's;'ïï,£?a(s;,.r'S.S Ssss.,™. turs r"S,a'iEïïli srrusr.s'^»u"".f.ss ir2™ Ss-sassvus-s 's mi™ - Lm=ixInvagn0tae donderdag deze zienswijze kan onderschrijven. De VOORZITTER:Over agendapunt 5 niet, mijnheer Franken Accoord gegeven op onze bijdrage ine eers vragen blijven I^loop^an^ol^^^^^^woord^ngjvan^onze vragen °door" van voorjaarsnota en ^^mening^at1 er gestreeft moet worden allemaal wel op de geplande tijd gaan^beureru (15 maanden geen invloed meer op kunnen uitoefenen. Wij wachten dan ook een en ander maar gewoon af. t Dan met betrekking tot uw antwoord nummer 6, pagina 8, betrekking tot het stadskantoor. uw onderhande wij zouden het zeer op pn]s steiien al ioketfunktie van lingen met het VGZ de vestiging van ®en ^°ketfun datzelfde VGZ in ons civic-center mee wilt nemen, rasmp vsrnsGin ik dddrov6ir uw msniricf* Dan pagina 9, punt 7, leegstaande is de Hoewel wij hier niet bi] de vraagstellers de vraag naar compensatie voor de verdwenen ^liefunktie ui binnenstad wel degelijk door ons gesteld, vandaar deze materie nog even wat dieper in willen gaan. Zoals wij in de commissie reeds aangaven is het lussensysteem en daarmee de historische binnenstad ten dode opgeschreven als men vasthoudt aan de denkfout dat de grote landelijke filiaal bedrijven aan de ene lus, en de lokale bedrijven aan de andere lus moeten worden gevestigd. Dit zou echt een kapitale denkfout zijn met verstrekkende gevolgen. Grootschalige winkelbedrijven, die veel publiek trekken, moeten vermengd worden met kleinschalige, kwalitatief hoogstaande winkels. Dat geeft kruisbestuiving, die uitstekend zal blijken te zijn voor de winkelgenen. Gebeurt dit niet, dat zien wij binnen een aantal jaren de verpaupering in dit historische deel van onze binnnstad toe slaan, met alle noodlottige gevolgen van dien. Wij willen het zelfs zo scherp stellen dat als deze richting, die van de kruisbestuiving dus, niet gevolgd wordt, voor lijst Linssen het lussensysteem niet meer bespreekbaar is. Dan gaan we naar pagina 10 punt 9, de referendumverordening zoals gevraagd door de fracties van P.v.d.A. en D'66. Reeds in onze algemene beschouwingen van vorig jaar heeft lijst Linssen gevraagd naar het instellen van de mogelijkheid om te komen tot een correctief referendum. Reeds toen hebben wij gewezen op het belang wat onze fractie hecht aan de mening van de burger en, hoewel wij ook met u van mening_ zijn dat het houden van een regelmatig terugkerende stadspeiling al een grote stap op de goede weg is, zijn wij nog steeds van mening dat het correctief referendum hier een belangrijke aanvulling op zou kunnen zijn. Uw antwoord op de door de fracties gestelde vraag met betrek king tot een concept referendum-verordening, stelt ons dan ook teleur en waar de beide fracties mochten overwegen moties of amendementen met betrekking tot dit punt in te dienen, kunnen zij rekenen op de steun van onze fractie. Vanuit dit punt is de overstap naar punt 12, pagina 11 met betrekking tot de stadspeilingen, makkelijk te maken. Lijst Linssen is tevreden met uw beantwoording en ziet de notitie met beleidsaanbevelingen, dit jaar nog, met veel belangstelling tegemoet. Het doet ons deugd met u te kunnen constateren dat de eerste stadspeiling leidt of heeft geleid tot concrete rapportages en we zijn, zoals reeds gezegd, zeer benieuwd naar de wijze waarop u vanuit deze peiling en de rapportages komt tot con crete beleidsvoorstellen. Dan gaan we naar het hoofdstuk Openbare orde en veiligheid, vanaf pagina 12 dus. Uw beantwoording met betrekking tot de problematiek betreffen de bepaalde groepen Marokkaanse jongeren stelt ons tevreden, hoewel wij bij de opsomming van leden van de werkgroep Jeugd criminaliteit, de inbreng van de Marokkaanse gemeenschap zelf missen. Wij geven u nogmaals in overweging pogingen te onder nemen om deze groepering bij het overleg te betrekken om daarmee het draagvlak van eventueel uit dit overleg voortko mende maatregelen zo groot en optimaal mogelijk te maken. Dan kom ik bij twee vragen van lijst Linssen, onder dit hoofd stuk gesteld, waarvan mijn fractie heeft moeten constateren dat zij onbeantwoord gebleven zijn, naar wij aannemen een vergissing uwerzijds. 9

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 278