreren. U komt tot een andere beoordeling over hoe te handelen in geval van gelopen maatschappelijk risico. Wij zullen dat de betrokkenen mededelen. Ik denk dat we daarmee, met dit verworpen raadsvoorstel, over kunnen gaan tot het volgende agendapunt. 23. Evaluatie-nota RMD Nr. SOB/12 De VOORZITTER: Daar heeft u jongstleden vrijdag een voorstel over bereikt. U heeft vanavond op uw plaats een gewijzigd exemplaar van alleen het besluit aangetroffen. Daar ziet u dat onder besluit 2 conform wat er op de eerste bladzijde van het raadsvoorstel staat er nog is tussengevoegd: "na aftrek van reeds bestaande dekkingen (ca. f.61.000) het resterende bedrag ad f. 36000.- ten laste te brengen van de post Nieuw Beleid." Dat is een precisering, want anders zou er een misvatting kunnen ontstaan. D? h®er VAN DER KALLEN: Gezien de uitgebreide commissievergadering wil ik echter twee elementen in deze raad nog toelichten. In grote lijnen kan ik mij vinden in de intenties van het stuk. Ik denk dat de gemeente Bergen op Zoom hier op een juiste en correcte manier de evaluatienota van de regionale milieudiensten benadert. Er zijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 27