-4- Wij hebben met name in de overwegingen en in de toelichting, die de 3 fraktievoorzitters van D66, de VVD en het CDA hebben gegeven, aangegeven wat er aan de hand is en waarom de motie van wantrouwen is aangenomen. Niet meer en niet minder. Voorzitter, het is een feit dat bij de collegevorming onderhandelingen zijn geweest, waarop de PvdA is toegetreden tot deze coalitie. In die onderhan delingen ziin met name over het toenmalige agendapunt afspraken gemaakt en zelfs was er geregeld het feit. hoe een en ander in een later stadium gere geld zou worden. Vervolgens is er een unaniem juni-besluit door uw college aan ons aangeboden en ter inzage gelegd. Dat unanieme collegebesluit heeft in september zijn beslag gekregen en aan dat besluit is als zodanig niets, maar dan ook niets gewijzigd. Het tegenstemmen van de heer Van den Kieboom is niet gepaard gegaan met een minderheidsstandpunt. Hij heeft ons laten weten het niet eens te kunnen zijn, het financiële vertrouwen in het collegevoorstel als zodanig niet te kunnen steunen, maar redenen waarom, daar heeft hij ons geen deelgenoot van gemaakt. Voorzitter, dat zijn de feiten die geleid hebben tot de motie van wan trouwen. Niet meer en niet minder. Tot slot, denk ik dat het toch goed is om nog een zinnetje te wijden aan de afwezigheid van Lijst Linssen. Wij beschouwen de afwezigheid van Lijst Linssen inderdaad als een plichtsverzuim. Je kunt het niet eens zijn met een motie van wantrouwen. Daar hebben we respekt voor. Maar ik denk dat op het moment dat hier tot formele besluitvorming wordt overgegaan, ook Lijst Linssen daarbij aanwezig had moeten zijn, om in ieder geval hun standpunt toe te lichten. Door het wegblijven verzuimen zij hun taak en krijgen wij niet eens de gelegenheid om met Lijst Linssen daarover in debat te gaan. Ik vind dat een onjuiste zaak. Ik acht dat voor het bestuur van deze stad, waar zij deel van uitmaken, een onjuiste zaak. De heer BOLSIUS: Voorzitter, de fraktie van D66 heeft tijdens de beraad slagingen over de motie van wantrouwen uitgebreid aangegeven waarom het vertrouwen in de heer Van den Kieboom diende te worden opgezegd. Kort en goed komt het erop neer dat wij van mening zijn dat een meermalen gegeven politiek woord, zowel bij de college-onderhandelingen als in juni van dit jaar, verbroken is en om die reden de wethouder dient te vertrekken. Wat betreft de afwezigheid van fraktie Linssen, ook voor mij geldt dat ik dat kwalificeer als plichtsverzuim. Ik verzoek u, als voorzitter van deze raad, hier corrigerend tegen op te treden. De heer VAN DER KALLEN: Mijnheer Bolsius, hebt u een suggestie waaruit die correctie zou kunnen bestaan? De heer BOLSIUS: Ik laat bijzonder graag de maatregelen over aan de voor zitter van de raad. Ik heb daar het advies van de heer Van der Kallen niet voor nodig. de heer VAN DER KALLEN: Ik geef geen advies, ik vraag u hoe er inhoud zou kunnen worden gegeven aan wat u zegt. De heer BOLSIUS: Ik heb daar de inmenging van de heer Van der Kallen niet voor nodig. De heer SMITS: Voorzitter, het onderwerp, waar we vanavond over moeten dis cussiëren, stemt in ieder geval de VVD-fraktie niet vrolijk. Wij hebben dit als een zeer vervelend onderwerp ervaren. Maar zo gaat het in de politie In de politiek heb je goede tijden, heb je ook slechte tijden en minder ple zierige tijden en dan moet je er ook zijn. Wat dat betreft, storen wij 0 -5- ook aan de afwezigheid van Lijst Linssen. Voorzitter, aan de orde is het ontslaa van een van de wethouders. Nu aaat mijn politieke ervaring al terug tot 1974 en dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Dat maakt het allemaal erg moeilijk en erg vervelend. We onderscheiden in deze discussie eigenlijk twee personen. De eerste is Piet van