discussie nog een nieuw argument bijgekomen en dat is de brief
van ABN/AMRO. De ABN/AMRO is uitgenodigd door het college om
ook haar oordeel te geven over de vraag of het pand op de
Monumentenlijst geplaatst moet worden. ABN/AMRO maakt gretig
gebruik van de mogelijkheid om daar een uitspraak over te
doen. In onze ogen is de brief van ABN/AMRO op dat punt niet
erg kies. Er wordt toch min of meer openlijk gezegd wij zullen
wel met een claim komen van een miljoen gulden, want het gaat
niet alleen over wat u ons aandoet ten aanzien van deze loca
tie, maar het heeft ook nog een uitstraling naar de Parade en
ook denken wij dat het Gouvernement als zodanig weer minder
succesvol zal worden als de locatie postkantoor niet wordt
gerealiseerd. Wij denken dat een partner van onze gemeente
niet op deze manier met de gemeenteraad om zou moeten gaan,
maar dat zij op een wat zakelijker en wat volwassener manier
met ons zou moeten praten over alle aspecten die daarbij een
rol spelen, zonder onmiddellijk een dreigement van een finan
ciële claim van een miljoen gulden op tafel te leggen.
Dat alles overziende komen wij tot de conclusie dat er niet
veel goede argumenten zijn om hardnekkig vast te houden aan
het plan van sloop en nieuwbouw, maar er veel argumenten zijn
om terughoudend te zijn en om ook het accent te leggen op het
bewaren van historische gebouwen in onze stad. Dat betekent
dat wij het advies van het college op dit punt niet zullen
volgen
Mevrouw RAMMEIJER: Een momument of geen monument dat is de
kwestie waarover de gemeenteraad een advies dient uit te
brengen en waarover tenslotte de staatssecretaris een uit
spraak zal doen. Bij de behandeling van dit onderwerp in de
commissie heeft de fractie van D'66 ervoorgepleitvooruitlo
pend op een mogelijke aanwijzing als rijksmonument van^ het
voormalige postkantoor, de zogenaamde wachttijd van 8 a 10
maanden goed te benutten, om geen kostbare tijd verloren te
laten gaan, maar vast te gaan kijken welke alternatieven in
zo'n situatie mogelijk zouden zijn zodat we, als we dan inder
daad een monument rijker blijken te zijn plannen gereed hebben
die we verder kunnen uitwerken.Tijd en voortgang zijn bij de
planvorming in dit gebied voortdurend een grote zorg van het
college geweest. Het tweede punt dat wij in de commissie naar
voren hebben gebracht is de hoogwaardige invulling die op deze
plaats als dringend gewenst werd en wordt beschouwd. De thans
bestaande planinvulling waarbij sloop van het huidige postkan
toor onafwendbaar is leek destijds de enige haalbare optie,
het maximaal haalbare op die plaats. Dat gegeven en het feit
dat er grote haast was geboden heeft ertoe geleid dat D'66
destijds haar fiat heeft gegeven, daarbij aantekenend dat die
invulling wat ons betreft eerder een 6- dan een hoogwaardige
8,5 verdiende.Inmiddels is er sprake van nieuwe ontwikkelin
gen. De mogelijkheid om het postkantoor vanwege zijn karakte
ristieken en monumentale waarde te behouden doet zich nu
serieus voor. Het Cuypersgenootschap heeft daartoe een aantal
argumenten naar voren gebracht die niet eerder als zodanig ter
sprake zijn geweest. Bovendien echter is ons vorige week het
concept beleidsplan binnenstad aangeboden, waarin als belang
rijkst uitgangspunt keer op keer het behoud van onze histori-
10
sche binnenstad voorop wordt gesteld. Daarbij wordt dan niet
alleen gesproken over afzonderlijke panden, maar juist over
het totaalbeeld van onze historische binnenstad, over het
nagenoeg ongewijzigde Middeleeuwse stratenpatroon en over de
waarde van de historische bebouwingsschaalDaarmee moet
Bergen op Zoom zich onderscheiden van de doorsnee Nederlandse
gemeente.Die unieke historische binnenstad is nu net een van
de drie pijlers waarop de toeristisch ontwikkeling die we
gezamenlijk voorstaan rust. Wij wagen het te betwijfelen of
het gigantische nieuwbouwplan met zijn kolossale afmetingen en
bouwmassa de invulling is die bij deze uitgangspunten past.
Ter vergelijking, het pand van de heer Knuttel, de architect
van het postkantoor, kenmerkt zich o.a. juist doordat de
schaal en het silhouet zijn aangepast aan de omgeving, hetgeen
wij alleen maar een zeer positieve waardering vinden. Wij
vindenin het nieuwe beleidsplan eigenlijk alleen maar een
bevestiging van datgene wat wij in de commissie al naar voren
hebben gebracht. In de visie van het nieuwe beleidsplan wordt
gekozen voor een offensieve instelling waarbij de historische
kwaliteit niet alleen moet worden bewaard, maar ook moet
worden gebruikt. Daarmee komen we bij de plannen voor het
kernwinkelapparaatWij denken dat restauratie en een goede
publieksfunctie de herkenbaarheid van het gebouw alleen maar
ten goede kunnen komen en daarenboven zo de winkelstructuur
kunnen ondersteunen en versterken.
Het zijn deze nieuwe inzichten die de fractie van D'66 tot een
heroverweging van de invulling van deze lokatie hebben ge
bracht. Wij denken niet dat je dat moet betitelen als een
bestuurlijke dwaling, het getuigt naar ons idee van reali
teitszin passend binnen een visie die de komende jaren bepa
lend zal moeten zijn voor de toekomst van onze binnenstad.
Daar wilde ik het in eerste termijn bij laten.
De heer CLAESMijn fractie is van mening dat gebouwen die
architectonische waarde bezitten behouden moeten blijven.
Wanneer echter blijkt dat een gebouw zoals het postkantoor
weinig of geen architectonische waarde heeft, dan is het voor
mijn fractie onaanvaardbaar investeringen te doen om dit
gebouw te behouden. Daarom steunt mijn fractie het beleidsplan
binnenstad van 1987 en het collegevoorstel.
De heer VERMEULEN: De CDA-fractie stemt volledig in met het
voorstel. Gelet op de motivatie van het voorstel en de toe
lichting van de wethouder in de commissie hebben wij alle
vertrouwen in een juiste afloop van deze hele zaak. Die afloop
behoort te zijn, naar onze mening, dat het beleid ten aanzien
van deze locatie zoals tot op heden geweest, onverkort wordt
voortgezet en uitgevoerd, zij het helaas met enige vertraging.
Aan een discussie die verder reikt dat het voorstel sec hebben
wij dan ook geen enkele behoefte. Er is in deze nauwelijks een
Planprocedure denkbaar die zorgvuldiger is doorlopen en waar
bij commissie en raad nauwer betrokken zijn geweest dan die
met betrekking tot de onderhavige locatie. Had die ene burger
zijn actie niet ondernomen, dan had er geen haan meer naar dit
Plan gekraaid en had dit plan zijn normale voortgang gehad.
Nu, in de allerlaatste fase van dit voorbereidingsproces
11