-20-
De heer BOOGAART: Het is een kwestie van politieke onwil.
De heer WITHAGEN: Voorzitter, mag ik toch nog bij wijze van interruptie op
de heer Boogaart, die over politieke onwil spreekt, melden dat dat een
verkeerde inschatting is. Waar het om gaat, is dat de discussie, die zojuist
plaatsvond, voor mij het zoveelste bewijs betekent, dat het feit, waarom we
vanavond hier bij elkaar zijn en beslissingen moeten nemen, nog steeds
vierkant overeind staat. Het is niet de procedurekwestie. Er zit een uit
drukkelijk verschil van mening, heel intens, tussen de PvdA-fraktie en de 3
andere coalitiepartijen. Dat heeft zijn consequenties. Dus de vraag van, wat
zit er nu achter? Het wordt telkens gedemonstreerd wat er achter zit.
De heer AERTSSEN: Voorzitter, zijn wij aan een derde termijn begonnen?
De VOORZITTER: Nee, ik ga afronden. Als u een korte interruptie wilt maken,
sta ik dat toe. Alleen degenen, die het woord nog niet gevoerd hebben,
mogen nog in tweede termijn.
De heer AERTSSEN: Ik beschouw de opmerking van de heer Withagen als over
bodig, voorzitter.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik kijk nog rond of iemand aan deze toch
politieke discussie nog nader iets wil toevoegen in tweede termijn. Zo niet,
dan zijn de beraadslagingen beëindigd en komen we aan een stemming toe.
De heer Aertssen heeft om een schriftelijke stemming gevraagd. De heer Van
der Kallen heeft gezegd dat hij hoofdelijke stemming bepleit. Als ik kijk
naar wat er in artikel 31 en artikel 32 van de Gemeentewet staat, dan staat
er dat de stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten
en aanbevelingen met stembriefjes geschiedt. Dat is hier niet aan de orde,
dus is er sprake van overige stemmingen, zoals artikel 32 meldt en die ge
schieden bij hoofdelijke oproeping, als de voorzitter of een van de leden
dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling. Een van de leden van de
raad heeft erom gevraagd, maar ook deze voorzitter was voornemens deze
belangrijke zaak hoofdelijk te laten gebeuren.
Ik ga nu over tot het trekken van een nummer. Dat is nummer 26, de heer
Stuart. Wij zullen u vragen of u voor het initiatiefvoorstel bent of tegen
dit initiatiefvoorstel. Wij zullen daar aantekening van maken.
De heer BOOGAART: Voorzitter, de wethouder mag toch niet meestemmen, dat zou
buiten de orde zijn.
De VOORZITTER: Als u naar de nieuwe Gemeentewet kijkt, mijnheer Boogaart,
dan zult u constateren dat dat wel mag, omdat er nu namelijk meerdere wet
houders ontslagen kunnen worden en dan zou het een heel moeilijke situatie
zijn wanneer wetouders niet mogen meestemmen. Met de oude wet had u gelijk,
maar in de nieuwe wet zult u zien dat wethouders mogen meestemmen.
Voor het initiatiefvoorstel stemmen:
De heren Stuart, Vermeulen, Van de Water, Withagen, Bolsius, Claes, Coppens,
mevrouw Demmers, de heren J. van Es, Franken, Janssen, mevrouw Kammeijer, de
heren Muller, Van Oers, Piasmans, Slokkers, Smits.
Tegen het initiatiefvoorstel stemmen:
De heren Aertssen, Boogaart, Dieten, Van der Kallen, Van den Kieboom.
De VOORZITTER: Dan constateer ik dat er tegen dit initiatiefvoorstel 5
stemmen zijn en 17 stemmen voor, zodat dit initiatiefvoorstel is aangenomen.
-21-
Dames en heren, moties van wantrouwen en initiatiefvoorstellen, om tot het
ontslag van een wethouder te komen, zijn zaken, die voor mensen, die wat
verder weg staan van onderhandelingen, niet altijd gemakkelijk te begrijpen
zijn. Het worden dan zaken, die politiek- bestuurlijk uitgelegd moeten
worden. Dat heeft u uitgebreid gedaan. Maar ik denk dat het ook zaken zijn
die emotioneel zeer ingrijpend zijn voor alle betrokkenen, zowel voor de
portefeuillehouder, die zich met volle inzet aan het bestuur van deze stad
heeft gegeven, als voor de mensen die zo'n voorstel moeten indienen.
Ondanks het wederzijds respekt, wat hier vanavond duidelijk is geworden
hoop ik dat wij dit in de toekomst niet nog een keer mee hoeven maken, want
dat is een slechte zaak in de persoonlijke sfeer en ook een heel slechte
zaak voor het bestuur van deze stad, de continuïteit en de slagkracht. Het
is belangrijk om met een ploeg, waarmee je van start gaat en die goed
draait, een periode uit te mogen dienen. Dat is jammer genoeg niet het
geval Ik denk dat wij uit elkaar moeten gaan met respekt voor elkaar en
voor eikaars mening.
Dames en heren, de vergadering is gesloten. Ik wens u wel thuis.
Aldus sluit de VOORZITTER de vergadering om 21.10 uur.
Deze notulen zijn goedgekeurd en vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van donderdag 30 november 1995.
De voorzitter
VOOR AFSCHRIFT
DE SECRETARIS