den Kieboom uit de Zandstraat. Dat is een grote kerel met een kei harde stem, die zich bezighoudt met plaatselijke politiek. De andere is wethouder P.M.I. van den Kieboom en daar gaat het vanavond over. Dit om het onderscheid duidelijk aan te geven. Het gaat vanavond dus om de politieke positie van de wethouder, waarover eerder gesproken is en waarover een motie van wantrouwen is ingediend. In die 6 zittingsperioden, die ik heb mogen overzien, heeft constant de VVD- fraktie gepleit voor een 4 keer 1 college. Een 4 keer 1 college met een beleidsplan. Ik meen op te mogen merken dat de VVD de enige partij is, die hier zit, die dat van het begin af aan, van al die 24 jaar al volgehouden heeft dat 4 keer 1 de beste constructie zou zijn. Een deel van de frakties, hier aanwezig, heeft deze periode niet eens meegemaakt. De anderen hebben zich op sommige plaatsen anders gedragen. Wij zijn de enigen die dat constant hebben volgehouden. De wens is nu de laatste keer ingevuld. U kunt zich voorstellen dat we daar oprecht enthousiast over waren. Maar de conse- guentie van een 4 keer 1 college is wel dat er dus 4 verschillende partijen zijn met 4 verschillende uitgangspunten en dat daar onverbrekelijk aan vast zit dat daar stevig overleg gepleegd moet worden om tot een goed programma te kunnen komen. Dat is geschied. Er is uiteindelijk een coalitieprogramma gekomen. Het is duidelijk dat het hot item daarbij was, het aantrekken van nieuwe werkge legenheid in de sector toerisme en recreatie. Dat is het onderwerp waar het om gaat. In de volgende gelegenheid heb ik ook opgemerkt dat juist in deze sector de mogelijkheden voor relatief laaggeschoolde werknemers erg groot is. Dat is in Bergen op Zoom van erg groot belang. Als we de negatieve ervaringen van van de week weer op een rijtje zetten, dan is scholing en het aanbieden van werk voor deze sector van het allergrootste belang. Het is dus een onderwerp van lange adem en niet van de korte termijn. Voorzitter, in de gesprekken, die gevoerd zijn om tot die coalitie te komen, is de Binnenschelde uiteraard duidelijk in beeld geweest. De Binnenschelde werd het injectiepunt om tot deze werkgelegenheidswens te komen.Daaraan verbonden zat onverbrekelijk de consequentie met Gageldonk. Dat wisten we van tevoren. Dit onderwerp is die nacht uit-en-ter-na besproken, tot diep in de nacht. Als dan nu op sommige plaatsen dat sportcluster naast een uitge kleed zwembad wordt gezet, dan denk ik dat dat geen recht doet aan dc discussies die die nacht zijn gevoerd. Voorzitter, dat was niet zo simpel als dat papiertje waar die handtekening onder gezet is. Het is veel verder gegaan. Wij hebben gevraagd destijds, wat is de visie, in dit geval, van de fraktie van de PvdA? Hoe kun je dat waar maken met de achterban? Ken je de consequenties als dit niet lukt? Die vragen zijn uit-en-ter-na besproken die nacht en er zijn antwoorden op gekomen. Goed, het vervolgverhaal kent u. Er is een juni-voorstel geweest. Dat hebben anderen ook al gezegd, dat is al meer opgemerkt. Daar is een stemgedrag op gevolgd en dat heeft geleid tot de positie waarin we nu zitten. Ik ben de mening toegedaan dat zeker de VVD, die sterk voor dat 4 keer 1 heeft gepleit in het verleden, op het verkeerde been is gezet. Heel duidelijk en daar hebben we grote problemen mee. Voorzitter, ik heb al gezegd, als je een 4 keer 1 college hebt, dan ben ge met 4 partijen. Dan moet er stevig gediscussieerd worden. Dan moet er een stevig programma zijn om beleid te kunnen maken. Als ik dat programma dan bezie en u geeft mij een rood potlood, dan heb ik ook wel een aantal zaken, waar ik met liefde en plezier een dikke streep door zou willen zetten. Maar

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 243